Actueel

  • 4 december 2025

    Boek Kenniscentrum Hoogbegaafdheid voor alle po- en vo-scholen

    Lees meer…

  • 2 november 2025

    Het bestuur #14: Gepko Wolters

    Lees meer…

  • 31 oktober 2025

    Column #18 Marko Otten: Hardnekkige mist rond de torens van OCW

    Lees meer…

  • 30 oktober 2025

    “We durven buiten de kaders te denken”. Hb-onderwijs op het Vechtdal College

    Lees meer…

  • 23 oktober 2025

    “Giftedness Should Not Be a Niche Topic” An Interview with Franzis Preckel

    Lees meer…


  • Alle nieuwsberichten

1e NTCN-conferentie 14 en 15 november geslaagd!

De 1e NTCN-conferentie op 14 en 15 november bij het NBC in Nieuwegein is door de deelnemers als zeer inspirerend en geslaagd ervaren. Meer dan 1.000 deelnemers hebben aan de conferentie deelgenomen.

Bekijk hier de verslagen en presentaties

Sprekers zesde editie leerlingenconferentie bekend

Op vrijdag 9 november 2018 organiseert de Vereniging Begaafdheidsprofielscholen (BPS), in samenwerking met de Universiteit Utrecht en BrightLights (online magazine voor & door hoogbegaafde jongeren), de zesde BPS-conferentie voor hoogbegaafde leerlingen in het voortgezet onderwijs. De voorgaande edities werden zeer gewaardeerd door leerlingen, docenten en de sprekers, met gemiddeld een 8.

De sprekers tot nu toe…
Het programma zal bestaan uit 16 interactieve lezingen en workshops op allerlei (wetenschappelijke) terreinen.
Marcel V.J. Veenman, instituut voor Metacognitie Onderzoek
Rudolf Kampers, docent filosofie & oprichter Leren Filosoferen
Stefan van der Stigchel, universitair hoofddocent Experimentele Psychologie
Bald de Vries, universitair hoofddocent Rechtstheorie
Paul ’t Hart, hoogleraar Bestuurskunde
– Mart Mojet, docent NLT en BPS-mentor RSG Magister Alvinus (3D-inzicht, -ontwerpen en -printen)
Floor Sietsma, psycholoog, coach en ervaringsdeskundige extreem hb
José Borghans, universitair Hoofddocent Immunologie
Maria Postema (workshop Vertalen), vertaalster van onder andere Twilight, The Hunger Games, Gone en Divergent, schrijfster Dertiendagh
Stefan Vandoren, hoogleraar theoretische natuurkunde
Christian Lange, hoogleraar Arabische en Islamitische studies
Peter Bos, onderzoeker Psychologische functieleer (hormonen)
– Tina Leyds en Deaborah Roothaert, docenten Theresialyceum (Denklessen)
Edward Nieuwenhuis, kinderarts en medisch manager Wilhelmina Kinderziekenhuis
Peter Bijl, assistant professor Earth Sciences – Marine palynology & palaeoceanography
Arwen Deuss, hoogleraar Global seismology and deep Earth structure.

Lees meer over het programma en meld u aan…

Inschrijving conferentie Begaafdheid & Talentontwikkeling geopend

Op 14 en 15 november 2018 organiseert het National Talent Centre of the Netherlands (NTCN), een samenwerking van SLO, CBO Talent Development en de Radboud Universiteit Nijmegen, een conferentie bij NBC congrescentrum in Nieuwegein. Het thema van de conferentie is ‘Flow creëren in leren’. Michael Piechowski en Nicholas Colangelo zijn de keynotes.

Lees verder…

Artikel: De visitatiecommissie als critical friend

De visitatie is een wezenlijk onderdeel van de Vereniging BPS. Formeel bepaalt het of een school het predicaat Begaafdheidsprofielschool krijgt. Maar het is ook bedoeld om scholen verder te helpen. Het Corderius College had in maart 2018 haar visitatie.

Het Corderius is van oudsher al bezig met de slimmere leerlingen, in het begin vooral met compacten en verrijken. Het was toen het visitekaartje van de school, vertelt coördinator onderbouw gymnasium en atheneum Dick Wolffenbuttel. “Na verloop van tijd merkten we dat de leerlingen het minder leuk vonden, we kregen ook minder aanmeldingen. Ons idee was om activiteiten te gaan bieden in groepsverband in plaats van op individuele basis. Dat werd de Masterclass. Samen met (externe) vakexperts en een vaste begeleider gaan de leerlingen een hele dag met verschillende thema’s aan het werk. Eerst theorie, vervolgens voornamelijk open opdrachten. Het gaat om kennis opdoen en om het leerproces en vaardigheden. Leerlingen waren enthousiast, maar het werd pas echt een succes toen we deze leerlingen in dezelfde klas hebben gezet. Ze missen dan niets meer van elkaar en van de school.”

“Een voorbeeld van een onderwerp in de Masterclass is architectuur. Er komt een architect langs die de leerlingen kennis bijbrengt over het vak. Vervolgens moeten ze zelf een ontwerp en een maquette maken. We hebben een heel scala aan onderwerpen: van nanotechnologie tot politieke filosofie, van poëzie tot sterrenkunde. Onze docenten ontwikkelen de onderwerpen voor op de Masterclassdag, daar krijgen ze ook ontwikkeltijd voor. Zo houdt het zichzelf in stand, en kunnen docenten bezig zijn met hun expertise.”

Leerlingen tot hun recht laten komen
De Masterclass is een groot onderdeel van het hb-onderwijs bij het Corderius, maar zeker niet het enige. Wolffenbuttel: “Belangrijkste is dat de leerling wordt herkend en erkend. Het gaat niet om het label zoals hoogbegaafdheid. Het gaat om de behoefte van de leerlingen. Ze moeten tot hun recht komen door hen het juiste aanbod en begeleiding te geven. Docenten moeten geschoold zijn. We werken met de zes profielen van Betts & Neihart; die hebben we in een eigen vorm gegoten door middel van kaarten van racewagens. Dat maakt het makkelijker om je als team te scholen. Ook krijgen alle hb-leerlingen vanaf dag 1 indien nodig een coach. Daarnaast is er voor alle hb-leerlingen de mogelijkheid gebruik te maken van een talentpas. Hiermee kunnen ze tijdens de door hen gekozen lessen werken aan een eigen project.”

“Waarom zijn we lid geworden van de Vereniging BPS? Vooral voor de expertise van andere scholen, voor de kennisuitwisseling. We zijn bij een aantal scholen geweest waar we mooie dingen hebben gezien, zoals de denklessen van het Theresialyceum en het Intermezzo-tussenjaar van het Stedelijk Gymnasium Nijmegen. Ik denk dat we het predicaat BPschool niet echt nodig hebben, de omgeving weet dat we werk maken van hoogbegaafdheid. Aan de andere kant zou het jammer zijn als een school in de buurt dat predicaat dan wel zou hebben.”

Visitatie
In 2015 werd het Corderius College aspirant-lid van de vereniging. In maart werd de school bezocht door de visitatiecommissie. Voorzitter was Ninette Verheul, bestuurslid van BPS. “De belangrijkste taak van de commissie is om vast te stellen – op basis van documenten en van het bezoek – of de school het predicaat Begaafdheidsprofielschool mag dragen. Dat doen we aan de hand van de gedragscode van de vereniging waarin onder andere staat dat de school hoogbegaafde leerlingen herkent en maatwerk levert. En dat er voldoende expertise is binnen de school. Bij het Corderius zie je dat leerlingen veel keuzemogelijkheden en -vrijheden hebben. Er gebeurt veel. Wat ik vaak zie is dat een school een traditionele route aflegt als het gaat om hoogbegaafde leerlingen. Eerst extra activiteiten buiten de les, dan tijdens de lessen en vervolgens een aparte route of klas. Uiteindelijk worden al die activiteiten binnen het onderwijs gebracht en is er een mooi hb-onderwijsbeleid. Steun van de directie is noodzakelijk voor de borging van de hb-aanpak.”

“We evalueren onze activiteiten en aanpak doorlopend”, vertelt Wolffenbuttel. “De visitatie brengt daar een extra laag in aan. Je gaat meer nadenken over wat we doen: waar staan we in onze aanpak? Wat kan anders, beter? Als voorbereiding moesten we de commissie documenten over hb-beleid en -activiteiten sturen. Toen merkten we dat we de aanpak en protocollen scherper op papier konden zetten. Aan wat we doen is niet zoveel veranderd na de visitatie, maar we hebben het nu wel duidelijker en toekomstbestendiger opgeschreven.”

Kijken wat er goed gaat
“We beseffen dat de visitatie een momentopname is”, zegt Verheul. “Het is makkelijk om te kijken wat er niet goed gaat. Belangrijker is: wat doet de school nu en waar zit de groei. Wat je als commissie feitelijk doet is kijken naar de beweging: is de hb-aanpak en -beleid levensvatbaar voor de toekomst? Hoe zitten directie en bestuur erin? Hoe is de aanpak geborgd? Is er voldoende facilitering voor het hb-beleid? Belangrijk is ook het reflectieve vermogen van de school. Corderius is daar veel mee bezig. Uiteraard kunnen er zaken minder goed lopen, het is dan aan de school om te kijken hoe je het beter kunt maken. Zoals gezegd, we benaderen het positief, we kijken naar de beweging. Scholen leveren de visitatiecommissies veel documenten aan, vaak gaan die over het verleden. Interessant, en ook belangrijk. Maar we zijn meer benieuwd naar het nu. En naar de toekomst.”

Voor de visitatiecommissie is dit ook een omslag in het denken geweest. “We komen van te voren bij elkaar als commissie en formuleren een voorlopig oordeel op basis van de toegestuurde documenten. Het is dan makkelijk om te kijken naar de dingen die niet goed gaan. Als vereniging wil je dat het hb-onderwijs beter wordt, dat hb-leerlingen uitgedaagd worden. Dan moet je gaan kijken naar wat er goed gaat op een school, de mensen daar motiveren om het nog beter te maken. Daarom hebben we standaard enquêtes die de scholen afnemen bij docenten, leerlingen en ouders. De resultaten zijn belangrijk, maar essentieel is wat je ermee doet: analyse, reflectie, veranderingen. En hoewel we er op uit zijn om scholen te helpen, uiteindelijk moeten we als commissie natuurlijk wel kijken of de school BPS-proof is. Het merk zegt dat de school de gedragscode naleeft, dat er continuïteit is. Dat is belangrijk voor de leerlingen en voor de ouders.”

Na de visitatie
Het oordeel van de commissie over Corderius was positief: de school heeft voor vier jaar het predicaat Begaafdheidsprofielschool (dat is het standaardoordeel voor scholen die het goed doen). Met een aantal aanbevelingen van de commissie is de school al aan de slag. Wolffenbuttel: “Het belangrijkste is dus dat we nu alles beter hebben gedocumenteerd. Daarnaast creëren we op school een aparte plek voor deze leerlingen. En zorgen we dat daar docenten zijn voor begeleiding. Ook hebben we een talentpas, goede leerlingen kunnen daarmee vrijstellingen krijgen en extra activiteiten doen. De eis is dat de leerling in principe gemiddeld een 7,5 heeft, voor hb-leerlingen geldt die eis niet. Alleen merken we dat dat niet even goed bekend is. De communicatie kan dus beter. Verder onderzoeken we hoe leerlingen op een goede manier kunnen versnellen en de wenselijkheid daarvan.”

Column #14: 10 jaar BPS
 – vertrouwen in de toekomst

Dick van Hennik is onder andere voorzitter van de Vereniging BPS. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.

Tijdens onze feestelijke bijeenkomst ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van onze vereniging mocht ik even vooruitblikken, maar ik vond het de moeite waard om ook achterom te kijken.

In de zaal zat Miriam Groensmit. Zij is al vanaf 1986 actief met en voor hoogbegaafde leerlingen (op het Stedelijk Gymnasium in Nijmegen) en ze mag met recht een pionier genoemd worden. Miriam is nog steeds actief als secretaris van visitatiecommissies en als we samen in dezelfde commissie opereren, dan kijken ook wij graag terug op die pionierstijd. Vooral om te vergelijken met waar we nu staan. En hoewel er nog veel te winnen is, heeft het Nederlandse onderwijs in de laatste 30 jaar stevige vooruitgang geboekt. De erkenning dat de onderwijsbehoefte van hoogbegaafde leerlingen een aanpassing van het onderwijs rechtvaardigt – en dus met recht passend onderwijs genoemd moet worden – is zo’n stap. In al die jaren is de expertise op het gebied van onderwijs aan hoogbegaafden sterk toegenomen, hebben we allerlei opleidingen in de aanbieding en is er de motivatie om voor deze groep vergaande aanpassingen in de scholen te organiseren. Geleidelijk is er in veel scholen expertise op de werkvloer aan het ontstaan en is er bij schoolleiders het besef dat voorzieningen nodig zijn. Plusklassen verschijnen, arrangementen worden gemaakt.

Maar er is nog steeds werk aan de winkel. Er zijn nog schoolbestuurders die geen notie hebben van de manier waarop onderwijs aan hoogbegaafden optimaal kan worden ingericht en er zijn nog steeds samenwerkingsverbanden die op geen enkele manier werk gemaakt hebben van een ondersteuningsvoorziening op dit gebied (zie daarvoor de uitkomsten van het onderzoek van het Informatiepunt Onderwijs en talentontwikkeling van de SLO).

Daarom kan onze vereniging ook in de volgende 10 jaar zijn nut bewijzen. We bundelen immers heel veel expertise in het land, vormen een lerend netwerk en daarnaast – via de visitatie – een kwaliteitsborging die het vertrouwen van ouders en leerlingen rechtvaardigt. Ook hier geldt overigens dat het werk nog lang niet klaar is. Er zijn altijd ontwikkelingen in het onderwijs die om een oplossing vragen en daarbij dienen we elkaar te ondersteunen en waar nodig de hand te reiken.

Ik heb vertrouwen in de toekomst van onze vereniging en daarmee in onze leden, dit alles ten behoeve van een doelgroep die in toenemende mate van onze inspanningen zal profiteren.

HB in 12e voortgangsrapportage passend onderwijs

Op veel plekken wordt hard gewerkt om kinderen en jongeren goed te ondersteunen en daar komen mooie dingen uit voort. Tegelijkertijd zijn er nog verbeteringen nodig. Dat concludeert minister Slob in zijn brief over passend onderwijs die hij op 25 juni 2018 aan de Tweede Kamer aanbod. Daarbij voegde hij ook de twaalfde voortgangsrapportage over passend onderwijs toe.

In de brief komen twee onderwerpen over (hoog)begaafdheid binnen passend onderwijs naar voren:
– subsidieregeling 2019
– ouderbijdragen voor toelating tot onderwijs (waaronder voltijds hoogbegaafdenafdeling) niet toegestaan

Lees verder…

Nieuw aspirant-lid

De Vereniging BPS verwelkomt het Openbaar Lyceum Zeist als nieuw aspirant-lid.

Op dit moment heeft de vereniging in het primair onderwijs 13 leden en 13 aspirant-leden, in het voortgezet onderwijs zijn er 32 gecertificeerde leden en 11 aspirant-leden.

Inventarisatie passend onderwijs voor begaafde leerlingen binnen SWV’en

In samenwerking met het ministerie van OCW heeft Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling (SLO) een inventariserend onderzoek uitgevoerd, waarmee de stand van zaken en de ambities binnen de samenwerkingsverbanden in beeld is gebracht m.b.t. aanbod voor en begeleiding van begaafde leerlingen. Hiervoor is onder alle samenwerkingsverbanden po en vo vorig schooljaar een online vragenlijst uitgezet met het verzoek deze in te laten vullen door de persoon die het meest op de hoogte is van het aanbod voor en de begeleiding van begaafde leerlingen binnen het samenwerkingsverband.

Ga naar de rapportage

Artikel: Het tussenjaar op het Stedelijk Gymnasium Nijmegen

Klaar met de basisschool, nog niet toe aan het voortgezet onderwijs
Intermezzo: het tussenjaar op het Stedelijk Gymnasium Nijmegen

Minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs wil dat de hulp aan hoogbegaafde kinderen wordt verbeterd, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Een van de ideeën in de brief is een tussenjaar: kinderen die klaar zijn in het basisonderwijs maar nog niet toe zijn aan het voortgezet onderwijs krijgen een apart programma. Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen heeft sinds 2016 zo’n tussenjaar, Intermezzo. Harrie van Steen is conrector onderbouw en betrokken bij de totstandkoming en uitvoering.

De school is al ruim 30 jaar bezig om hoogbegaafde leerlingen goed en uitdagend onderwijs te bieden. Een van de uitgangspunten is het gedachtegoed van Renzulli en Mönks waarin intrinsieke motivatie, doorzettingsvermogen en creativiteit belangrijke factoren zijn. “We proberen de hoogbegaafde leerlingen meer uitdaging en meer ruimte te bieden, ze gaan bijvoorbeeld vaak de les uit om te werken aan projecten. Het idee hierachter is dat ze hun leermotivatie behouden of terugkrijgen. Ze kunnen lessen overslaan, maar het is hun eigen verantwoordelijkheid om huiswerk en dergelijke bij te houden. Hun resultaten mogen er niet onder lijden. Met deze verbreding doen we een beroep op hun organisatievermogen. Overigens gebruiken we de term hoogbegaafdheid liever niet, het is onduidelijk wat dat nu precies is: er zijn vele definities. Wat we wel weten is dat er zeer slimme kinderen zijn die anders in het leven staan, andere vragen en behoeftes hebben als het gaat om leren en leven.”

Waar eerst de focus lag op het product, toen het proces, gaat het bij het verbredingsproject nu om de persoonsontwikkeling. “We willen zorgen dat kinderen zich kunnen ontwikkelen naar een volwassene die op eigen kracht verder kan. Kennis is daar een onderdeel van. Het gaat veel meer om vaardigheden en om de wringmomenten: wat doe je als je het even niet meer weet? Raak je gefrustreerd, laat je alles uit je handen vallen? Bij deze groep leerlingen zien we niet alleen dat ze cognitief heel veel aankunnen, maar ook het onvermogen om met dit soort momenten om te gaan. Hun echte leerpunten zijn aspecten als doorzettingsvermogen, emotieregulatie, het stellen van hulpvragen.”

Het ontstaan van Intermezzo
De samenwerking met basisscholen bestaat al langer, de school heeft een regionale kennisfunctie als het gaat om hoogbegaafdheid. “We adviseren regelmatig basisscholen in onze regio. Soms helpen we individuele leerlingen. In al die gesprekken en sessies merkten we natuurlijk ook dat er leerlingen waren die tussen wal en schip vielen: uitgeleerd op de basisschool, sociaal-emotioneel te jong voor het voortgezet onderwijs. Veel van deze leerlingen zijn rond de 11 en reageren leeftijdsadequaat. Daardoor vinden ze minder aansluiting in de brugklas. Ook hebben ze vaak de lol in het leren verleerd. Daarnaast ontbreek het hen (deels) aan executieve vaardigheden en sociaal-emotionele zaken: doorzetten, frustratietolerantie, samenwerken, emotieregulatie. Ze vertonen vaak apart gedrag, gerelateerd aan te weinig uitdaging.”

“Het idee voor Intermezzo bestond bij ons al langer, maar kreeg echt handen en voeten toen in 2015 het samenwerkingsverband ons benaderde. Dat viel perfect samen. Het voorwerk hadden we al verricht: we hadden een duidelijk beeld van de doelgroep. Vervolgens hebben we een LOF-subsidie aangevraagd. We waren erg blij dat we hiervoor een fors bedrag kregen, daarmee konden we een team docenten faciliteren. Zij kregen de opdracht een programma op te stellen, speciaal voor deze groep leerlingen. Het moest uitdagender zijn dan groep 8, maar het mocht geen brugklas-programma zijn.”

Een ogenschijnlijk normale lesweek
Het Intermezzo-programma ziet eruit als het programma voor reguliere leerlingen: zes a zeven uur per dag les, zelfde vakanties en proefwerkweken. “We willen dat de Intermezzo-leerlingen zoveel mogelijk wennen aan het voortgezet onderwijs. Een van de belangrijkste verschillen is dat er geen druk is om te presteren. Het gaat er niet om dat ze aan het einde van het jaar overgaan. Het gaat erom dat ze leren leren, leren organiseren en plannen. Ze krijgen ook nog geen cijfers, wel beschrijvingen van de vorderingen op kennis en vaardigheden.”

“De dag begint met Nederlands, Engels en wiskunde. Daarna hebben ze vakken als science, creatief met computers, oude talen en verhalen, mens en maatschappij, taalbeschouwing en Esperanto, beeldende vorming, muziek, drama en gymnastiek. En ze hebben elke dag een Intermezzo-uur, dan komen ze in groepjes van negen (of een op een) bijeen met hun mentor en praten ze over hun vorderingen en vragen. De begeleiding is dus erg intensief. Er zijn ongeveer 20 docenten bij betrokken.”

“Gedurende het jaar zien we dat hun gedrag verandert: ze ontwikkelen zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld. Minder passend gedrag wordt minder. Dat geven ouders ons ook terug, die zijn erg enthousiast. Net als de leerlingen. Ze krijgen een mooi programma. En ze worden benaderd op een wijze die past bij hun ontwikkeling en bij hun leer- en levensvragen. Ze gaan met plezier naar school. We doen ook metingen, Intermezzo hebben we opgezet samen met CBO. Die ondervragen ouders en leerlingen naar hun bevindingen. We kregen bijvoorbeeld terug dat de ouders vonden dat vaardigheden te weinig zichtbaar aan bod kwamen. Toen hebben we modules ontwikkeld waar dat meer in zat. Het mooie is dat we echt ontwikkeling zien. De eerste Intermezzo-groep zit nu in de brugklas en het gaat daar gemiddeld goed: ze vallen niet op in de klas. Dat is echt enorme winst: voor Intermezzo was de prognose dat deze leerlingen het slecht zouden doen op het voortgezet onderwijs.”

“Ook voor de docenten is het een mooie uitdaging. Ze hebben met enorm veel energie een heel nieuw programma gemaakt. Normaal moeten ze werken binnen bepaalde kaders, bij het ontwikkelen van Intermezzo konden ze veel creatiever zijn. Het omgaan met deze doelgroep is een ander verhaal. Vroeger zaten ze verspreid in de klassen, nu bij elkaar in een groep. We merken dat je soms ook gewoon een basisschoolleerkracht moet zijn: meer structuur bieden, meer dirigeren. Ze komen ook vaker naar je toe om met je te praten. Ze zijn kinderlijker dan de reguliere brugklasleerling.”

Veel vraag
“Intermezzo is een pre-vwo-jaar. Voor 1 maart krijgen de leerlingen daarom een advies. Daarna mogen ze kiezen naar welke school ze gaan, ze zijn niet gebonden aan ons. Het aantal leerlingen dat voor ons kiest is wel groot, ongeveer 75 à 80%. En we zien ook steeds meer aanmeldingen binnenkomen, meer dan we aankunnen. Het eerste jaar hadden we 32 leerlingen in twee groepen. Voor dit jaar hadden we 45 aanmeldingen, we hebben toen de groepen uitgebreid naar 18. En voor volgend jaar hebben we nu al 50 aanmeldingen. We maken geen reclame, het gaat rond in het circuit. De Intermezzo-leerlingen komen uit een straal van 30 kilometer om ons heen.”

“Er is dus een enorme behoefte aan dit soort oplossingen. Daarom is het mooi dat OCW hier aandacht aan geeft. Alleen merken we een aantal beren op de weg. Bijvoorbeeld dat het po-geld en vo-geld niet bij elkaar mag. Daarom hebben we er voor gekozen dat de Intermezzo-leerlingen bij ons staan ingeschreven. Dat brengt weer een ander probleem met zich mee: in de beoordelingssystematiek van de Onderwijsinspectie doet deze groep vier jaar over de onderbouw. Daardoor gaat ons gemiddelde danig omlaag. Helaas kan dat voorlopig niet in het systeem worden aangepast. Gelukkig is de inspectie ons positief gezind: ze rekenen ons er niet op af, het kan worden uitgelegd. En ze zijn – net als OCW – erg enthousiast. We accepteren daarom deze situatie, omdat het te belangrijk is voor de leerlingen.”

Advies voor andere scholen die willen starten met een tussenjaar
– zorg dat je de doelgroep heel goed in beeld hebt
– trek op met de samenwerkingsverbanden in je regio
– zorg voor draagvlak binnen je school
– doe dit niet voor een paar jaar, maar voor de lange termijn
– doe het niet om strategische redenen, het moet passen in je beleid
– bied zoveel mogelijk in vo-context aan

Column Dick van Hennik #13: Extra geld voor hb-onderwijs

15 miljoen extra voor onderwijs aan hoogbegaafden
Ontwikkelingen bij de overheid bemoedigend

Dick van Hennik is onder andere voorzitter van de Vereniging BPS. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.

Onlangs stuurde minister Slob een brief aan de Tweede Kamer, waarin hij aankondigde hoe de in het regeerakkoord opgenomen 15 miljoen euro extra voor het onderwijs aan hoogbegaafden ter beschikking gesteld zal worden aan het veld.

Tot teleurstelling van VO-raad en PO-raad heeft hij gekozen voor een subsidieregeling. Het voordeel daarvan is dat de subsidie terecht komt bij die samenwerkingsverbanden waarbinnen men al gevorderd is met passend onderwijs voor hoogbegaafden. Daardoor zijn de voorlopers in het voordeel en wordt initiatief dit keer beloond. Er zijn immers nog genoeg samenwerkingsverbanden die geen enkel initiatief in het kader van hoogbegaafdheid ondersteunen, laat staan gezorgd hebben voor voldoende experts.
Een ander winstpunt in m.i. dat het ministerie ondersteuning van hoogbegaafde leerlingen nu expliciet onder passend onderwijs schaart. Tot nu toe werden termen als ‘talentontwikkeling’, ‘maatwerk’ of ‘excellentie’ gebruikt om het onderwijs aan hoogbegaafden onder te brengen, wat de experts ook probeerden om duidelijk te maken dat deze termen de lading niet dekken. En nu is er dan de expliciete duiding.

Ik beschouw deze ontwikkeling als een beloning voor al het werk van die instellingen – waaronder de Begaafdheidsprofielscholen – die zich de afgelopen decennia sterk gemaakt hebben voor meer aandacht voor hoogbegaafde leerlingen en hun onderwijsbehoeften. Het goede werk van het Informatiepunt van de SLO werpt zijn vruchten af. De trend die nu ontstaat is die van bundeling van krachten. Het Informatiepunt heeft enkele jaren geleden het initiatief genomen om de experts in het veld bijeen te brengen. De laatste ontwikkelingen is dat een Klankbordgroep van Experts wordt gevormd op het gebied van hoogbegaafdheid. In samenwerking met het CBO Talent Development worden Talentcenters gevormd. En nu heeft OCW er nadrukkelijk voor gekozen om de adviezen van de experts in te winnen via zogenaamde beleidsateliers, om deze aanpak vervolgens aan de Kamer mede te delen. Er staat nadrukkelijk in de brief dat de beschreven aanpak is gekozen op advies van de experts in het veld. Dat noem ik erkenning.

Namens de Begaafdheidsprofielscholen doe ik met veel plezier aan deze activiteiten mee. Er ontstaat op deze manier een bundeling van krachten die elkaar in hoge mate versterken.
 Kort inhoudelijk:
 men kan ervan uitgaan dat de subsidies worden verstrekt aan samenwerkingsverbanden, waarbij een criterium zal zijn dat er door meerdere partners wordt samengewerkt (bijvoorbeeld po-vo; peuters-po, enz.). Voor samenwerkingsverbanden waar deze activiteiten al bestaan, is mijn advies om alvast om de tafel te gaan zitten en voorstellen uit te werken. De aanvraag voor 2018 kan dan in vliegende vaart worden ingediend.

Dick van Hennik

© Begaafdheidsprofielscholen 2011 | Privacy Statement