Actueel

  • 24 september 2024

    Onderzoek signalering hb: “de verschillen kunnen enorm zijn”

    Lees meer…

  • 11 september 2024

    We zoeken een secretaris bij de Collegiale Visitatiecommissie

    Lees meer…

  • 11 september 2024

    We zoeken een bestuurslid Vereniging Begaafdheidsprofielscholen PO/VO

    Lees meer…

  • 4 september 2024

    Column #14 Marko Otten: Een nieuw schooljaar

    Lees meer…

  • 10 juli 2024

    Publicatie dubbel bijzondere leerlingen

    Lees meer…


  • Alle nieuwsberichten

Praedinus Gymnasium

“BETA -TOPKLAS”

Contactgegevens
Adres: Turfsingel 82, 9711 VX Groningen / Website

Over de school
Het Praedinius is een categoraal zelfstandig gymnasium. Naast de verplichte vakken, waaronder vanzelfsprekend de klassieke talen, is er veel aandacht voor cultuur, bèta-onderwijs  en buitenlesactiviteiten. Als enig categoraal gymnasium in Nederland is er binnen het gymnasium ook een technasium. Momenteel zitten er op de school circa 900 leerlingen en het onderwijs wordt verzorgd door ruim 80 docenten. Het onderwijsondersteunend personeel bestaat uit 14 medewerkers. Het Praedinius Gymnasium is een school met een sterke regiofunctie: circa 50 procent van de leerlingen komt niet uit de gemeente Groningen maar uit de Ommelanden en de provincie Drenthe.

Onderwijsvisie
– We richten ons op de ontwikkeling van kritische, onafhankelijk denkende en creatieve burgers met een wetenschappelijke oriëntatie.
– We zetten in op ontwikkeling van de docent.
– We stimuleren en steunen de leerlingen en we leren ze om in het diepe springen zodat ze verantwoordelijkheid kunnen en willen nemen.
– We bieden basisondersteuning voor elke leerling en leveren maatwerk voor de leerling die meer kan.

We wijzen leerlingen de weg naar kritisch en onafhankelijk denken en begeleiden hen op hun weg naar verantwoordelijkheid. Elke leerling die het reguliere VWO programma aankan is welkom maar we willen er juist ook zijn voor de leerling die meer kan. Dat kan op verschillende manieren vorm worden gegeven, zoals verdieping, extra uitdaging, ruimte geven en hulp geven aan deze leerling bij motivatieproblemen. Het willen leren is een verantwoordelijkheid voor zowel leraar als leerling: de leraar moet in staat zijn de leerlingen op deze weg mee te nemen en de leerling moet de intentie hebben dat hij wil leren.

Klas 1 en 2: Leren leren
In de onderbouw is er aandacht voor ‘leren leren’; er is een programma voor de mentorlessen in de onderbouw en er vindt transfer plaats van de studievaardigheden naar de vaklessen. Het mentoraat moet goed op de kaart staan en dat betekent dat er een duidelijke taakomschrijving van het mentoraat is en scholing voor de mentoren.

Klas 3 en 4: Leren keuzes maken
In de middenbouw staat het leren keuzes maken centraal. Het keuzeproces is in stappen opgebouwd waarbij de leerling wordt geleerd om verantwoordelijkheid te nemen in het keuzeproces. De leerling moet op grond van goede informatie vanuit decanaat, mentoraat, coördinaat en vaklessen komen tot een bewuste keuze van vakken en profielen.

Klas 5 en 6: In breedte ontplooien
In klas 5 en 6 hebben de leerlingen de gelegenheid zich in de breedte te ontplooien. Naast het reguliere programma, dat voorbereidt op het eindexamen, bieden de lessen verdieping, vakoverstijgende verbanden en oriëntatie op wetenschappelijke debatten. Daarnaast wordt gestimuleerd dat leerlingen in de bovenbouw een extra vak volgen, deelnemen aan olympiades en andere wedstrijden en uiteenlopende culturele voorstellingen bezoeken. In klas 4 kunnen leerlingen die daartoe worden toegelaten starten met het Honours Program; binnen dat kader werken excellente leerlingen aan een individueel project waarin ze een examen afleggen dat onder auspiciën van het SHZG wordt afgenomen door de deelnemende zelfstandige gymnasia.

Good practice Praedinus Gymnasium: Bèta -Topklas, verbreding
De bèta leerlingen van het Praedinius Gymnasium behoren tot de besten van Nederland. De examenresultaten zijn bovengemiddeld en regelmatig winnen leerlingen van deze school prijzen bij Oympiades voor de exacte vakken. Uit ervaring blijkt dat er jaarlijks ongeveer twintig leerlingen zijn die echt uitblinken in de bètavakken. Zij begrijpen nieuwe en complexe leerstof veel sneller dan de gemiddelde leerling en hebben een goed overzicht bij het analyseren van problemen. Vaak vinden zij een les pas echt interessant als het voor anderen te moeilijk wordt. Omdat het Praedinius Gymnasium deze getalenteerde en gemotiveerde leerlingen onderwijs wil bieden dat bij hen past – uitdagend, afwisselend en op hoog niveau – is in het schooljaar 2011/2012 in klas 5 gestart met een Bèta-Topklas. Er wordt dieper op de stof ingegaan en er zijn veel contacten met de universitaire wereld.

Verbreding
Praediniusleerlingen zijn bovengemiddeld intelligent. Ons leerprogramma is daar dan ook op ingericht. Toch zijn er leerlingen die nog méér uitdaging willen en aankunnen dan de reguliere lessen hun te bieden hebben. Voor deze leerlingen hebben we in de onderbouw een verbredingsprogramma Voorbeelden van verbredingsprojecten uit de afgelopen jaren: striptekenen
een kruisboog bouwen, Japans leren, een reisgids maken, een muziekinstrument  leren bespelen etc.
De leerlingen zijn niet helemaal vrij in de keuze en uitvoering van hun verbredingsproject.
De leerlingen worden door verbredingsdocent begeleid, leggen verantwoording af middels een logboek en voeren geregeld gesprekken met de verbredingsdocent. Een paar keer per jaar wordt het verbrederscafé georganiseerd waar leerlingen andere verbreders ontmoeten.

Kritische succesfactoren / adviezen / aandachtspunten
– Houd als school rekening met de enorme verschillen tussen leerlingen. Individuele keuzemogelijkheden (zoals de masterclasses van de universiteit voor de bovenbouw) zijn in dit kader ideaal.
– Onderpresteerders scoren soms hoog op een CBO-test, maar laag op de CITO-test. Voor deze leerlingen geldt: zorg dat ze een passie krijgen voor bepaalde onderwerpen of vakken en zorg er ook voor dat docenten hier gevoeligheid voor krijgen.
– Probeer buiten de gebaande wegen te treden; elke leerling is anders.
– Creëer zoveel mogelijk gelijkwaardigheid tussen leerling en docent.
– Bied hoogbegaafde leerlingen hetzelfde project aan, zodat door de uitwerking de verschillen tussen die leerlingen zichtbaar worden.
– Probeer ouders erbij te betrekken of organiseer ouderavonden in het kader van (hoog)begaafdheid.
– Zorg voor een aantal opgeleide docenten in hoogbegaafdheidsproblematiek.
– Schakel samenwerkingsverbanden in bij financiering van OPP’s of projecten.

Terug naar het overzicht van scholen

© Begaafdheidsprofielscholen 2011 | Privacy Statement