Publicatie dubbel bijzondere leerlingen
Het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid heeft een nieuwe publicatie uit, met als centrale thema ‘Dubbel bijzondere leerlingen’.
Dubbel bijzondere leerlingen zijn de afgelopen tien jaar in toenemende mate in de belangstelling komen te staan. Het zijn kinderen wier gedrag niet altijd eenvoudig te verstaan is. Dat we het gedrag van deze leerlingen soms moeilijk kunnen verstaan komt niet doordat deze leerlingen moeilijk zijn. Onze moeite om hen goed te verstaan heeft als oorzaak dat we zelf vaak nog zoekend zijn naar informatie over de achtergronden van dit gedrag en de kansen om passende interventies te ontwikkelen. Onze eigen handelingsverlegenheid zegt dus minstens even veel over de uitdaging om voor deze leerlingen tot passend onderwijs te komen als de kenmerken van de leerling voor wie we dat passende onderwijs willen vormgeven.
De auteurs van de brochuretekst (Marielle Wittelings, Mare van Hooijdonk, Marjolijn van Weerdenburg, Anouke Bakx en Lianne Hoogeveen) maken duidelijk dat deze dubbel bijzondere leerlingen niet altijd eenvoudig te herkennen zijn en drukken de lezer daarom op het hart voorzichtig te zijn met een (te snel) oordeel of label. Evelien Okkinga geeft tips over hoogbegaafde leerlingen met ADHD, ASS, dyslexie en dyscalculie. We sluiten de brochure af met twee interviews. Specialist Charlotte Boon vertelt over hoe lastig het is om dubbel bijzonder leerlingen te herkennen en specialist Karin Bikker over goed kijken en denken in oplossingen.
Deze multimediale brochure bevat weer vele interessante video’s. Martin van Rooij interviewde Margriet Smit (gespecialiseerd in psychodiagnostiek), Marijke van der Pal (moeder van twee hoogbegaafde dochters), Patricia Versnel (begeleider onderwijs bij een samenwerkingsverband), Ron Gram (school- en leerlingbegeleider) en Tamara Catsburg (HB-coördinator en begeleider) over verschillende invalshoeken van het thema dubbel bijzondere leerlingen. De deepdives zijn deze keer gemaakt door Annemieke Weterings-Helmons. Ze gaat in op twee thema’s: het ontwikkelen van maatwerkinterventies en het risico van misdiagnoses als er in een eerder stadium van interventies misdidactiek heeft plaatsgevonden.
“We willen dat de leerlingen op alle vlakken tot ontwikkeling komen” Hb-onderwijs op het Keizer Karel College
Het Keizer Karel College is een scholengemeenschap voor havo, atheneum, gymnasium en technasium. De school heeft ruim 1.900 leerlingen, van wie er ongeveer 10% hoogbegaafd zijn. De school vindt het belangrijk dat hoogbegaafde leerlingen elkaar en de school leren kennen en dat ze zich vertrouwd en begrepen voelen. Nan Botting is rector van het KKC, Lindy Jansen is coördinator hoogbegaafdheid.
Nan Botting: “Onze school is een gemeenschap, een maatschappij in het klein, waar leerlingen kunnen experimenteren met de rollen die zij in de maatschappij gaan vervullen. Daarom zijn we naast Begaafdheidsprofielschool ook UNESCO-school. We besteden in het bijzonder aandacht aan de vier thema’s van de Verenigde Naties: Vrede & Mensenrechten, Duurzaamheid, Intercultureel leren en Wereldburgerschap. Ruimte creëren voor de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen is een belangrijke opgave van de school als geheel. Daarom bieden we leerlingen veel keuzemogelijkheden.”
Lindy Jansen: “Dat is de kern van ons onderwijs. We willen niet alleen dat de leerlingen hun diploma halen, maar dat ze op allerlei vlakken tot ontwikkeling komen. Uitdagen en motiveren.”
Gaaf-voor-de-start-weken
Jansen: “Ook hb-leerlingen moeten tot ontwikkeling komen. Belangrijk bij deze groep is te zorgen dat ze zich gezien en begrepen voelen. Daarna komt het leren pas. Daar beginnen we al voor klas 1 mee, met het project ‘Gaaf voor de Start’. Voor de zomervakantie komen deze leerlingen al acht weken lang een middag in de week bij ons op school. Op die manier leren we hen goed kennen, raken ze vertrouwd met de school en sluiten ze hopelijk nieuwe vriendschappen.
Hiermee hopen we de spanning van de overgang naar het voortgezet onderwijs kleiner te maken. Op de ‘Gaaf-voor-de-start’-dagen gaan de leerlingen van lokaal naar lokaal zodat ze de vakken en docenten leren kennen; daarbij oefenen en bespreken we vaardigheden die je nodig hebt als je naar de middelbare school gaat, vaak ook in relatie tot hoogbegaafd zijn. En ze krijgen ruimte om vragen te stellen over wat ze in het eerste jaar kunnen verwachten.”
Botting: “Deze aanpak is ontstaan uit een vraag van het samenwerkingsverband. Welke ondersteuningsbehoefte hebben leerlingen met hb-kenmerken? Samen met het Alkwin Kollege hebben we een plan opgesteld en subsidie van het samenwerkingsverband gekregen. In 2022 zijn we op het KKC gestart, inmiddels is ‘Gaaf voor de Start’ op 7 scholen in de omgeving.
Jansen: “Daarbij brengen we ook de ondersteunings- en onderwijsbehoeften van de hoogbegaafde leerlingen in kaart door middel van observaties en gesprekken met leerling, ouders en leerkracht. Voor de mentor schrijven we een overdracht. Deze informatie zorgt ervoor dat deze leerlingen – ook de dubbelbijzondere – een goede start kunnen maken op onze school. Overigens stellen we geen intelligentieonderzoek verplicht, aanwezige kenmerken en sterke vermoedens van leerkracht en ouders zijn voor ons voldoende.”
Vertrouwen en welbevinden
Botting: “Ook als de leerlingen in de brugklas zitten, komt de groep regelmatig bij elkaar. Ze zitten namelijk wel verspreid in reguliere klassen. Er blijft onderling contact tussen de leerlingen; de begeleider houdt zicht op het welbevinden en de ontwikkeling van de leerlingen.”
Jansen: “Een ander voordeel van de intensieve kennismaking is dat ze mij – of andere leden van het hb-team – weten te vinden. De stap om iets te bespreken of om hulp te vragen is minder groot. Vanuit het programma spreek ik al voor de zomervakantie met ouders, om belangrijke informatie te kunnen delen en preventief te kunnen handelen als dat nodig is. Na de zomervakantie blijft er regelmatig contact met de mentoren en kan ik snel betrokken worden bij de begeleiding van de leerling of een oudergesprek.”
Motivatie
Jansen: ‘Ook na de zomer hebben de hb-leerlingen de ‘Gaaf-voor-de-start’-lessen, dat zijn er ongeveer twintig gedurende het jaar. Dat kan een leuke, uitdagende les zijn, maar ook gericht op psycho-educatie of studievaardigheden. Daarnaast is het peercontact belangrijk en het op een laagdrempelige manier contact houden met de leerling door het hb-team.
Botting: “Mocht het dan toch minder gaan, hebben we de TOP-training. De leerlingen die aan deze training meedoen zien de tegenvallende resultaten zelf ook als een probleem en zijn bereid om daaraan te werken. Vaak zijn het leerlingen met kenmerken van hoogbegaafdheid. Tijdens de training stellen leerlingen samen doelen op verschillende gebieden en stimuleren elkaar om deze te halen.
Steeds is motivatie een belangrijk thema. In de onderbouw zetten we vooral in op ruimte geven om talenten en passies te ontdekken, maar ook wat je aandachtspunten zijn. In de bovenbouw kunnen leerlingen breed kiezen. Wanneer een hoogbegaafde leerling voor een bepaald vak uitstekend presteert of juist slechter gaat presteren door motivatieverlies, kan de hb-begeleider de leerling een witte kaart geven. Daarmee mag een leerling wekelijks één of meerdere lessen per vak niet volgen en deze tijd inzetten voor eigen ontwikkeling. Dit kan verdiepende lesstof zijn, werken aan een eigen project of maken van huiswerk/leren.”
Jansen: “We zien steeds meer jonge hb-kinderen, die soms pas tien jaar zijn, bij ons in de eerste klas. Cognitief lopen ze voor, maar op andere gebieden vaak niet. Deze kinderen hebben een enorme behoefte om zich veilig te voelen, en de vaardigheden te hebben om zich staande te houden in de klas.”
We doen het samen
Jansen: “Belangrijk is dat we het samen doen, als school. We hebben een team van vier hb-begeleiders. Samen met de afdelingsleider ondersteuning houden we in de gaten dat hoogbegaafdheid op de ontwikkelagenda blijft staan. We hebben veel contact met het ondersteuningsteam en mentoren. We bespreken heel veel situaties en leerlingen en proberen samen een mooie oplossing te zoeken.”
Botting: “Ook betrekken we docenten en mentoren, met gerichte informatie en workshops om hun deskundigheid te vergroten. En zoals Lindy al zei, de hb-begeleiders zitten vaak bij vergaderingen en gesprekken. Bij studiemiddagen komt het thema hoogbegaafdheid regelmatig aan bod.
Voor ons gevoel zijn we nog maar net begonnen, we zijn nu een aantal jaar bezig. In de onderbouw hebben we de grootste stappen gezet, we werken nu aan een doorlopende leerlijn voor de hele schoolloopbaan van onze hoogbegaafde leerlingen.”
“Welke leerling in aanmerking komt? Daar hebben we geen criteria meer voor”. HB op de Prins Florisschool
De Prins Florisschool uit Zoetermeer werd in 2014 lid van de Vereniging Begaafdheidsprofielscholen, maar is al veel langer bezig met hoogbegaafdheid. De school heeft ongeveer 450 leerlingen en valt onder Stichting Unicoz. Joyce van der Ham is de directeur, Tamara Catsburg is voor het samenwerkingsverband begeleider passend onderwijs hoogbegaafdheid en bovenschoolse HB-coordinator bij Unicoz.
Joyce van der Ham: “Ik ben twee jaar directeur op deze school. Daarvoor werkte ik als leraar en ib’er op een andere BPschool, IKC Floriant. Ik heb er altijd al lol in gehad om mensen dingen te leren, onder andere als actief lid van de scouting. Dat ik het onderwijs in ben gegaan was voor de mensen om mij heen dus geen verrassing. Bij IKC Floriant was ik veel bezig met meer- en hoogbegaafde kinderen, het is steeds weer puzzelen om het juiste aan zo’n leerlingen te bieden. Het gaat om doorvragen, de leerling leren kennen en samen met je collega’s een mooi pakket samen te stellen.
Dat is ook de werkwijze op de Prins Florisschool. Ons uitgangspunt is dat elk kind zijn of haar potentieel kan ontwikkelen. Daarom laten we ons onderwijs aansluiten bij de onderwijsbehoefte van de leerling.”
Tamara Catsburg: “Tijdens mijn hbo-studie Pedagogiek heb ik gewerkt als nazorgconsulent op een praktijkschool. Dat heeft me het inzicht gebracht dat ik voor de klas wilde staan, daarom ben ik de pabo (verkorte deeltijd) gaan doen. Aan het einde van het eerste jaar ben ik gaan werken op de Prins Florisschool. Dat is nu 15 jaar geleden. Toen er op school gewerkt ging worden met expertisegroepen heb ik mij aangemeld voor de expertisegroep meer- en hoogbegaafdheid.
Het onderwerp heeft me altijd getriggerd: waarom hebben sommige kinderen heel veel capaciteiten, maar komt het er niet uit? Ik ben mij gaan scholen op dit gebied door de opleiding Talentbegeleider bij Novilo te doen, en vervolgens de gevorderde-variant. In de tussentijd heb ik samen met de directie en mijn collega-hb-coördinator een plusvoorziening voor de groepen 1 t/m 4 opgericht. Nu ben ik bovenschools hb-coördinator en zorg ik voor de verbinding tussen drie BPS-Unicoz-basisscholen.”
Niet de makkelijkste weg kiezen
Van der Ham: “Aansluiten op de behoeftes van de individuele leerling, dat is niet de makkelijkste weg. Daarom is het zo mooi dat al onze medewerkers die uitdaging willen en kunnen aangaan. Ook als een leerling het even moeilijk heeft. Wat kun je dan doen om te helpen?
Wat we hb-leerlingen bieden heeft de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Kort gezegd, hebben we alles wat we voorheen buiten de klas deden, de klas in gehaald. Daardoor ligt het basisniveau een stuk hoger dan bij andere scholen.”
Catsburg: “Het is inderdaad een hele ontwikkeling. Jaren geleden kochten we Levelwerk in, dat werd dan in groepjes buiten de klas georganiseerd. Dat vond we toen al heel wat. We hadden ook hele strakke criteria om in aanmerking te komen voor verrijking, zoals een bepaald niveau op je Cito-toets.
Welke kinderen komen nu in aanmerking voor een interventie? Daar hebben we geen criteria meer voor, dat hebben we losgelaten. Uiteraard kijken we naar cijfers, maar het gaat ook om het aanvoelen van de leerling, de zijns-kenmerken van een kind en goed observeren.”
Wat heeft een kind nodig?
Van der Ham: “De centrale vraag is steeds wat een kind nodig heeft. Het maakt dat niet uit hoe intelligent je bent, we kijken naar de onderwijsbehoeften. En daarin proberen we te differentiëren. De afgelopen jaren hebben we veel werk gemaakt van het kunnen signaleren van deze groep. Daar begint het.”
Catsburg: “We hebben een mooie zorgstructuur. Als je bepaalde kenmerken of gedrag bij een leerling ontdekt dan ga je eerst sparren met je duo-collega. Vervolgens kun je je vragen en bevindingen bij onze school-expertisegroep Talent neerleggen. Daarin zitten alle ib’ers van de scholen, die zijn overigens allemaal ook talenbegeleider.
Daarnaast kun je gebruik maken van verschillende instrumenten, zoals SIDI en ZOOV+. Alles bij elkaar zorgen we dat een leerling opgemerkt wordt, ook als een leraar het niet meteen in de gaten heeft.”
Weten dat je iets te leren hebt
Van der Ham: “Het aanbod begint in groep 1, zoals mindset, psycho-educatie, executieve functies, doorzetkracht. Uiteraard op het niveau dat bij de leerling past. Het is prachtig om te zien wat er bij de leerlingen gebeurt, ook de hele jonge. Dat ze leren hoe het allemaal werkt en waar ze aandacht aan moeten besteden. En wat ik ook heel erg mooi vind is hoe de leerlingen dat extra werk ervaren. Niet omdat ze speciaal of superintelligent zijn, maar omdat ze weten dat ze iets te leren hebben. Dat wordt als volstrekt normaal gezien.”
Catsburg: “Deze manier van werken houdt in dat je ook buiten de kaders durft te denken. Door onze manier van signaleren weten we wat een kind nodig heeft. Als het nodig is moet je ook het lef hebben om te kijken naar onorthodoxe oplossingen.
Een voorbeeld, we hadden in leerling in groep 4. We hadden zelf het idee dat hij meer kon. De ouders gaven dat ook aan, alleen de resultaten en werkhouding waren er niet naar. Met rekenen liep hij wel vooruit, op het niveau van groep 6, de andere vakken niet. We hebben hem toen een test afgenomen en hij bleek heel erg intelligent te zijn.
Aan de ouders heb ik verschillende opties voorgelegd. Hij kan bijvoorbeeld in 4 blijven en rekenen op niveau groep 6. Of versnellen naar groep 5 en daar wel rekenen groep 6. De derde optie durfde ik eigenlijk niet eens voor te stellen, namelijk helemaal over naar groep 6. Zoiets hadden we nog nooit gedaan. De leerling heeft toen een dag stage in groep 5 gelopen en een dag in groep 6. Uiteindelijk heeft hij bewust gekozen om naar groep 6 te gaan, zijn ouders hadden het volste vertrouwen in het feit dat hij deze keuze kon maken. Uiteraard hebben we met hen alle scenario’s onderzocht en besproken. Ik heb hem wel uitgelegd dat hij dan flink aan de bak zou moeten. Dat heeft uiteindelijk voor hem heel erg goed uitgepakt.”
Als team samen ontwikkelen
Van der Ham: “We streven er naar dat elk schooljaar twee collega’s een opleiding doet, inmiddels heeft 70% hb-scholing gehad. Daarnaast hebben we studiedagen waar hb centraal staat. Belangrijk is dat we het zien als teamscholing, niet als ‘iets voor het team’. Het gaat erom dat je je samen ontwikkelt.
Catsburg: “Hoogbegaafdheid zit in ons dna. We zorgen er ook voor dat nieuwe collega’s zo snel mogelijk daarin kunnen groeien. Zoals Joyce zegt, we doen het met z’n allen, dat is de kracht van onze school.”
Publicatie De sociale en emotionele ontwikkeling van hb-leerlingen
Het centrale thema van deze multimediale brochure van het Kenniscentrum Hoogbegafdheid is ‘De sociale en emotionele ontwikkeling van hoogbegaafde leerlingen’.
Het is een vooroordeel dat (hoog)begaafde kinderen sociaal en emotioneel achterlopen bij hun leeftijdgenoten of dat zij op zijn minst toch wel problemen hebben met hun sociale en emotionele functioneren. Er is geen wetenschappelijk onderzoek dat bewijst dat dit voor al deze kinderen geldt. Het merendeel van de onderzoeken toont dat de sociale en emotionele ontwikkeling van deze kinderen net zo stevig of kwetsbaar is als die van alle andere kinderen. Er zijn kinderen die voorlopen in hun sociale en emotionele functioneren, maar er zijn ook kinderen die zich leeftijdsadequaat ontwikkelen. Er zijn kinderen die problemen hebben op dit gebied, maar er zijn er ook voor wie dit helemaal niet geldt.
Ragnild Zonneveld schreef de tekst voor deze brochure. Zij belicht vanuit een breed perspectief de sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen met kenmerken van begaafdheid. Ze geeft daarin een genuanceerd beeld van wat we weten op grond van zowel wetenschappelijk inzicht als vanuit een meer praktijkgerichte context. Krista Heins verzorgde deze keer de tips voor ouders en verzorgers. Ze geeft eenvoudige handreikingen die ook meteen toepasbaar zijn en maar een beperkte inspanning vragen. Esther Wanschers leverde geeft praktische tips voor leraren.
Deze multimediale brochure bevat weer vele interessante video’s. Martin van Rooij interviewde Marije Zuidervaart (ambulant begeleider), Colette van den Hengel (orthopedagoog), Hanneke Naaktgeboren (ib’er) en Winny Bosch-Sthijns (orthopedagoog) over verschillende invalshoeken van het thema sociale en emotionele ontwikkeling. Bijzonder blij zijn we met de deepdivevideo’s van Debbie Troxclair. Zij behandelt het thema bibliotherapie in twee bijdragen: ‘Wat is het?’ en ‘Hoe kun je dit op school inzetten?’. Het zijn twee Engelstalige bijdragen die we voor de gelegenheid Nederlands ondertiteld hebben.
Column #13 Marko Otten: Patrick Lam uit Hongkong op zoek naar BPS
Op 8 februari bezocht Dr. Patrick Lam uit Hongkong twee van onze BPscholen in het kader van een werkbezoek aan ons land op uitnodiging van RITHA en Radboud University. Natuurlijk hadden we hem ál onze scholen willen laten zien, maar een bezoek aan het Stedelijk Gymnasium in Nijmegen en het Panora Lyceum in Doetinchem bood toch op basis van contrast een indringend beeld van wat Nederlandse BP-scholen willen en kunnen.
Lam is zelf rector – dat wil daar zeggen zowel onderwijskundig leider als bestuurder – van een Lutheraanse scholengemeenschap in Hongkong. Hij manifesteert zich bovendien als een internationaal actieve netwerker en daarnaast (zijn oude vak) als een gedreven geografisch onderzoeker in de arctische sfeer. Dat laatste is heel interessant, maar van polaire kou was gedurende dit bezoek weinig te merken.
Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen oogt op het eerste gezicht als een traditionele school voor hoog- of meerbegaafde leerlingen. De eeuwenoude wortels combineert men daar met een relatief grote vrijheid voor de individuele hb-leerling en een experimentele werkelijkheid zoals in de intermezzoklas. Het Stedelijk heeft die klas uitgevonden en Dr. Lam benutte de gelegenheid om met de kinderen te praten die er met uiteenlopende basisschoolervaringen aanlandig geworden zijn. Hij gaf te kennen dat dergelijke overgangssystemen in zijn scholengroep niet bestaan. Wel zorgt men voor ongebroken aansluiting van hb-scholen primair onderwijs op de hb VO-school. En passant bleek dat de ambities van leerlingen en medewerkers van de Lutheraanse scholengroep in Hongkong op een hoog niveau zijn afgesteld.
Bij zijn vragen aan de oudere leerlingen toonde Lam zich vooral geïnteresseerd in de specialiteiten waarin de leerlingen individueel uitblinken. Onze bestuurder Harrie van Steen, adjunct op het genoemde gymnasium, kijkt met een positief gevoel terug op het bezoek van Lam aan zijn school. Maar hij ziet ook grote verschillen: “Mijn beeld van het Chinese onderwijs, en van de Lutheran Academy, is … snel heel sterk richten op cognitieve ontwikkeling, weinig ruimte voor individualiteit en creativiteit en snel herstel van wat wij als beschadigingen zien.(…) Ik vroeg me af of de Nederlandse openheid Lam nog verrast heeft. Onze derdeklasser die aangeeft dat voor hem een broodje frikadel halen in de pauze het belangrijkste moment is van de schooldag… zou je dat in China (of Hong Kong) te horen krijgen bij zo’n bezoek? Niet dat ik daar per se blij mee was, maar het geeft wel aan dat de cultuur bij ons echt open is en dat leerlingen buiten de lijntjes durven te kleuren.”
Doetinchem werd een ander verhaal. Lam toonde zich in e-mails achteraf gecharmeerd door het innovatieve gezicht dat juist het Panora Lyceum hem liet zien. Ellis Stevens, hb-coördinator, was er de gastvrouw. Zij liet, gloedvol gesecondeerd door enkele leden van haar BPS-team en een viertal leerlingen, een systeem zien dat weinig traditionele roosters kent en bestaat uit projecten en ondersteuningsuren waarin verschillende vakken participeren.
De diversiteit van onderwerpen en de aandacht voor thinking skills troffen doel bij Patrick Lam: “I am deeply impressed by the innovative curriculum development and unique arrangements of your school for the gifted students. I shared your best practices with our senior management with overwhelming feedback. I will also share this with other schools in the network in our country.”
En dat laatste lijkt te zijn gelukt. Inmiddels heeft professor Dr. Kenneth Sin van de lerarenopleiding in Hongkong een bezoek aan Nederland aangekondigd, met opnieuw de focus op hoogbegaafdheid. Hij is gespecialiseerd in (dubbel) bijzondere kinderen en directeur van het faculteit Special Educational Needs en wil graag op bezoek bij de Achterhoekse BP-school.
BPS-lezing Het Noordik: Waar zijn de meisjes?
BPS-lid Het Noordik in Almelo organiseert elk jaar een BPS-lezing. Dit jaar is het thema meisjes en hoogbegaafheid.
Waarom worden kenmerken van begaafdheid bij meisjes nog steeds minder snel herkend dan bij jongens? Wat maakt dat meisjes regelmatig minder deelnemen aan peergroeponderwijs? In deze lezing gaan we kijken waar meisjes tegenaan kunnen lopen, zowel op school als in vriendschappen. Zijn meisjes met kenmerken van begaafdheid echt zo anders dan jongens met kenmerken van begaafdheid? Hoe verloopt de ontwikkeling van kleuter tot en met de pubertijd? Is genderongelijkheid iets uit het verleden?
Welke rol kun jij spelen in het eerder en beter signaleren van cognitief talent bij meisjes? Wat hebben deze meisjes nodig om te kunnen floreren? Het doel van deze lezing is het vergroten van je kennis over meisjes met kenmerken van begaafdheid en hun omgeving zodat je ze eerder kunt herkennen en beter kunt begeleiden. Inzichten vanuit de wetenschap vertaald naar de praktijk!
Maaike Goddijn werkt als onderwijsadviseur en ECHA specialist begaafdheid bij Het ABC. Ze is docent aan de Radboud Universiteit bij de Radboud International Training on High Ability (RITHA) en heeft zich gespecialiseerd in verborgen talent bij meisjes en vrouwen. Hiernaast is ze coördinator van de Academische Werkplaats Hoogbegaafd Amsterdam- Diemen, LAB 020 en maakt ze deel uit van het programmateam van de Day a Week School.
Ga naar de site van Het Noordik
Nieuw-aspirant lid Sint Ursula stelt zich voor
Sint Ursula is een brede scholengemeenschap in de gemeente Leudal (in Midden-Limburg). Ruim 1600 leerlingen krijgen onderwijs op maat in de breedste zin van het woord. Op het vmbo met of zonder leerwegondersteuning, havo, atheneum en gymnasium wordt op een leerlinggerichte manier lesgegeven. Persoonlijk leren van de leerling staat hierbij centraal. Nicole Didden is teamleider 4/5/6 vwo.
“Onze leraren dagen de leerlingen maximaal uit om er uit te halen wat erin zit. Het doel is maatwerk voor elke leerling door passend en uitdagend onderwijs te verzorgen op het juiste niveau. We hebben hoge verwachtingen van zowel onze leerlingen als onze collega’s, waarbij iedereen wordt uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen.
Voor meer- en hoogbegaafde leerlingen hebben we in dit kader een uitdagend onderwijsaanbod. In 2009 zijn we gestart met de vwo-plus brugklas. Voor ontwikkelingsgelijken biedt het een positieve impuls om samen na te gaan wat de mogelijkheden op cognitief vlak zijn. Kenmerkend voor deze klas is de hoge mate van vakoverstijgende projecten waarmee we de samenhang tussen de verschillende vakinhouden zichtbaar maken.
De vwo-plus brugklas vormt een solide basis voor onze gymnasiumafdeling. Het verrijkingsaanbod in deze klas in de vorm van zes extra vakken (dit zijn onze zogenaamde verrijkingsmodules) wordt door leerlingen en ouders als een meerwaarde beschouwd. De selectie van de leerlingen van groep 8, voor de reguliere vwo-brugklas of de vwo-plus brugklas gebeurt o.b.v. de IST- en FES-test, de gegevens uit de warme overdracht van de basisscholen en de wensen van leerlingen en ouders.
In de toelatingscommissie worden deze gegevens uitgebreid naast elkaar gelegd om leerlingen zo goed mogelijk te plaatsen. In het afgelopen decennium bleek dat 75 – 80% van de geselecteerde leerlingen hun studie vervolgde en afrondde op gymnasiumniveau.
In leerjaar 2 t/m 6 wordt er verrijking geboden aan onze gymnasiasten. Ze maken een keuze uit het aanbod van verrijkingsmodules. In het schooljaar 2021-2022 zijn de coaches daarnaast gestart met het opzetten van een draaideurmodel waarin al onze leerlingen (van leerjaar 1 t/m 6, van alle niveau’s) één of meer reguliere les(sen) kunnen gebruiken om te werken aan een individueel Talentproject. Het materiaal hiervoor is afkomstig van Bureau Talent in Leiden. De coaches coördineren en begeleiden de leerlingen die hieraan deelnemen. Aan het Talentproject is een presentatiemoment gekoppeld waarbij het project meer betekenis krijgt en waar presentatievaardigheden aan bod komen.
Naast het aanbod aan onze eigen leerlingen zijn we tien jaar geleden gestart met een kangoeroeklas voor meer- en hoogbegaafde basisschoolleerlingen uit de regio. Hierbij werken we nauw samen met de basisscholen in ons verzorgingsgebied. Deze klas wordt door alle betrokkenen gezien als een waardevolle aanvulling in het (vroegtijdige) signalering traject van meer- en hoogbegaafde leerlingen.
Daarnaast is de school ook een sociale leer- en leefgemeenschap waarin medewerkers en leerlingen iedere dag opnieuw samenwerken aan een mooie toekomst voor elke leerling. Ouders worden nadrukkelijk betrokken in alles wat de school doet. Ook zoekt de school de verbinding met de maatschappelijke omgeving, basis- en vervolgonderwijs, maar ook met bedrijven, gemeente, instellingen en hulpverlenende instanties.
Sint Ursula is een school met aandacht voor de ontwikkeling van leerlingen op meerdere vlakken, waarbij ook het persoonlijke en maatschappelijke vlak wordt meegenomen. We streven ernaar de talenten en kwaliteiten van zowel leerlingen als collega’s tot ontplooiing te laten komen.
Momenteel zijn we de mogelijkheden aan het verkennen om intermezzo-onderwijs binnen onze stichting aan te bieden.
Om bovenstaande ondersteuning te kunnen bieden, wordt ons personeel op gezette momenten geschoold. Zo vindt er jaarlijks een scholing plaats die gericht is op het thema zorg. Ook worden er netwerkbijeenkomsten georganiseerd en volgen onze coaches scholing die specifiek gericht is op de begeleiding van meer- en hoogbegaafde leerlingen.
Onze 4 coaches overleggen tweewekelijks over de leerlingen die ze begeleiden en adviseren de schoolleiding over de te varen koers. Onze coaches nemen jaarlijks deel aan het congres hoogbegaafdheid. Twee collega’s hebben de RITHA opleiding gevolgd en worden ingezet als specialist hoogbegaafdheid. We maken gebruik van het zelflerende netwerk van de Stichting Onderwijs Midden-Limburg. Zo bezocht Tessa Kieboom onze school het vorige jaar om onze collega’s te scholen over de behoeften van meer- en hoogbegaafde leerlingen.
Tijdens de warme overdracht van de aangemelde leerlingen kijken we samen met de collega’s van het PO naar welke leerlingen we extra moeten begeleiden op cognitief, sociaal en emotioneel vlak. Dit geldt uiteraard ook voor de meer- en hoogbegaafde leerlingen. We hebben de ambitie om bestaande disciplines binnen school te koppelen aan de deskundigen daarvoor op school, zoals de zorgcoördinator, de gedragswetenschapper, remedial teachers en leerlingbegeleider. Op dit moment zijn er diverse mogelijkheden voor ondersteuning op het gebied van sociale en emotionele ontwikkeling bij diverse, speciaal daartoe opgeleide, collega’s op school. Deze begeleiding wordt vormgegeven door HB-coaches, mindfulness coach, sociale vaardigheidstrainer, faalangstreductietrainer, leerlingbegeleider, ambulant begeleider en gedragswetenschapper. Alle leerlingen kunnen gebruik maken van ondersteuning op sociaal-emotioneel vlak.
Waarom zijn jullie lid geworden van de vereniging?
We willen kenbaar maken dat we op Sint Ursula beschikken over kwalitatief hoogwaardig onderwijs en specifieke begeleiding afgestemd op hoogbegaafde leerlingen. Daarnaast zou een volwaardig lidmaatschap van de vereniging een erkenning zijn voor het werk dat er al jaren op dit vlak verricht wordt door vele collega’s van onze school. We delen onze kennis en ervaringen graag met anderen. Dit doen we reeds in de vorm van scholingsbijeenkomsten en netwerkbijeenkomsten. Tevens hopen wij onze expertise en aanbod te kunnen vergroten door te leren van andere scholen teneinde onze eigen leerlingen nog beter te kunnen bedienen.
Wat zouden andere leden van jullie kunnen leren als het gaat om hb en wat zouden jullie van andere leden willen leren?
Momenteel zijn we de mogelijkheden aan het verkennen om intermezzo-onderwijs aan te bieden. Uiteraard leren we graag van de ervaringen van anderen. Een bezoek aan het Stedelijk Gymnasium in Nijmegen is reeds gepland. Wij zijn nieuwsgierig naar de wijze waarop het aanbod voor meer- en hoogbegaafde leerlingen uit de bovenbouw op andere scholen structureel wordt vormgegeven. Ook zijn we geïnteresseerd in de manier waarop de begeleiding van individuele leerlingen op sociaal en emotioneel gebied wordt vormgegeven op andere scholen. Wat andere leden kunnen leren van Sint Ursula is de uitdaging die we voor leerlingen zoeken op cognitief gebied. Denk aan de vwo+-brugklas, de kangoeroeklas, talentprojecten, et cetera.
Vereniging BPS verwelkomt drie nieuwe aspirant-leden
De Vereniging BPS verwelkomt drie nieuwe aspirant-leden:
– Stedelijk Gymnasium Arnhem
– Carolus Borromeus College, Helmond
– Sint Ursula, Leudal
Op dit moment heeft de vereniging in het primair onderwijs 26 (aspirant-)leden, in het voortgezet onderwijs zijn er 59 (aspirant-)leden.
Brochure over Kansengelijkheid van het Kenniscentrum HB
In haar multimediale brochures belicht het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid telkens een ander thema. Het centrale thema van de nieuwe brochure is ‘Kansengelijkheid’.
Het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid heeft als standpunt dat álle kinderen in Nederland, ongeacht hun afkomst (sociaal-economische status, huidskleur of migratieachtergrond) en/of hun capaciteiten het recht hebben om zich te kunnen ontwikkelen. Een vrije toegang tot passend onderwijs is daarvoor erg belangrijk. Daarmee neemt het Kenniscentrum Hoogbegaafdheid stelling in de discussie over kansengelijkheid en passend onderwijs. Dat willen we ook met deze brochure duidelijk maken.
NTCN-congres: Werken met 0 tot 4-jarigen met ontwikkelingsvoorsprong
𝗛𝗼𝗼𝗴𝗯𝗲𝗴𝗮𝗮𝗳𝗱𝗵𝗲𝗶𝗱, wat is dat en is het belangrijk om al jong in de gaten te hebben dat een kind kenmerken heeft van hoogbegaafdheid? Ja! Hoe vroeger, hoe beter! Zo kan er een passende omgeving gecreëerd worden en kan in de meeste gevallen een mismatch voorkomen worden.
NTCN nodigt jullie uit voor een unieke, inspirerende studiedag ‘Werken met 0 tot 4-jarigen met een ontwikkelingsvoorsprong’. Wil jij leren over het 𝗼𝗻𝘁𝗱𝗲𝗸𝗸𝗲𝗻 𝘃𝗮𝗻 𝗼𝗻𝘁𝘄𝗶𝗸𝗸𝗲𝗹𝗶𝗻𝗴𝘀𝗽𝗼𝘁𝗲𝗻𝘁𝗶𝗲𝗲𝗹 𝗯𝗶𝗷 𝗷𝗼𝗻𝗴𝗲 𝗸𝗶𝗻𝗱𝗲𝗿𝗲𝗻 en wat zij nodig hebben? Reserveer dan 𝟮𝟵 𝗺𝗲𝗶 𝟮𝟬𝟮𝟰 in jouw agenda! De nieuwste inzichten uit wetenschap en praktijk worden dan gedeeld!
Mis deze kans niet en houd ons in de gaten voor de inschrijvingslink die binnenkort beschikbaar zal zijn!