Artikel ‘Rubrics in hb-onderwijs van het Bataafs Lyceum’
Het Bataafs Lyceum heeft al meer dan tien jaar een speciaal onderwijsconcept voor meer- en hoogbegaafde vwo-leerlingen die een extra uitdaging willen: de Masterclass. Het lesprogramma richt zich op een gelijktijdige ontwikkeling van zowel de cognitieve als de sociaal-emotionele ontwikkeling. Binnen de projecten zijn speciale leer- en ontwikkelingslijnen opgezet, zodat de leerlingen zich de 21e eeuwse vaardigheden eigen maken en hun talenten verder kunnen ontwikkelen. Er is veel ruimte voor creativiteit, nieuwsgierigheid en eigen inbreng. Samenwerking is belangrijk binnen de projecten. Om de ontwikkeling van vaardigheden te monitoren en te stimuleren maakt de school gebruik van Rubrics.
Nancy Lussing is coördinator van de Masterclass.
Wat zijn rubrics en waarom zijn jullie daarmee gaan werken?
“Het vaardigheidsonderwijs is essentieel in onze aanpak voor hoog- en meerbegaafde leerlingen. Je wilt daarom niet alleen dat je die ontwikkeling kunt zien en weten waar je op in moet zetten; je wilt ook dat leerlingen zichzelf bewust zijn van hoe ze ervoor staan en waar hun ontwikkelingsvraag zit. Rubrics zijn dan handig om hiervoor als instrument in te zetten.
We zijn in de periode 2016 – 2018 gestart met het verder ontwikkelen van eigen rubrics in het kader van Leerlabs van het programma Leerling 2020. Wat we hebben gedaan is het benoemen van een aantal hoofdvaardigheden. Daarbinnen zitten weer subvaardigheden. Bij elk van die subvaardigheden hebben we vaardigheidsniveaus benoemd. Je zou het kunnen zien als een game waar je steeds een level verder gaat.”
Kun je een voorbeeld geven?
“Neem de hoofdvaardigheid ‘samenwerken’. Daarbinnen hebben we de subvaardigheden ‘initiatief tonen’, ‘participeren in groepswerk’, ‘verantwoordelijkheid nemen’ en ‘feedback geven en ontvangen’. En bij al deze subvaardigheden onderscheiden we zes niveaus. Bij ‘initiatief tonen’ gaat dat van ‘Ik doe alleen iets als een ander het vraagt’ tot ‘Ik toon vaak initiatief en ik stimuleer anderen dit ook te doen’.
Als leerlingen in de eerste klas met de Masterclass beginnen, laten we hen een nulmeting maken: waar sta je nu op al die vaardigheden. Je wilt daarmee bewustwording op gang brengen. Een zelfkritische, onzekere hb-leerling zet misschien laag in, terwijl een andere leerling zichzelf overschat en denkt: oh, dat kan ik allang. Het is dan aan de mentor om het gesprek aan te gaan en samen met de leerling (en ouders) te kijken welke leerdoelen je gaat opstellen. Waar sta je nu? Waar moet je aan werken? Waar heb je hulp bij nodig?”
Hoe maak je dit inzichtelijk? Is er een systeem waarmee je dit verwerkt?
“Toen we begonnen, hebben we Comprendo-BL* opgezet. We hebben onze eigen rubrics ontwikkeld en die in dit systeem gezet. Gaandeweg vroeg dat zoveel ontwikkeltijd van het team dat we zijn overgestapt naar Simulise. Dat is een completer systeem met een online portfolio. Een van de zaken die we nu doen, is het gestalte geven aan de competentie-ster. Op basis van de ingevulde rubrics kun je in een oogopslag de ontwikkeling van een leerling zien. Welke armen van de ster zijn meer of minder ontwikkeld? Oftewel, waar moet de leerling aan werken?”
Hoe verbind je de rubrics met het Masterclass-onderwijs?
“Het is goed om te zeggen dat niet iedere hb-leerling de Masterclass doet. Tijdens de intake merken we of een kind dit aankan of dat regulier onderwijs beter bij hem past. We vinden het belangrijk dat elke leerling op de goede plek zit. Waar we naar kijken is het advies van de basisschool (vwo) en of een leerling het compacten aankan en gemotiveerd is voor projectonderwijs. Wil je samenwerken? Kun je creatief bezig zijn? Ben je flexibel?
Aan elk project koppelen we vaardigheden. Het doel is dat we binnen drie jaar alle vaardigheden een of meerdere keren aan bod laten komen. Omdat we weten dat er altijd pioniers en volgers zijn letten we goed op de groepssamenstelling. De meeste projecten doe je samen met andere leerlingen. Bij het ene project mag je zelf je groepsgenoten kiezen, bij het andere stelt de mentor de groepen samen. We hebben ook individuele projecten die onder andere uitgaan van meervoudige intelligentie en de taxonomie van Bloom. Onze filosofie is dat je – waar mogelijk – differentieert binnen het onderwijs, om individuele talenten en vaardigheden de ruimte te geven. Maar ook om de autonomie van de leerling te stimuleren.”
Kun je zeggen dat de rubrics en vaardigheden de kern vormen van Masterclass?
“Zeker, met de relativering dat je dit gedachtegoed wel goed in de dagelijkse praktijk moet vormgeven. Met dit team lukt dat prima. Omdat we er onszelf al jarenlang samen in verdiepen, ga je de dezelfde taal spreken. We weten allemaal wat we willen bereiken. En we kijken anders naar de leerling: niet meer per se vanuit klassen-perspectief maar ook naar vaardigheidsniveaus.
Met de Masterclass hebben we onze vorm gevonden, het fundament staat. Uit evaluaties blijkt elke keer weer dat de leerlingen – en hun ouders – blij worden van dit soort onderwijs. Ze bemerken de invloed die ze zelf hebben op hun groei. De bewustwording van hun eigen sterke kanten en valkuilen, het contact met peers en ontwikkelingsgelijken, het samen ontwikkelen, de erkenning krijgen, de coaching van de mentoren: het is allemaal essentieel voor hun ontwikkeling.”
*geïnspireerd door Comprendo van het Corlaer College Nijkerk
Meer weten over het Bataafs Lyceum? Kijk op hun profiel.
Auteur: Martijn de Graaff
Onderzoek de school in #1: Anouke Bakx over hb en onderwijs op afstand
In binnen- en buitenland wordt veel onderzoek gedaan naar onderwijs aan hoogbegaafde kinderen en jongeren. Niet altijd bereikt dit onderzoek de scholen. Daarom vragen we elke nieuwsbrief een wetenschapper naar zijn of haar onderzoek (en die van anderen). In deze aflevering vertelt Anouke Bakx over het onderzoek hoe het afstandsonderwijs in de Corona-periode effect heeft op kinderen met specifieke onderwijsbehoeften, zoals dyslexie, kenmerken van het autistisch spectrum of hoogbegaafdheid.
Sinds 2018 is Anouke Bakx bijzonder hoogleraar Begaafdheid aan de Radboud Universiteit. Ze doet onderzoek naar (hoog)begaafdheid in het basisonderwijs en richt zich op professionalisering van leerkrachten. In de afgelopen maanden heeft ze vanuit de onderwijsonderzoekswerkplaats POINT samen met het Nederlands Jeugdinstituut het onderzoek naar afstandsonderwijs uitgevoerd.
Waarom zijn jullie dit onderzoek gestart?
“Via verschillende kanalen kregen we berichten van ouders, grootouders en verzorgers over het onderwijs op afstand van de afgelopen maanden. De meeste berichten waren positief: kinderen hadden meer rust, ze werkten sneller en sommigen hadden minder klachten. Normaal gesproken doen we niet op zo’n korte termijn dit soort onderzoek, maar dit ‘noodgedwongen experiment’ zou ons nieuwe inzichten kunnen brengen. We wilden weten of er bij kinderen met bijvoorbeeld kenmerken van autisme of hoogbegaafdheid echt een verandering te zien was, in de ogen van hun ouders.”
Hoe hebben jullie het onderzoek opgezet?
“In onze onderzoeksgroep hebben we verschillende onderzoekslijnen, zoals motivatie bij kinderen en prikkelgevoeligheid. Die lijnen hebben we samengebracht in dit onderzoek. We hebben gekeken naar de aspecten welbevinden, motivatie, autonomie, verbondenheid met klasgenoten/leraren en competentie. Daarbij hebben we een duidelijk onderscheid gemaakt tussen kinderen met en zonder specifieke onderwijsbehoeften. We waren benieuwd naar het verschil tussen die groepen. Het onderzoek hebben we uitgezet via social media.
Belangrijk om te zeggen is dat de vragenlijsten op ouders gericht zijn: wat zien die bij hun kind gebeuren? Veel ouders die reageerden waren hoogopgeleid, het onderzoek is dus niet helemaal representatief. We hebben nu de verwerking van de eerste datasets gedaan, die gaan over basisschoolleerlingen. Na de zomer komen de resultaten voor het voortgezet onderwijs.”
Wat zijn de resultaten voor basisschoolleerlingen?
“Het gaat dus om het verschil tussen de normale schoolsituatie voor de Corona-crisis en het onderwijs op afstand. Grofweg kun je zeggen dat er voor kinderen zonder specifieke onderwijsbehoeften in de normale situatie beter tegemoet gekomen wordt aan de behoefte aan autonomie, en tevens dat hun welbevinden en motivatie hoger zijn dan dat het geval is bij kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. In de Corona-situatie duiken die scores voor kinderen zonder specifieke onderwijsbehoeften naar beneden.
Het interessante is dat leerlingen met hoogbegaafdheid, autisme en ADHD op welbevinden in de thuissituatie iets beter scoren dan op school. Datzelfde geldt ook voor de tegemoetkoming aan de basisbehoeften voor autonomie en competentie. De score voor motivatie daalt iets, maar minder sterk dan bij kinderen zonder diagnose.
Bij alle groepen daalt de verbondenheid met klas en leraar enorm. Uit nationale en internationale literatuur blijkt steeds weer dat de verbondenheid met peers en leerkrachten erg belangrijk is. Juist dat stond onder druk.
Ouders van hb-kinderen ervaren iets minder stress bij onderwijs op afstand. Dat is natuurlijk subjectief, maar ze geven wel aan dat het mooi is dat hun kinderen op hun eigen tempo door de stof kunnen, dat ze minder worden afgeleid en dat zij, als ouders, onderwijs op maat kunnen bieden. Nogmaals, veel ouders die reageerden zijn hoogopgeleid, dus dat kan zeker meespelen in de begeleiding van het schoolwerk.“
Wat betekenen die resultaten, denkt u?
“Voor ons is dit onderzoek – en andere literatuur en bevindingen – de start van een gesprek over de toekomst van het onderwijs. Is het nodig om alle leerlingen vijf dagen lang een redelijk hetzelfde programma te bieden? Kun je het bijvoorbeeld zo regelen dat sommige kinderen, onder de juiste condities, ook deels thuiswerken? Kijk, we moeten niet op basis van de afgelopen maanden ineens denken dat dit de nieuwe norm wordt. We moeten wel goed kijken naar wat we hebben geleerd, wat iedereen heeft ervaren en op basis daarvan het gesprek voeren.
Dat hebben we al gedaan met twaalf leerkrachten uit het basisonderwijs. Ook daar merkten we dat het niet zo eenvoudig ligt, ook al waren ze enthousiast over het onderzoek. Er zijn zoveel variabelen waar je rekening mee moet houden: begeleiding van ouders, een rustige werkplek, goede ondersteuning vanuit school, et cetera. En verbondenheid blijft een erg belangrijk aspect.”
Hoe nu verder?
“In juli verschijnen onze bevindingen over basisschoolleerlingen, na de zomer die over vo-leerlingen. Ook zijn we benieuwd naar wat leerlingen zelf zeggen. Daarnaast weet ik dat het ministerie een peiling doet over de leerplichtwet. Dat zal ongetwijfeld ook voor interessante inzichten zorgen. Het allerbelangrijkste blijft: op basis van alle bevindingen het gesprek met elkaar aangaan.”
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Anouke Bakx, Elise Bronsveld, Sanne van der Ven, Lisette Hornstra, Isabelle Diepstraten, Paula Speetjens, Linda van den Bergh en Jaap Denissen.
Meer weten?
– Download hier het onderzoek over de basisschoolleerlingen (vanaf half juli 2020 beschikbaar)
– Download hier de inaugurele rede van Anouke Bakx, Begaafde leerling zoekt leerkracht.
– Ga naar consultatie Vrijstelling leerplicht bij richtingbezwaren
Opbrengsten NTCN-bijeenkomst over drop-outs & Begaafdheid
In deze artikelen deelt Desiree Houkema (NTCN) de opbrengsten van een bijeenkomst van de NTCN Klankbordgroep met vertegenwoordigers van landelijke organisaties (verenigingen, stichtingen, netwerken en gespecialiseerde opleidingen en instanties) op het gebied van begaafdheid. Hierin werden diverse thema’s geagendeerd en intensief met elkaar besproken:
1. Verrijkend onderwijs
2. Dubbel bijzondere leerlingen
3. Begaafde (potentiële) “drop-outs”
Ga naar het eerste artikel ((Potentiële) drop-outs & Begaafdheid) op LinkedIn
Ga naar het derde artikel (Van vastlopen tot perspectief op ontwikkeling) op LinkedIn
ED: Schoolbestuur start uitleen hb-leermiddelen
Schoolbestuur RBOB de Kempen start donderdag met een zogenoemde Labotheek. Daar kunnen leerkrachten materialen lenen voor hoogbegaafde kinderen.
Leerkrachten van de veertien basisscholen van RBOB de Kempen kunnen één keer per maand terecht op de Labotheek, die is gevestigd op basisscholen De Sleutelaar in Bladel en De Trumackers in Heeze. De Labotheek richt zich op de leerbehoeften van meer- en hoogbegaafde kinderen. Leerkrachten kunnen er casussen voorleggen voor advies en uitdagende leermaterialen lenen.
Bron: Eindhovens Dagblad
Artikel ‘HB-onderwijs in Coronatijd’
Op zondag 15 maart 2020 kondigt minister Slob aan dat scholen dicht moeten in verband met het Coronavirus. Niemand weet dan nog voor hoe lang. Zowel basisscholen als middelbare scholen staan voor de enorme opgave zo snel mogelijk onderwijs op afstand te creëren. Inmiddels gaan de basisscholen bijna weer helemaal open, het voortgezet onderwijs is deze week weer gestart met onderwijs op locatie. We vroegen twee BPscholen hoe de afgelopen periode is geweest en hoe zij de toekomst zien.
School op de Berg, Hanne Kiers (coördinator Plusklas)
“Meteen na het bericht van de minister was onze prioriteit om het reguliere onderwijs op orde te hebben. De week erna zijn we begonnen een eigen aanpak voor de Plusklas te ontwikkelen, ook omdat we van sommige ouders te horen kregen dat de normale stof niet toereikend was.
We hebben een bovenschoolse Plusklas, waar kinderen uit de hele regio naar toe komen. De uitdaging was om voor deze leerlingen een goede aanpak te ontwikkelen, waarbij ze zoveel mogelijk zelfstandig aan de slag konden. Mijn passie is om die dingen te bedenken, om leerlingen te helpen en te motiveren, maar ook om ze in een leerkuil terecht te laten komen. We hebben bestaande projecten zo herschreven dat het geschikt was voor onderwijs op afstand. In die weken kreeg ik heel veel mails van kinderen met trotse berichten wat ze hadden gedaan en hoe ze zich uit hun valkuilen hadden gered.
Voor heel veel hb-leerlingen was die periode – naast spannend – ook erg fijn: ze konden hun eigen tempo bepalen en hun eigen uitdagingen zoeken. Ze werden ook minder afgeleid. Het belangrijkste dat ze hebben gemist is het contact met hun peers, met elkaar praten over de dingen die je bezig houden. Ze beleven deze situatie intens.
Nog een positief punt, leerlingen leveren soms opdrachten als filmpjes in. En dan zie je een leerling die in de klas timide en stil is, ineens een hartstikke goede presentatie geven. Dat is erg mooi. En geeft ons als leerkracht weer handvatten om verder met zo’n leerling te gaan.
De school gaat steeds meer open, de Plusklas zal dit jaar niet meer normaal gaan draaien. Omdat de kinderen uit de hele regio komen, hebben we volgens het protocol besloten dat de Plusklas nog niet kan gaan starten voor kinderen van andere scholen.
We hebben mooie inzichten kunnen opdoen. Deze vorm van hb-onderwijs op afstand is bijvoorbeeld een prachtige aanvulling voor kinderen die niet naar ons toe kunnen komen. We willen kijken of we dat in de toekomst kunnen uitwerken. Ook denk ik dat het voor hb-leerlingen fijn is om af en toe thuis te mogen werken, maar wettelijk gezien is dat lastig. En we hebben lang tegen een online portfolio gehikt, dat was er nu binnen twee weken. Ineens gaan er allerlei mogelijkheden open.”
Theresia Lyceum, Tina Leyds
“Het was goed om niet meteen met ons TOM-onderwijs te starten, de leerlingen moesten wennen aan het online leren. We werken op school met MS Teams, dat gaat goed. Leerlingen hebben per vak een eigen team. Als school hadden we het voordeel dat elke leerling in de onderbouw een eigen laptop moest aanschaffen voor het begin van het nieuwe schooljaar.
We hebben een uitgebreide keuze aan digitale activiteiten online gezet. Leerlingen konden deze thuis doen. Ze melden zich daarvoor aan door zich aan te sluiten bij het MS Team voor de hb-leerlingen. De reacties waren over het algemeen positief, een aantal leerlingen vonden het interessant en uitdagend. Van andere hb-leerlingen kregen we het bericht dat ze genoeg hadden aan de reguliere online lessen. We hebben hen wel geprobeerd te stimuleren toch mee te doen. Van de 172 hb-leerlingen op onze school heeft meer dan de helft meegedaan aan een project vóór covid-19 (voor de projecten we maken gebruik van het TASC-model).
Naarmate de weken voorbij gingen kregen we van onze mentoren signalen dat sommige TOM-leerlingen behoefte hadden aan meer begeleiding. Daarvoor hebben we een apart Team opgezet, met een code. Daar konden leerlingen terecht met hun vragen en vooral ook hun ervaringen. De een heeft aanpak-tips nodig, de ander sociaal-emotionele ondersteuning.
De afgelopen weken hebben een aantal docenten, meer dan eerst, in de gaten gekregen dat de zelfsturende autonome leerling veel meer vrijheid nodig heeft. En aankan.
De komende weken nodigen we alle hb-leerlingen in kleine groepen online uit om ervaringen met elkaar uit te wisselen. En we zetten een enquête uit onder leerlingen, de uitslag zal worden meegenomen in de evaluatie voor het opstarten van komend schooljaar.”
Column #20 – Coronatijd: ramp of zegen voor begaafde leerling?
Dick van Hennik is onder andere voorzitter van de Vereniging BPS. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.
“Ja en nee”, antwoordde de begeleider van begaafde leerlingen van een gerenommeerd bureau. Waar de een verlost bleek van dodelijk saaie lessen, werd de ander een effectieve werkwijze ontnomen. Voor mijzelf betekende het overigens een uitbreiding van mijn repertoire. Voorheen was ik wat afkerig van online begeleiden, maar de nood heeft zeker tot een deugd geleid. Waar je voor de crisis per uur afsprak en naar elkaar toe reisde, kun je nu meerder keren per dag kort met elkaar afspreken en de leerlingen vrijwel op de voet volgen. Maar wat betekent het voor de leerlingen?
Pim, 13 jaar, 3 gymnasium liep averij op. Tot nu toe had hij het prima gered door tijdens de lessen effectief op te letten. Luisteren als hij dat nodig achtte, wegdromen als het kon. Thuis werken was dan niet nodig; opdrachten inleveren was van belang voor leraren en ouders, niet voor Pim. Hij maakte het goed met zijn proefwerken, die over het algemeen goede resultaten opleverden. Een sporadisch ongelukje daargelaten. Maar nu Pim thuis kwam te zitten, werd hij afhankelijk van de teksten in zijn boeken en de elo en diende hij een dosis discipline aan te dag te leggen die hij ten enenmale miste. “Krijg zo’n type maar een aan het werk”, zuchtte de begeleider.
Heel anders verging het Maartje, 7 jaar, groep 4. De lessen waren saai, vooral rekenen en taal. Ze moest dingen leren op de manier van de juf, maar die verplichte sprongetjes bij rekenen maakten de zaak behoorlijk omslachtig. Er zijn immers gemakkelijker methoden. Maar als je pas 7 bent, ga je niet zo gemakkelijk tegen de instructies van die vriendelijke juf in. Thuis is dat anders. Tegen je moeder mag je natuurlijk wel mopperen dat het allemaal zo saai en omslachtig is. Maartje ontdekte dat mopperen loont: haar argumenten sloegen aan bij haar moeder. Nu werd rekenen een fluitje van een cent en toen ze al het andere werk ook ‘even deed’, strekte een zee van vrije tijd zich oneindig voor haar uit. Toen haar ouders beloofden dat ze met de juf zouden gaan praten, werd de coronatijd uiterst ontspannen.
Dan hebben we nog Noor, 14 jaar, 3 atheneum. Noor zit al maanden thuis en is bezig aan een terugkeer op school. De vraag was of ze alle leerstof zou moeten inhalen die haar klasgenoten in de loop van het jaar hadden doorgewerkt. Fysiek naar school gaan was door allerlei omstandigheden niet mogelijk, maar het zou jammer zijn als Noor de derde klas over zou moeten doen. Ook hier bleek de coronatijd een kans. De docenten moesten ook aan het improviseren en zoals het op vele scholen gaat, moeten er ook op haar school aanpassingen op het bevorderingsbeleid plaatsvinden. Men besloot daar de ijzeren formule van leren en toetsen te versoepelen tot het opleveren van werk. Werden deadlines niet gehaald, dan was een afsluitende toets het alternatief. En zo kan ook Noor zich kwalificeren voor de overgang naar het volgende schooljaar.
Pim moet nog aan de bak. Hem wachten in juni voor alle vakken afsluitende proefwerken. Alle kans dat hij die glansrijk gaat halen.
Onderzoek zelfregulering bij afstands- en contactonderwijs in het po
Voor leerlingen is het belangrijk een eigen pad uit te stippelen. Een goede zelfregulering helpt daarbij. In de afgelopen periode is daar in het onderwijs op een andere manier aan gewerkt. Daarom doet Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling van SLO onderzoek naar zelfregulering bij afstandsonderwijs en contactonderwijs in het basisonderwijs.
Dit onderzoek vindt plaats in samenwerking met de Radboud Universiteit van Nijmegen onder begeleiding van Dr. Helena (Heleen) Pennings en het Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling van SLO onder begeleiding van Nora Steenbergen-Penterman.
Webinar ‘Hb-leerlingen in tijden van Corona’
Webinar gegeven door prof. dr. Tessa Kieboom en prof. dr. ir. Kathleen Venderickx waarin ze tips en tricks aanreiken voor veel gestelde opvoedingsvragen bij hoogbegaafde kinderen. Vandaag behandelen ze de vele vragen en zorgen als ook het gebruik van schermtijd.
Focus op Radio1 – Hoogbegaafdheid: vloek of zegen?
Hoogbegaafd zijn, het kan voor- en nadelen hebben: je leert veel sneller, maar je kunt ook het buitenbeentje zijn op school. In Radio Focus vertellen Sima de Bruyn-Daoud, Anouar Yujil en Karim Amghar over hun ervaringen.
7 maart start de Week van de Hoogbegaafdheid
Het verspreiden van kennis over hoogbegaafdheid is het doel van de ‘Week van de Hoogbegaafdheid’. Dit jaar vindt de week voor de vijfde keer plaats, van 7 tot en met 15 maart 2020. De organisatie streeft ernaar dat er op zoveel mogelijk plaatsen in Nederland en Vlaanderen in deze week activiteiten plaatsvinden met hoogbegaafdheid als centraal thema.