Twee nieuwe aspirant-leden
De Vereniging BPS verwelkomt twee nieuwe aspirant-leden:
– Walburg College, Zwijndrecht
– Basisschool De Hofstee, Etten-Leur
Op dit moment heeft de vereniging in het primair onderwijs 12 leden en 14 aspirant-leden, in het voortgezet onderwijs zijn er 33 gecertificeerde leden en 10 aspirant-leden.
Agenda van de vereniging
Bekijk hier de agenda van de Vereniging BPS, met onder andere bestuursvergaderingen en verenigingsdagen.
Creativiteit en hoogbegaafdheid. Interview met orthopedagoog Evelyn Kroesbergen
In een interview in tijdschrift Talent gaat orthopedagoog Evelyn Kroesbergen in op de relatie tussen creativiteit en hoogbegaafdheid. Sinds kort is ze aangesteld aan de Radboud Universiteit als hoogleraar orthopedagogiek. “Bij mijn leerstoel Leerproblemen horen natuurlijk ook de leerproblemen van hoogbegaafde kinderen. Ik zie creativiteit als een component van hoogbegaafdheid, naast intelligentie. Veel hoogbegaafde kinderen zijn creatief, ze komen met originele invalshoeken om problemen op te lossen, hebben een aparte vorm van humor, pakken dingen op een andere manier aan dan je zou verwachten en leggen onverwachte verbanden. Uit onderzoek blijkt dat je een bepaalde mate van creativiteit nodig hebt om te kunnen excelleren in rekenen.”
Handreiking Plusdocument verschenen
In januari 2018 heeft de VO-raad de Handreiking Plusdocument uitgebracht. Deze handreiking gaat in op het doel en de uitgangspunten van het plusdocument die in overleg met scholen zijn opgesteld. We beschrijven de keuzes waar schoolleiders voor staan bij de invoering. Ook komen er praktische tips voor de uitwerking aan bod, gebaseerd op de ervaring van ambassadeurscholen.
In het sectorakkoord VO 2014 is afgesproken om leerlingen een plusdocument mee te geven naast hun diploma. Het plusdocument is een verzamelstaat van wat de leerling heeft ondernomen op het gebied van de brede vorming. Het is bedoeld om de leerling in staat te stellen zo goed mogelijk de eigen brede vorming en talenten te tonen en te onderbouwen.
Scholen hebben en houden de ruimte om een eigen invulling te geven aan hun plusdocument. Scholen bepalen zelf wat ze wel of niet in het plusdocument zetten. Zo kan de school er zelf voor kiezen om wel of geen buitenschoolse activiteiten op te nemen. Ook is bijvoorbeeld de keuze aan de school om alleen zaken op te nemen waar de school voor in kan staan (bijvoorbeeld de activiteiten waaraan de leerling binnen de school heeft deelgenomen) of de leerling zelf het plusdocument te laten vullen. Zo kan iedere school kiezen voor de inrichting van het plusdocument die bij de visie en bij de leerlingen van de school past.
Vier regionale conferenties ‘Dubbel Bijzonder’ in maart 2018
Net als voorgaande jaren organiseert het Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling regionale conferenties in de context van passend onderwijs voor begaafde leerlingen.
In maart 2018 zijn er vier regionale conferenties met als thema ‘Dubbel bijzonder’ (begaafde leerlingen met kenmerken van leer- en/of gedragsproblemen). Op deze conferenties is tevens aandacht voor stimulerend signaleren en brede talentontwikkeling door middel van verrijkend onderwijs en voor de begeleiding van begaafde kinderen die (tijdelijk) dreigen uit te vallen of thuiszitten.
De conferenties vinden plaats op: 13 maart in Zeeland, 15 maart in Noord-Holland, 21 maart in regio Noord en 22 maart in regio Midden.
Column Dick van Hennik #12
Enige tijd geleden sprak ik de moeder van een leerling van een van onze BP-scholen (VO). Haar zoon volgt een aangepast individueel programma. Ze is vol lof over de school, over de mentor en de kansen die haar zoon krijgt. Toch zag ze hem, en daardoor ook zichzelf, worstelen met de situatie.
Haar verhaal – door mij sterk ingekort – luidt in grote lijnen als volgt.
———————————-
“Begin derde klas wordt de weerstand tegen het schoolwerk zo groot dat de mentor en de afdelingsleider besluiten om hem de kans te geven om zijn eigen werk in te delen. Er wordt een afspraak gemaakt dat hij de vrijheid krijgt om zelf te kiezen welke lessen hij nog wil volgen. Het is de bedoeling dat hij zelfstandig de stof gaat bestuderen in zijn eigen tempo. Aan het einde van de vierde klas heeft hij nog twee schoolexamens openstaan. Wel loopt hij vóór met wiskunde en informatica.
In 5 VWO wordt hij zo somber dat ouders en mentor zich zorgen maken. De veelheid aan vakken wordt als een onoverzichtelijke druk ervaren. Zijn moeder stelt voor dat hij zich gaat concentreren op wiskunde en informatica zodat hij die vakken dit jaar kan afronden. De mentor en de afdelingsleider gaan akkoord. Uiteindelijk slaagt hij voor zijn deelexamen wiskunde B met een 8,3. Het lukt hem niet om informatica helemaal af te ronden.
Na het behalen van zijn wiskunde-examen vraagt een extern begeleider of hij de voortgangstoetsen van 5 VWO mag overslaan:
‘Hoewel het nu een stuk beter met hem gaat, ben ik bang dat als hij alle voortgangstoetsen van 5V nu nog moet gaan maken, wij binnenkort weer te maken krijgen met een groot stressprobleem en mogelijke depressie. Ik zou voorop willen stellen dat hij goed voorbereid en met genoeg energie zijn examen ingaat en dat zijn PTA volledig is.’
Eind juni wordt hij besproken in de docentenvergadering. Veel docenten achten zijn achterstand zo groot, dat ze hem in de vijfde klas willen laten zitten. Dat zou wel betekenen dat hij zijn wiskunde-examen zou moeten overmaken, omdat dat volgens wettelijke regelingen komt te vervallen als de leerling in de vijfde doubleert. De docentenvergadering spreekt na interventie van de leiding af om hem per 1 december naar 6 gymnasium te laten gaan als hij dan alle schoolexamens en een deel van de voortgangstoetsen van de vijfde klas heeft afgerond.”
———————————-
Toch bevorderd
Uiteindelijk wordt deze leerling alsnog bevorderd naar de eindexamenklas en blijven zijn eindexamenresultaten behouden, terwijl hij niet aan de voorwaarde heeft voldaan dat alle schoolexamens van de vijfde klas waren afgerond. Net zo min als hij aan de eisen van de vierde klas heeft voldaan.
Werken de oude structuren nog bij gepersonaliseerd onderwijs?
In mijn ogen siert het de school dat steeds weer besluiten zijn genomen om deze leerling kansen te bieden en ruimte te geven om te leren op zijn eigen manier. Waar het m.i. schuurt is de spanning tussen ‘het systeem’ en de improvisatie, tussen oude structuren en het nieuwe denken, tussen onderwijs en leren.
Al zo ongeveer een eeuw bestaat in scholen voor voortgezet onderwijs de gewoonte dat de voltallige docentenvergadering besluiten neemt over de bevordering van leerlingen die in het afgelopen schooljaar onderwijs van hen hebben genoten. Ook worden er strakke of minder strakke bevorderingsnormen opgesteld; dat kan omdat elke leerling geacht wordt alle vakken voor dat schooljaar te volgen en alle toetsen te maken die daar bij horen. We doen dat vanuit de overtuiging dat leerlingen niet naar een volgend schooljaar kunnen, als ze voor de toetsen van het afgelopen jaar onvoldoende resultaat hebben gehaald. Dit wordt echter een groot probleem als er wordt gekozen voor een gepersonaliseerd programma. Een leerling als in ons voorbeeld past dan niet meer in de standaard procedure. Als hij zelf het programma samenstelt, kan hij ook afwijken van de volgorde die de docenten voor hun klassen vaststellen. Het formuleren van voorwaarden – zoals de school in dit voorbeeld deed – leidde voor de betrokken leerling tot meer stress en onzekerheid. De vraag kan gesteld worden waarom dan toch dit soort eisen op tafel komen. Het enige doel dat bereikt moet worden is dat op enig moment alle examentoetsen afgehandeld zijn en dat het centraal examen wordt afgelegd.
Gepersonaliseerd onderwijs. Het is een moderne term die bepaalde verwachtingen wekt. Die verwachtingen kunnen alleen waargemaakt worden als de scholen niet blijven hangen in vaste gewoonten die niet meer passen bij de aanpak die past bij de leerlingen die een eigen programma krijgen aangeboden. Het is tijd voor alternatief beleid.
Wat kunnen we doen?
Hieronder enkele gedachten over wat m.i. nodig is.
1. Laat de beslissing ten aanzien van de schoolloopbaan van de leerling over aan een kleine groep betrokkenen: de mentor of begeleider, in samenspraak met de leerling en/of de ouders.
2. Ontwerp het PTA zo dat het qua moeilijkheidsgraad overeenkomt met dat van de reguliere leerlingen, maar tegelijkertijd een aangepaste organisatie van de toetsing mogelijk maakt, los van de reguliere organisatie van het schoolexamen.
3. Overweeg het afschaffen van zogenaamde voortgangstoetsen.
4. Geef elke leerling de keus om voor een gepersonaliseerd programma te kiezen en maak in de formatie ruimte voor de begeleiding van deze categorie leerlingen; maak de voorwaarden voor deelname aan dit programma – eventueel – zodanig zwaar dat alleen hoogbegaafde leerlingen eraan kunnen voldoen. Er is overigens niets tegen om meer leerlingen die dat willen en kunnen op deze manier onderwijs te bieden.
Het wegnemen van belemmeringen en het opzetten van een aantal heldere protocollen voor leerlingen die afwijken van de klassikale gang van zaken, kan veel stress bij de leerling wegnemen, maar ook bij de begeleiders die bereid zijn zich extra in te spannen voor de begeleiding.
Dick van Hennik
14 december 2017
Artikel Aansluiting po-vo: de overstapportfolio
Daltonschool Sint Jozef in Lemmer
De overgang van primair naar voortgezet onderwijs kan voor hoogbegaafde leerlingen problemen opleveren. Het betekent vaak een andere manier van les krijgen, meer docenten en natuurlijk een school die nog niet bekend is met de vaardigheden en uitdagingen van een leerling. Een goede overdracht tussen de twee scholen is dan essentieel, alleen schort het daar nog wel eens aan. Doro Geis, leerkracht op Daltonschool Sint Jozef te Lemmer, is met een aantal po- en vo-scholen bezig de overgang te vergemakkelijken met het overstapportfolio.
De aandacht voor hoogbegaafdheid op haar school begon in 2002, de school kreeg een jongetje van 5 binnen met een iq van 156. “We zaten daar mee omhoog: hoe kunnen we deze jongen zo goed mogelijk helpen. Omdat we een Daltonschool zijn willen we alle leerlingen zo veel mogelijk op maat en in de klas zelf bedienen. Want zo zit de maatschappij in elkaar. De eerste actie was om hem versneld de stof aan te bieden. En we zijn vervolgens externe expertise gaan binnenhalen door als team een opleiding bij Cedin te volgen over hoogbegaafdheid. Wat is hoogbegaafdheid, welke mogelijkheden heb je als school en hoe kun je de leerling helpen met aanbod en begeleiding? Vervolgens zijn we ook meer verantwoordelijkheid bij de leerlingen gaan neerleggen: je leert hen een eigen leervraag te stellen en zelf structuur aan te brengen in het zoeken naar een antwoord.”
“Hoe meer je met iets aan de slag gaat, hoe meer vragen dat oproept”, vertelt Geis. “Daarom heb ik ook een opleiding als hb-expert gevolgd. In 2013 zijn we een remediërende plusklas gestart, dat was nodig om leerlingen die bepaalde vaardigheden misten daarin bij te spijkeren. Sommige hb-leerlingen hebben zwakke executieve functies, ze hebben moeite met plannen, organiseren, doorzetten, focussen. Daardoor kunnen ze niet tot goede prestaties komen en liggen frustratie en onderpresteren op de loer. In 2011 zijn we Begaafdheidsprofielschool geworden.”
Meer doen dan de normale overdracht
De start van het overstapporfolio was op de ALV van de Vereniging BPS. “In het kader van de BPS Academie zaten we ’s middags in kleine groepjes om van elkaar te leren en ervaringen uit te wisselen. Ik zat aan tafel met een directeur en docenten van middelbare scholen uit mijn regio en lanceerde het idee om vooral met de BPscholen uit de regio een intervisiegroep te starten. De reactie was enthousiast. Ik heb toen drie basisscholen en twee middelbare scholen uit onze regio uitgenodigd voor een intervisiebijeenkomst. Een van de agendapunten was de overstapportfolio.”
Voor Geis was dit een belangrijk onderwerp. Ze had bij haar eigen kinderen gezien dat de overgang van primair naar voortgezet onderwijs beter zou kunnen. Ook vanuit haar school zag ze mogelijkheden om de overdracht te verbeteren. “Ik liep al langer met de gedachte rond hoe we deze werkwijze onze begaafde schoolverlaters mee kunnen geven naar het voortgezet onderwijs. Zodat ze, naast cijfers, aan kunnen tonen waartoe ze in staat zijn of wat ze nodig hebben om optimaal te kunnen presteren. Gelukkig vonden de mensen van het intervisiegroepje dit een goed idee: in de volgende bijeenkomst zijn we begonnen de overstapportfolio te ontwikkelen.”
“Normaal gesproken geef je bij de overdracht cijfers mee, soms is er een warme overdracht. Bij meer- en hb-leerlingen kun je vaak maar een klein kolommetje toevoegen. Maar wat ze in een plusklas doen en aan welke vaardigheden ze werken, dat kun je bij een normale overdracht niet meegeven. Omdat vo-scholen elk jaar weer heel veel kinderen binnen krijgen hebben we het portfolio beperkt gehouden tot een A4. Het beperkt zich in wezen tot twee belangrijke vragen: waar is de leerling goed in en waarin heeft hij hulp nodig?”
Portfolio biedt nuttige informatie en zelfreflectie
“Begin vorig schooljaar zijn we begonnen met onze groep 8-leerlingen. De verantwoordelijkheid voor het invullen ligt bij hen. Ze moeten zo concreet mogelijk benoemen welke capaciteiten ze hebben en wat hun hulpvragen zijn. Daarnaast vullen ze vaak rekenen en taal in als je vraagt waar ze goed in zijn. We stimuleren ze ook andere zaken in te vullen. We praten er ook met de leerlingen over. Wat heb je ingevuld? Wat bedoel je daarmee? Na een aantal maanden hebben we gekeken of ze op de vaardigheden zijn vooruitgegaan. Aan het einde van het jaar hadden de leerlingen een mooi document liggen.”
“Het mes snijdt aan twee kanten. Niet alleen geeft het overstapportfolio nuttige informatie voor ons en voor de vo-scholen, maar het biedt de leerlingen goede zelfreflectie, inzicht in zijn sterke en zwakke kanten. Je kunt op basis daarvan met de leerling in gesprek gaan. En vooral hem zelf laten verwoorden of iets gelukt is, en waarom. Als je iets niet kunt, heb je een keuze: je legt je erbij neer en wordt niet beter. Of je komt in beweging en zoekt een weg om beter te worden. En natuurlijk kun je dan ons om hulp vragen. Bewustwording is het sleutelwoord. We willen dat leerlingen voor zichzelf opkomen als hen iets niet zint. Niet alleen bij ons op school, maar ook in het voortgezet onderwijs. Dan moet je wel je sterke en zwakke kanten kennen.”
De stand van zaken is dat het portfolio nu op een aantal basisscholen wordt gebruikt, naar tevredenheid. De slag naar het voortgezet onderwijs moet nog sterker worden gemaakt. “In ons intervisiegroepje zaten twee middelbare BPscholen: RSG Sneek en Emelwerda. Het toeval wil dat vorig jaar geen van onze hoog- of meerbegaafde leerlingen naar die scholen ging. Van de andere vo-scholen weten we het niet, uiteraard krijgen zij het portfolio wel bij het dossier van de leerling. In de toekomst gaan we daar meer naar kijken.”
Meer weten over het overstapportfolio?
Neem contact op met Doro Geis (dorogeis@gmail.com)
Leerling-artikel: Ervaringsverhaal, de begaafdheidsprofielschool
BrightLights.nl is een online magazine en ontmoetingsplaats ontworpen en onderhouden door hoogbegaafde jongeren. Naast inhoudelijke artikelen schrijven jongeren hier ook over hun eigen ervaringen als hb-leerling.
Ervaringsverhaal: de begaafdheidsprofielschool
door Annick
In de brugklas werd er op mijn school de IST (Intelligentie Structuur Test) afgenomen. Aan de hand van de testuitslagen werden er een aantal ouders uitgenodigd voor een informatieavond met als thema BPS (begaafdheidsprofielschool). Ik mocht aan BPS deelnemen, als ik dat wilde. Dat liet ik me geen twee keer zeggen!
Leerling-artikel: de waarde van een getal
BrightLights.nl is een online magazine en ontmoetingsplaats ontworpen en onderhouden door hoogbegaafde jongeren. Naast inhoudelijke artikelen schrijven jongeren hier ook over hun eigen ervaringen als hb-leerling.
De waarde van een getal: hoogbegaafdheid en misdiagnoses
door Pepijn
Jarenlang was het puur een gegeven. Een cijfer dat op zichzelf niet veel waarde had. Het getal paste in hetzelfde rijtje als mijn oogkleur en mijn sterrenbeeld: leuk om te weten, maar verder kon je er niet iets mee. Het was een paar keer door mijn handen gegaan, maar altijd weer weggelegd waarnaar ik het weer in de dossierkast thuis opborg. Nu drong de betekenis ineens tot me door. In een kale kamer met een vrouw tegenover me en een brommende computer, kreeg het getal een waarde. Het was ineens een oorzaak van een hoop problemen.
Column Dick van Hennik #11: Verkeerde inschatting
Dick van Hennik is onder andere voorzitter van de Vereniging BPS. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.
Mijn broer en schoonzus hebben een bijzondere kleinzoon. Net zeventien is hij. Toen hij op de basisschool zat was al duidelijk dat hij – zoals dat in zijn omgeving genoemd werd – ‘een goed stel hersens’ heeft. Zo liet hij zich smalend uit over zijn juf uit groep 7 die niet wist dat de Tweede Wereldoorlog al in 1939 begon. “Dat is toch basiskennis?” vertrouwde hij me toe.
Uiteraard kreeg hij het schooladvies vwo, maar om het verhaal niet te lang te maken: hij eindigde met een vmbo-diploma basis-beroeps, consumptief. Tja, zo gaat dat. Hij omschrijft zijn schooltijd dan ook als ‘een gevangenis zonder tralies’. Overigens haalde hij dat diploma met het minimum aantal punten om te slagen. Je moet je tenslotte niet meer inspannen dan nodig is. Dat deze houding tegenover de school zijn ouders slapeloze nachten bezorgde, was voor hem geen reden om het anders te doen.
Al heel vroeg had hij zijn diepste wens kenbaar gemaakt als hem werd gevraagd wat hij wilde worden. Door de jaren heen bleef hij consistent: hij zou kok worden. En niet zo maar een kok. Hij dacht dat een hotel in Oostenrijk wel een mooi uitgangspunt zou zijn. Dat werd later, op de middelbare school wel bijgesteld. Hij miste toch iets te veel basiskennis, vond hij. Maar niet getreurd, met zijn diploma kon hij toch naar het MBO, niveau 3.
Mijn broer, zus en ik hebben de gewoonte ontwikkeld om – na het wegvallen van onze ouders – met regelmaat gezamenlijk bij een van ons thuis te eten. Eenvoudige kost: een stamppot en een soepje. Nu leek het mijn zus wel een leuk idee om onze achterneef te vragen voor ons te koken. Leuk idee. Er werd een datum geprikt en onze kok koos ervoor om ons uit te nodigen in zijn ouderlijk huis, want dan zou hij op bekend terrein werken. Daags tevoren werd via de mail gemeld wat de kosten zouden zijn. Er werd gedacht aan €75,-. per persoon. En hij zou 8 kleine gerechten maken. Ik viel van mijn stoel. “Dat zijn prijzen van een sterrenrestaurant”, riep ik uit. Hoe denkt hij dat waar te maken? Voor de lieve vrede liet ik het erbij, maar een eenvoudige maaltijd van €75,-. per persoon, bereid door een -toen – 16-jarige snotneus, daar had ik niet zoveel vertrouwen in.
Gezien de titel begrijpt de lezer het al. We werden onthaald op een diner met 8 exquise gerechtjes, sommige dagenlang voorbereid en voorzien van deskundige uitleg over ingrediënten, smaak en bereidingswijze. En passant vertelde hij dat hij was toegelaten tot de Cas Spijkers Academie (een opleiding voor culinair toptalent) en dat hij dus niet meer naar dat MBO zou gaan. Dat laatste leverde eigenlijk maar (te) eenvoudig fröbelwerk. Voor hem zou nu het echte werk beginnen.
Beschaamd, maar ook trots bood ik mijn verontschuldiging aan voor mijn uitroep en mijn wantrouwen. We hebben die avond genoten en trots geconstateerd dat talenten als deze toch nog goed terecht kunnen komen. En hoewel ik met grote regelmaat mag opmerken dat hoogbegaafde jongeren tot heel veel in staat zijn, werd ik hier weer door oude automatismen te pakken genomen.
En de kosten? Die vielen mee. Het werd €40,-. per persoon. Hij had zich vergist in de berekeningen. Ach, basiskennis?!
Dick van Hennik