“Welke leerling in aanmerking komt? Daar hebben we geen criteria meer voor”. HB op de Prins Florisschool
De Prins Florisschool uit Zoetermeer werd in 2014 lid van de Vereniging Begaafdheidsprofielscholen, maar is al veel langer bezig met hoogbegaafdheid. De school heeft ongeveer 450 leerlingen en valt onder Stichting Unicoz. Joyce van der Ham is de directeur, Tamara Catsburg is voor het samenwerkingsverband begeleider passend onderwijs hoogbegaafdheid en bovenschoolse HB-coordinator bij Unicoz.
Joyce van der Ham: “Ik ben twee jaar directeur op deze school. Daarvoor werkte ik als leraar en ib’er op een andere BPschool, IKC Floriant. Ik heb er altijd al lol in gehad om mensen dingen te leren, onder andere als actief lid van de scouting. Dat ik het onderwijs in ben gegaan was voor de mensen om mij heen dus geen verrassing. Bij IKC Floriant was ik veel bezig met meer- en hoogbegaafde kinderen, het is steeds weer puzzelen om het juiste aan zo’n leerlingen te bieden. Het gaat om doorvragen, de leerling leren kennen en samen met je collega’s een mooi pakket samen te stellen.
Dat is ook de werkwijze op de Prins Florisschool. Ons uitgangspunt is dat elk kind zijn of haar potentieel kan ontwikkelen. Daarom laten we ons onderwijs aansluiten bij de onderwijsbehoefte van de leerling.”
Tamara Catsburg: “Tijdens mijn hbo-studie Pedagogiek heb ik gewerkt als nazorgconsulent op een praktijkschool. Dat heeft me het inzicht gebracht dat ik voor de klas wilde staan, daarom ben ik de pabo (verkorte deeltijd) gaan doen. Aan het einde van het eerste jaar ben ik gaan werken op de Prins Florisschool. Dat is nu 15 jaar geleden. Toen er op school gewerkt ging worden met expertisegroepen heb ik mij aangemeld voor de expertisegroep meer- en hoogbegaafdheid.
Het onderwerp heeft me altijd getriggerd: waarom hebben sommige kinderen heel veel capaciteiten, maar komt het er niet uit? Ik ben mij gaan scholen op dit gebied door de opleiding Talentbegeleider bij Novilo te doen, en vervolgens de gevorderde-variant. In de tussentijd heb ik samen met de directie en mijn collega-hb-coördinator een plusvoorziening voor de groepen 1 t/m 4 opgericht. Nu ben ik bovenschools hb-coördinator en zorg ik voor de verbinding tussen drie BPS-Unicoz-basisscholen.”
Niet de makkelijkste weg kiezen
Van der Ham: “Aansluiten op de behoeftes van de individuele leerling, dat is niet de makkelijkste weg. Daarom is het zo mooi dat al onze medewerkers die uitdaging willen en kunnen aangaan. Ook als een leerling het even moeilijk heeft. Wat kun je dan doen om te helpen?
Wat we hb-leerlingen bieden heeft de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Kort gezegd, hebben we alles wat we voorheen buiten de klas deden, de klas in gehaald. Daardoor ligt het basisniveau een stuk hoger dan bij andere scholen.”
Catsburg: “Het is inderdaad een hele ontwikkeling. Jaren geleden kochten we Levelwerk in, dat werd dan in groepjes buiten de klas georganiseerd. Dat vond we toen al heel wat. We hadden ook hele strakke criteria om in aanmerking te komen voor verrijking, zoals een bepaald niveau op je Cito-toets.
Welke kinderen komen nu in aanmerking voor een interventie? Daar hebben we geen criteria meer voor, dat hebben we losgelaten. Uiteraard kijken we naar cijfers, maar het gaat ook om het aanvoelen van de leerling, de zijns-kenmerken van een kind en goed observeren.”
Wat heeft een kind nodig?
Van der Ham: “De centrale vraag is steeds wat een kind nodig heeft. Het maakt dat niet uit hoe intelligent je bent, we kijken naar de onderwijsbehoeften. En daarin proberen we te differentiëren. De afgelopen jaren hebben we veel werk gemaakt van het kunnen signaleren van deze groep. Daar begint het.”
Catsburg: “We hebben een mooie zorgstructuur. Als je bepaalde kenmerken of gedrag bij een leerling ontdekt dan ga je eerst sparren met je duo-collega. Vervolgens kun je je vragen en bevindingen bij onze school-expertisegroep Talent neerleggen. Daarin zitten alle ib’ers van de scholen, die zijn overigens allemaal ook talenbegeleider.
Daarnaast kun je gebruik maken van verschillende instrumenten, zoals SIDI en ZOOV+. Alles bij elkaar zorgen we dat een leerling opgemerkt wordt, ook als een leraar het niet meteen in de gaten heeft.”
Weten dat je iets te leren hebt
Van der Ham: “Het aanbod begint in groep 1, zoals mindset, psycho-educatie, executieve functies, doorzetkracht. Uiteraard op het niveau dat bij de leerling past. Het is prachtig om te zien wat er bij de leerlingen gebeurt, ook de hele jonge. Dat ze leren hoe het allemaal werkt en waar ze aandacht aan moeten besteden. En wat ik ook heel erg mooi vind is hoe de leerlingen dat extra werk ervaren. Niet omdat ze speciaal of superintelligent zijn, maar omdat ze weten dat ze iets te leren hebben. Dat wordt als volstrekt normaal gezien.”
Catsburg: “Deze manier van werken houdt in dat je ook buiten de kaders durft te denken. Door onze manier van signaleren weten we wat een kind nodig heeft. Als het nodig is moet je ook het lef hebben om te kijken naar onorthodoxe oplossingen.
Een voorbeeld, we hadden in leerling in groep 4. We hadden zelf het idee dat hij meer kon. De ouders gaven dat ook aan, alleen de resultaten en werkhouding waren er niet naar. Met rekenen liep hij wel vooruit, op het niveau van groep 6, de andere vakken niet. We hebben hem toen een test afgenomen en hij bleek heel erg intelligent te zijn.
Aan de ouders heb ik verschillende opties voorgelegd. Hij kan bijvoorbeeld in 4 blijven en rekenen op niveau groep 6. Of versnellen naar groep 5 en daar wel rekenen groep 6. De derde optie durfde ik eigenlijk niet eens voor te stellen, namelijk helemaal over naar groep 6. Zoiets hadden we nog nooit gedaan. De leerling heeft toen een dag stage in groep 5 gelopen en een dag in groep 6. Uiteindelijk heeft hij bewust gekozen om naar groep 6 te gaan, zijn ouders hadden het volste vertrouwen in het feit dat hij deze keuze kon maken. Uiteraard hebben we met hen alle scenario’s onderzocht en besproken. Ik heb hem wel uitgelegd dat hij dan flink aan de bak zou moeten. Dat heeft uiteindelijk voor hem heel erg goed uitgepakt.”
Als team samen ontwikkelen
Van der Ham: “We streven er naar dat elk schooljaar twee collega’s een opleiding doet, inmiddels heeft 70% hb-scholing gehad. Daarnaast hebben we studiedagen waar hb centraal staat. Belangrijk is dat we het zien als teamscholing, niet als ‘iets voor het team’. Het gaat erom dat je je samen ontwikkelt.
Catsburg: “Hoogbegaafdheid zit in ons dna. We zorgen er ook voor dat nieuwe collega’s zo snel mogelijk daarin kunnen groeien. Zoals Joyce zegt, we doen het met z’n allen, dat is de kracht van onze school.”