Artikel Waarom een nieuwe gedragscode voor de vereniging?
Het doel van de Vereniging BPS (en haar leden) is goed onderwijs aan en goede begeleiding voor hoogbegaafde leerlingen in het funderend onderwijs. De kern van wat de vereniging beoogt is beschreven in de gedragscode. Op de Verenigingsdag van afgelopen oktober stemden de leden unaniem in met een nieuwe code. Hans Hampsink is BPS-bestuurslid en voorzitter van de werkgroep die de nieuwe gedragscode heeft opgesteld.
Waarom was er een nieuwe code nodig?
“Onze vereniging is opgericht in 2007, tot 2014 konden alleen middelbare scholen lid worden. De gedragscode die destijds is opgesteld was dan ook meer gericht op het voortgezet onderwijs. Nu er al bijna 30 leden uit het primair onderwijs zijn, was het niet meer dan logisch dat we de code goed onder de loep hebben genomen. Voldoet deze nog, zowel voor het primair als voortgezet onderwijs? Daarnaast is de gedragscode de leidraad van de visitatie. In de afgelopen jaren hebben we andere accenten gelegd die passen bij deze tijd en bij de vereniging zoals deze nu is. Alleen was dat niet terug te vinden in de code. Je zou kunnen zeggen dat de vereniging organisch is gegroeid, alleen hadden we dat nog niet in de code vastgelegd.”
Hoe zijn jullie te werk gegaan?
“Als eerste hebben we een werkgroep gevormd, met mensen uit zowel primair als voortgezet onderwijs. We zijn bewust niet begonnen met een concept-versie op te stellen, we hebben stellingen over de gedragscode geformuleerd en deze tijdens de Verenigingsdag van maart 2019 aan de leden voorgelegd. Er kwam veel respons, op basis daarvan hebben we een nieuwe versie geschreven. Deze is tweemaal in het bestuur besproken en vervolgens in oktober aan de leden voorgelegd. Ik ben erg blij dat iedereen zichzelf en de vereniging er in kon herkennen. En het is ook mooi dat het zo snel is gelukt. In het voorjaar hebben we bij de leden hun input opgehaald, in het najaar konden we het resultaat presenteren.”
Wat zijn de belangrijkste wijzigingen?
“Er ligt nu meer nadruk op draagvlak en borging binnen de school, een essentiële factor om hb-beleid te laten slagen. Ook hebben we ons de fundamentele vraag gesteld: voor wie zijn we? Voor hoogbegaafden, meerbegaafden of nog een andere groep? Uiteindelijk hebben we besloten dat we er voor het onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen zijn. Zo staat het in onze statuten. Maar belangrijker nog: het is meteen helder – zowel intern als extern – waar we voor staan, wat we doen en wat ons doel is. Natuurlijk richten veel van onze leden zich ook op meerbegaafden, dat is wat ons als bestuur betreft geen probleem. Daarnaast hebben we de formulering vereenvoudigd zodat de dialoog bij de visitatie helder en zonder misverstanden kan worden gevoerd. In de praktijk blijkt het dat het goed werkt, voor zowel de gevisiteerde school als de visitatiecommissie, je kunt een critical friend zijn. En je kunt helder zijn in je advies door aan de code te refereren.”
En nu?
“De code is de basis van de visitatie, één van de belangrijkste onderdelen van de vereniging. Daarom gaan we nu ook kijken naar de visitatie-enquête; moet die worden aangepast? We hebben een nieuwe werkgroep, ook weer met mensen uit primair en voortgezet onderwijs. Samen gaan we naar die vraag kijken. Uiteraard houden we alle leden op de hoogte van de ontwikkelingen.”
————————————————
De nieuwe gedragscode
De Vereniging BPS heeft een ambitie ten aanzien van het onderwijs en begeleiding aan hoogbegaafde leerlingen in het funderend (po en vo) onderwijs en hanteert met het oog hierop de volgende gedragscode voor haar leden:
1. De school heeft visie en beleid ten aanzien van hoogbegaafdheid.
2. De school zorgt voor draagvlak en borging van het beleid.
3. De school heeft haar hoogbegaafde leerlingen in beeld en biedt waar nodig maatwerk.
4. De school onderhoudt een dialoog met ouders en leerlingen.
5. De school zorgt voor flexibiliteit in voorzieningen, tijd en ruimte.
6. De school beschikt over adequate expertise op het gebied van hoogbegaafdheid.
7. De school deelt kennis, expertise en/of onderwijsprogramma’s met haar (regionale) omgeving.
De school draagt bij aan de activiteiten van de Vereniging BPS.
Nieuwe gedragscode BPS
Op de Verenigingsdag van 30 oktober 2019 is door de leden een nieuwe gedragscode vastgesteld.
De vereniging BPS heeft een ambitie ten aanzien van het onderwijs en begeleiding aan hoogbegaafde leerlingen in het funderend (po en vo) onderwijs en hanteert met het oog hierop de volgende gedragscode voor haar leden:
1. De school heeft visie en beleid ten aanzien van hoogbegaafdheid.
2. De school zorgt voor draagvlak en borging van het beleid.
3. De school heeft haar hoogbegaafde leerlingen in beeld en biedt waar nodig maatwerk.
4. De school onderhoudt een dialoog met ouders en leerlingen.
5. De school zorgt voor flexibiliteit in voorzieningen, tijd en ruimte.
6. De school beschikt over adequate expertise op het gebied van hoogbegaafdheid.
7. De school deelt kennis, expertise en/of onderwijsprogramma’s met haar (regionale) omgeving.
8. De school draagt bij aan de activiteiten van de vereniging BPS.
Subsidieregeling begaafde leerlingen
Vrijwel alle samenwerkingsverbanden hebben in het voorjaar van 2019 een aanvraag gedaan voor de subsidie Begaafde leerlingen po en vo. De beoordelingscommissie verwacht dat alle aangescherpte plannen in aanmerking komen voor subsidie.
(bron: Talentstimuleren.nl)
Column #17 – Wat mogen ouders van een BP-school verwachten?
Dick van Hennik is onder andere voorzitter van de Vereniging BPS. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.
“Jullie zijn een begaafdheidsprofielschool, dus jullie lossen het maar op! Dat is wat ze ons voor de voeten gooien”, verzuchtte een directeur van een BP-school onlangs. En zij was niet de eerste. Nu BPS een bekend begrip wordt in Nederland en vooral in de wereld van het onderwijs aan begaafde leerlingen, verwachten sommige ouders veel van de school die ons bordje op de muur hebben geschroefd. Uiteraard betreft het dan meestal een ondersteuningsbehoefte die te maken heeft met ‘dubbel bijzonder’, die de betrokkenen in de school niet kunnen oplossen. De verzuchting van bovengenoemde collega werd gevolgd door een vraag. “Wat doe je in zo’n geval?”
We kunnen niet alles
Een school die begaafdheid in zijn profiel heeft opgenomen en de keus heeft gemaakt voor het keurmerk BPS, heeft niet getekend voor élke expertise die in dit verband te bedenken valt. De ene expertise is de andere niet, ook op het gebied van begaafdheid.
Daarom is het van groot belang om in de communicatie naar ouders helder te maken welke expertise men mag verwachten en hoeveel tijd er voor de begeleiding en ondersteuning beschikbaar is. Leraren in een begeleidingsrol hebben vaak de neiging om vooral dienstbaar te zijn en voelen het als ‘in de steek laten’ van de leerlingen die ze niet kunnen helpen. En dat is jammer, want daarmee verhogen ze de kans dat ouders niet ontvankelijk zijn voor acceptatie van de grenzen van de mogelijkheden van de school.
Standpunt van de vereniging
De vereniging stelt zich op het standpunt dat een school zich ontwikkelt en bereid is om ouders en leerlingen met een hulpvraag te ondersteunen. Maar even zo goed dienen we ons ervan bewust te zijn dat men niet voor elke ondersteuningsvraag een oplossing kan hebben. De visitatie is dan ook vanuit die opvatting ingericht (zie het artikel over waarderend onderzoeken).
Blijft natuurlijk de vraag wat de begeleiders in de school kunnen doen als ze worden geconfronteerd met een ondersteuningsvraag waarvoor ze de oplossing niet in huis hebben. In die gevallen ligt een beroep op externe ondersteuning voor de hand. En juist daar zien we in veel gevallen nog problemen. Soms is het samenwerkingsverband niet voldoende geëquipeerd om in die ondersteuning te voorzien. Zoals in het interview met Desirée Houkema is te lezen, zal daar in heel veel regio’s verandering in komen. De subsidie die de komende jaren beschikbaar komt, wordt door de meeste samenwerkingsverbanden benut om die expertise te vergroten. En daarmee is weer een stap gezet in de goede richting.
Samenvattend
Communiceer naar ouders en experts in de regio dat een BP-school in ontwikkeling is en niet gehouden is om meer te doen dan zij kan, maar stel je ook open voor samenwerking en kennisdeling. Het is een geruststellende gedachte dat de mogelijkheden voor verwijzing naar externe expertise in de nabije toekomst steeds talrijker worden.
Dick van Hennik
Artikel Uitgaan van het positieve. Waarderend visiteren bij BPS
De Vereniging BPS kent op dit moment meer dan 80 (aspirant-)leden, zij hebben het BPS-certificaat of zitten in een traject om deze te ontvangen. Elke vier jaar vindt visitatie plaats om de kwaliteit van het hb-onderwijs op deze scholen te borgen en certificering te herbevestigen. Of om het certificaat toe te kennen. Dat gebeurt door een team van daartoe opgeleide visiteurs. De insteek van de visitatie is de afgelopen jaren gewijzigd. Er wordt natuurlijk nog steeds gekeken naar de kwaliteit, maar de vereniging kiest ervoor om bij de visitatie een partner te zijn die de gevisiteerde aan het denken zet. Dat betekent: kijken naar wat goed gaat, begrijpen dat niet alles goed kan gaan en met een open blik helpen bij het opstellen van een ontwikkelplan. Een van de visiteurs is Gosse Bruinsma, teamleider op het RSG Magister Alvinus.
De basis van het ‘nieuwe’ visiteren is Appreciative Inquiry, oftewel ‘waarderend onderzoeken’. Het woord ‘waarderend’ gaat in essentie om het waarderen van het beste in de mensen, de organisatie en de wereld daar omheen. Voor Bruinsma is dat de manier waarop hij in zijn werk staat. “Het past helemaal bij mij, dat positieve. Ik merk dat deze manier van kijken beter is dan uitgaan van problemen. Dat geldt ook voor de visitatie. We beginnen meestal met de vraag: waar ben je trots op, waar zijn jullie goed in? Je start positief en dat is zowel voor ons als de school prettig. Je krijgt een open gesprek. Wij komen niet om de school af te kraken; we zijn er om een compleet beeld te krijgen van de school en om te helpen eventuele mindere kanten te verbeteren. Een klein voorbeeld, ik vroeg een hb-coördinator waar hij het meest trots op was, dat bleek een klein onderdeel van de school te zijn. Hij vertelde ook hoe hij het nog beter zou willen maken, alleen was daar nog geen besluit over genomen. De rector zat erbij en die zei: ik zie het, we gaan op zoek naar mogelijkheden. Dat was een prachtig moment in zo’n gesprek. Positieve vragen leiden tot meer samenwerken en samenkomen.”
Uitgaan van wat goed gaat
Onderlinge waardering, leervermogen en samenwerking zijn essentiële elementen van ‘waarderend onderzoeken’. Het is een positieve, opbouwende manier van kijken naar mensen, organisaties en situaties. Bij ‘onderzoeken’ gaat het om het innemen van een positie van ‘niet weten’, het loslaten van oordelen en eerder waargenomen zaken om zo open te kunnen staan voor nieuwe kennis en ervaringen. Het is vooral ook een onderzoek naar wat de organisatie sterk en succesvol maakt. Bruinsma past dit ook toe in zijn functie als teamleider. “Ik ga uit van wat goed gaat, ook als we iets nieuws willen. Mijn vraag is dan: hoe gaat dat ons beter maken? Ons mentoraat bijvoorbeeld doet het prima, toch zagen we dat er verbeteringen mogelijk waren. Dan kijk je naar de kracht en sterke kanten van de mensen. Van daaruit werk je aan aanpassingen.”
“Deze manier van werken geeft jezelf een goed gevoel, ook bij de visitatie. Ik heb nu vijf maal meegedaan, het is mooi om te zien waar scholen mee bezig zijn, hoe gepassioneerd en trots ze zijn. Van te voren bespreken we als commissie wat we gaan vragen, waar we de aandacht op willen vestigen. Soms omdat iets niet geheel duidelijk is in de stukken die we krijgen, soms omdat we willen weten of iets op papier in werkelijkheid echt zo is. Wat ik bijvoorbeeld mooi vind is als ik op een school steeds hetzelfde verhaal hoor, of dat nu van docenten, leerlingen of ouders is. Dat betekent dat de visie en aanpak van de school bekend is en gedragen wordt.”
De voorbereiding begint vier weken voor de visitatiedag als de stukken van de school naar de commissie wordt gestuurd. Tijdens de commissiebijeenkomst bereiden de leden het bezoek voor. “We bespreken wat ons opvalt, wat is ons beeld op basis van de stukken, waar ben je nieuwsgierig naar? Die voorbereiding is essentieel, op de dag zelf moet het gebeuren. Je hebt heel veel gesprekken, te beginnen met het MT, vervolgens met mensen die nauw betrokken zijn bij het hb-onderwijs: coördinatoren, docenten, leerlingen, ouders. Aan het einde van dag komen we weer met de commissie bijeen en formuleren een conclusie. Die deel je met de school. De visitaties die ik tot nu toe heb meegemaakt hadden allemaal een positieve boodschap.”
“Het zijn spannende en inspirerende dagen, voor de school en voor ons. Door je als critical friend op te stellen, kun je echt een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de school. Zo ervaren scholen dat ook. Een bijkomend voordeel is dat je als commissielid bij andere scholen in de keuken kunt kijken. Vaak kom ik met goede ideeën terug. Het pasjessysteem van het Stedelijk Gymnasium Schiedam bijvoorbeeld, waarbij leerlingen zelf kunnen bepalen welke lessen ze overslaan. Dat hebben we nu ook, in iets gewijzigde vorm. Of de training van het Theresialyceum “hoe om te gaan met onderpresteerders”; ook die hebben we ingevoerd.”
——————————————————————
De vijf uitgangspunten van waarderend onderzoeken
– Het sociaal constructionistische principe – Er bestaat geen objectieve werkelijkheid. We construeren onze realiteit in relatie met anderen door de lens van onze overtuigingen, tradities en normen.
– Het poëtische principe – Een verhaal of werkelijkheid is voor meerdere interpretaties vatbaar. Verleden, heden en toekomst zijn eindeloze bronnen van leren, inspiratie en interpretatie en ze staan niet vast.
– Het simultaniteitsprincipe – Het stellen van een vraag is de eerste stap naar verandering. De verandering in ons begrip, geloof en beelden begint op het moment dat we onszelf en de wereld onderzoeken door vragen te stellen.
– Het anticiperende principe – Beelden die we hebben over de toekomst leiden onze acties en vormen onze toekomst.
– Het positiviteitsprincipe – Positieve emoties zijn essentieel voor groei en optimaal functioneren.
Hoe werkt waarderend onderzoeken?
– Verwoorden (‘waar wil je meer van’) – Het formuleren van het onderwerp.
– Verdiepen (‘men gaat op zoek naar het beste dat er is’) – Ontdekken en behouden van de aspecten die mensen ervaren over het onderwerp.
– Verbeelden (‘men stelt zich voor wat zou kunnen zijn’) – Met de ervaringen en inzichten uit stap 2 wordt de toekomst (positief) gevisualiseerd.
– Vormgeven (‘men gaat in dialoog over wat zou moeten zijn) – Hoe kan de visie worden gerealiseerd?
– Verwezenlijken (‘vaststellen en invoeren van wat er zal zijn’) – Vormgeven van de visie, aanpak formuleren en acties uitvoeren.
——————————————————————
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van het artikel ‘Alles wat aandacht krijgt groeit’ uit het AIMagazine.
Dit artikel is in oktober 2019 gepubliceerd.
Artikel Stand van zaken regeling begaafde leerlingen po en vo
Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs konden begin dit jaar een aanvraag indienen voor de regeling ‘Begaafde leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs’. Doel van de regeling is om deze leerlingen extra ondersteuning te geven, bijvoorbeeld door het opzetten van nieuwe activiteiten, het aantrekken of ontwikkelen van meer expertise of het uitbouwen van bestaande arrangementen of voorzieningen. Daarnaast wil het ministerie van OCW dat kennis over begaafdheid wordt vergroot en beter wordt verspreid. Ook is het belangrijk dat de samenwerking tussen samenwerkingsverbanden en scholen in het primair en voortgezet onderwijs en overige belangenpartijen in de regio wordt versterkt.
De deadline voor het indienen van de aanvraag was 31 maart jl., vervolgens heeft een onafhankelijke commissie de aanvragen beoordeeld. Op dit moment kunnen de samenwerkingsverbanden eventuele opmerkingen verwerken en een nieuwe versie indienen. Desiree Houkema is lid van de beoordelingscommissie. Wat is haar opgevallen? “We hebben erg veel aanvragen binnengekregen, vrijwel alle samenwerkingsverbanden zijn betrokken. Een mooi resultaat. Je kunt dus stellen dat er een grote betrokkenheid is bij dit onderwerp. We zien ook dat de regeling als een katalysator fungeert voor bestaande en nieuwe processen: activiteiten en beleid worden uitgebreid en er zijn veel nieuwe initiatieven.
Een van de belangrijkste winstpunten is dat basisscholen, middelbare scholen en samenwerkingsverbanden de intentie hebben om steeds meer samen te werken, steeds meer kennis te delen en samen activiteiten te ontwikkelen. In de plannen geven samenwerkingsverbanden aan het thema begaafdheid structureel op de agenda te zetten. Ook dat is natuurlijk erg mooi.”
Grote diversiteit
“Toch merken we dat de verschillen groot zijn, er is een diversiteit aan keuzes in doelen, doelgroepen en uitwerking. Logisch natuurlijk, de ene regio is de ander niet. Elk samenwerkingsverband gaat weer op een andere manier te werk. Zo hebben we de aanvragen ook beoordeeld: hoe sluiten de plannen aan op wat het samenwerkingsverband nu doet en op de ontwikkeling van de regio. De focus lag ook op de betrokkenheid van organisaties en op de ontwikkeling van (bestaande) plannen.”
Alle aanvragers hebben feedback gehad op hun plannen, daarmee zijn zij nu aan de slag. “Soms was de feedback puur technisch, bijvoorbeeld dat er een formulier miste. Soms was het meer inhoudelijk, maar niemand hoefde opnieuw te beginnen. Wat we wel zien is dat in de ene regio meer kennis en expertise is dan in de andere. Ook hebben we geconstateerd dat bestaande expertise beter benut kan worden: sommige plannen maakten geen gebruik van bijvoorbeeld voorloperscholen in de regio.”
Aandachtspunten
Alle plannen overziend ziet Houkema een aantal gemeenschappelijke thema’s. “Het beter inrichten van de basisondersteuning op scholen bijvoorbeeld. Men wil veel meer investeren in het opleiden van specialisten, zowel binnen de scholen als op het niveau van bestuur en samenwerkingsverband. Ook ziet men de noodzaak om regionaal veel meer af te stemmen en samen te werken, bijvoorbeeld door het opzetten van leergemeenschappen, kenniskringen en regionale bijeenkomsten. Als je het hebt over specifieke doelgroepen zien we vooral aandacht voor dubbel bijzondere-leerlingen en thuiszitters. Wat ik als laatste voorbeeld wil noemen zijn de pilots voor de aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs. Door middel van specifieke programma’s krijgen deze leerlingen meer begeleiding op cognitief, sociaal en emotioneel gebied, bijvoorbeeld met een tussenjaar of extra aandacht in de onderbouw.”
Regulier onderwijs
“Er gaat de komende jaren dus heel veel gebeuren voor begaafde leerlingen. Dat zal nieuwe inzichten en kennis opleveren. Het mooie is dat veel samenwerkingsverbanden streven om die ook te benutten voor het reguliere onderwijs. Dat past bij een ander thema die we in de plannen zagen: een aantal samenwerkingsverbanden ziet de noodzaak van het anders inrichten van het onderwijs: meer flexibilisering en maatwerk binnen en buiten het curriculum, voor alle leerlingen. De bottom line is dat je moet gaan kijken naar wat elke individuele leerling nodig heeft. Het gaat hier om een fundamentele discussie, niet alleen voor begaafde leerlingen. De kunst is om de samenhang te zien.”
18e ECHA-conferentie in Nederland
De 18e ECHA-conferentie zal in 2022 plaatsvinden in Den Haag! Van 31 augustus t/m 3 september wordt deze interessante, inspirerende en internationale conferentie in Nederland georganiseerd.
1 november – Conferentie Stedelijk Gymnasium Nijmegen
Op vrijdag 1 november organiseert het Stedelijk Gymnasium Nijmegen een symposium over de overgang van PO naar VO. Sprekers uit de praktijk en onderzoekers presenteren diverse invalshoeken.
Als oudste school in de oudste stad willen we in ons feestjaar graag kennis en inspiratie delen. De overstap van basis- naar ‘grote school’ is voor leerlingen, ouders én alle andere betrokkenen in het onderwijs een belangrijk moment. Inzichten veranderen en zowel PO- als VO-scholen zijn volop aan het experimenteren. Hoe belangrijk blijft toetsing? Hoe houden we jongens wakker? Hoe ver reikt differentiatie?
In de ochtend kunnen we ons verheugen op keynote-sprekers én tegenpolen Pedro de Bruyckere (onderzoeker en pedagoog) en Harold Bekkering (hoogleraar psychologie). In de middag zijn er workshops over lesgeven zonder cijfers, verhalen vertellen, ontwikkelingspsychologie en nog veel meer. Dagvoorzitter is Tobias van Elferen, oud-leerling en fractievoorzitter van D’66 Nijmegen.
Ga naar www.stedelijkgymnijmegen.nl en klik op ‘Kind op Koers’.
Twee nieuwe leden stellen zich voor
De Vereniging BPS verwelkomt twee scholen als nieuw aspirant-lid:
– Bernardinuscollege, Heerlen
– Christelijke basisschool De Wegwijzer, Bunschoten – Spakenburg
Op dit moment heeft de vereniging in het primair onderwijs 22 leden en 6 aspirant-leden, in het voortgezet onderwijs zijn er 35 gecertificeerde leden en 12 aspirant-leden.
Hieronder stellen de nieuwe leden zich voor.
———————–
Ingrid Ottenheijm, talentcoördinator Bernardinuscollege Heerlen
Hoe lang zijn jullie al bezig met hoogbegaafdheid?
Het Bernardinuscollege kent een lange traditie op het gebied van de vorming van jonge mensen op intellectueel, cultureel en maatschappelijk gebied, waarbij leerlingen worden aangemoedigd en uitgedaagd om zich verder te ontwikkelen tot kritisch jongvolwassenen. Creativiteit, inlevingsvermogen en verantwoordelijkheid tonen, zijn essentiële onderdelen van het onderwijs op Bernardinuscollege. Het thema hoogbegaafdheid is altijd aanwezig geweest omdat er voldoende leerlingen aanwezig waren in deze doelgroep maar er is nooit vaste vorm aan gegeven. Sinds schooljaar 2018-2019 heeft de directie meer- en hoogbegaafdheid en talentontwikkeling onderdeel gemaakt van de missie en visie op school en zijn er ook middelen vrijgemaakt om kennis en expertise te vergroten en projecten en ondersteuning op te starten.
Wat is jullie onderwijsvisie op hoogbegaafdheid?
Elke leerling heeft zijn eigen, unieke talenten. Het Bernardinuscollege wil een leerling leren talenteren. Dat betekent dat je een leerling zoveel ruimte en verantwoordelijkheid moet geven als zij of hij aan kan. Om dit te weten te komen moet je een leerling goed kennen en erkennen. Vervolgens kun je een leerling ondersteunen maar ook uitdagen om zijn talent maximaal te ontwikkelen. Dat gebeurt in groepsverband, met de studiecoach, in samenspraak met ouders en uiteraard in gesprek met de
leerling zelf. Er zijn verschillende mogelijkheden van verdieping en verrijking en versnellen en er is maatwerk voor de leerling die dit nodig heeft.
Het Bernardinuscollege werkt ook samen met basisscholen en streeft ernaar om een doorlopende leerlijn te creëren van primair naar voortgezet onderwijs, zodat de aansluiting ook voor meer- en hoogbegaafde leerlingen soepel is en uitdaging in het vooruitzicht ligt. Zo werken we sinds 2019 samen met basisschool Windekind in het kader van SpringWijs-onderwijs. De plusgroep van leerlingen van groep 7 en 8 is zo een aantal keer een uitdagende workshop komen volgen op het Bernardinuscollege. Met hun plus-leerkracht hadden deze leerlingen van tevoren het leerlingprofiel van het Bernardinuscollege doorgenomen en nagedacht over de vraag: welke vaardigheden heb je nodig in het voortgezet onderwijs om succesvol te zijn?
Waarom zijn jullie lid geworden?
Per 1 augustus 2019 is het Bernardinuscollege aspirant-lid van de Vereniging BPS. Daarmee gaat het
Bernardinuscollege zich toeleggen op verbreden en vergroten van kennis omtrent meer- en hoogbegaafdheid en het ontwikkelen van kwalitatief hoogwaardig onderwijs en specifieke begeleiding voor getalenteerde leerlingen. Op dit moment is er een talentcoördinator en twee talentbegeleiders die de expertisegroep BPS vormen. Het is de bedoeling dat deze groep wordt uitgebreid met collega’s die specifiek ondersteuning en uitdaging kunnen bieden aan de (hoog) begaafde leerling maar het is ook de bedoeling dat deze groep kan dienen als inspirator en motor van talentontwikkeling voor elke leerling. Een leerling die het Bernardinuscollege verlaat, kan voor zichzelf duidelijk antwoord geven op de vragen: wie ben ik, wat kan ik en wie wil ik zijn?
Wij zijn ervan overtuigd dat het lidmaatschap van BPS ons duidelijke richtlijnen kan bieden waaraan
onderwijs en begeleiding voor hoog- en meer begaafde leerlingen kan voldoen. Het doorlopen van een traject om aan de gedragscode van de vereniging te voldoen, betekent dat je voortdurend bewust bent of je nog wel moet doen wat je doet. Bovendien is het uitwisselen van expertise en delen van kennis onder elkaar zeer waardevol.
Wat zouden jullie willen leren van andere scholen?
Uiteindelijk gaat het erom dat het Bernardinuscollege een beleid met activiteiten en begeleiding ontwikkelt die op deze school passen. Door in de keuken van een andere school te mogen kijken en te zien hoe dingen in de praktijk werken of worden uitgevoerd, word je geïnspireerd en geënthousiasmeerd en kun je als school zelf onderwijsaanbod op maat ontwikkelen.
Wat kunnen scholen bij jullie leren?
Het project SpringWijs-onderwijs kan een voorbeeld zijn hoe de verbinding tussen po en vo kan worden gelegd. Deze samenwerking vindt plaats in het kader van onze doelstelling om leerlingen doorlopende leerlijnen po-vo te laten ervaren. We streven er immers naar om het mogelijk te maken dat po-leerlingen met een ontwikkelvoorsprong in de toekomst nog voor de afronding van groep 8 naar ons toe kunnen komen voor lessen of projecten van leerjaar 1-2; er wordt dus SpringWijs-onderwijs gevolgd. Dit verschaft uitdaging en een zinvolle deelname aan het formatieve leerproces in het vo in de laatste maanden van het po. Hierdoor zullen meer- en hoogbegaafde leerlingen beter voorbereid en
met een meer realistisch beeld gaan deelnemen aan het onderwijs in een vo-school.
Els de Groot, HBplus-leerkracht, Christelijke basisschool De wegwijzer (Bunschoten – Spakenburg)
Hoe lang zijn jullie al bezig met hoogbegaafdheid?
Al vrij lang, maar vanaf 2012 zijn we begonnen met het nadenken over een structurele aanpak van ons hb-onderwijs. Ik ben toen ook begonnen met de opleiding voor specialist begaafdheid. De reden was dat we een aantal hb-leerlingen hadden, maar we wisten niet goed of we het juiste deden. We hadden behoefte aan kennis en nieuw aanbod. Vanaf 2013 hebben we een visie ontwikkeld en beleid gemaakt.
Wat is jullie onderwijsvisie op hoogbegaafdheid?
Die visie past in onze algemene visie op onderwijs: we kijken naar de individuele leerling, wat heeft die nodig om zichzelf te kunnen ontwikkelen? Wat moeten we doen om ons onderwijs passend te maken voor hem of haar? Voor hb-leerlingen hebben we dan ook verschillende vormen van ondersteuning. Er is een overkoepelende plusklas van onze vereniging, er zijn drie van dat soort groepen, 12 scholen doen mee. Daarnaast hebben we bij ons op school per klas kleine projectgroepen waarin leerlingen extra stof of opdrachten krijgen. Daarnaast zijn er plusgroepjes waar de nadruk ligt op het ontwikkelen van vaardigheden. En ook op individueel niveau helpen we onze hb-leerlingen.
Waarom zijn jullie lid geworden?
Eigenlijk om twee redenen. We willen onszelf scherp houden. We denken dat we goed bezig zijn, maart het blijft dan belangrijk dat een extern persoon of organisatie kan aanwijzen wat je ontwikkelpunten zijn. Daarnaast zijn we op zoek naar nieuwe kennis en inzichten. Wat dat betreft hebben we hoge verwachtingen van de Vereniging BPS.
Wat zouden jullie willen leren van andere scholen?
Hoe andere scholen hun hb-onderwijs hebben ingericht, en dan vooral die scholen die dat hebben ingebed in hun reguliere onderwijs. En de overgang naar het middelbaar onderwijs, hoe doe je dat op een goede manier? Op de afgelopen Verenigingsdag hebben we daar al met een aantal scholen over gesproken.
Wat kunnen scholen bij jou leren?
Wij hebben een breed en divers aanbod, waarbij we uitgaan van de individuele leerling. Hoe maak je je onderwijs passend voor iedereen? Ik denk dat we daar sterk in zijn.
Infodag ICT-opleiding hoogbegaafde uitvallers
Op zaterdag 9 november 2019 organiseert ITvitae een Infodag voor jongeren met autisme en/of hoogbegaafden die zijn uitgevallen in het reguliere onderwijs en belangstelling hebben in ICT. ITvitae biedt deze jongeren perspectief ongeacht hun vooropleiding met diverse ICT-leertrajecten inclusief baanbemiddeling.
Op de Infodag horen de deelnemers meer over de ICT-opleidingsprogramma’s, mogelijke werkgevers, de visie van ITvitae op autisme en kan men in gesprek gaan met studenten die een van de vier ICT-specialisaties volgen of al aan het werk zijn. Wellicht ken je kandidaten voor wie deze Infodag interessant is?
ITvitae focust op het talent van haar deelnemers. De studenten worden in kleine lesgroepen opgeleid tot ICT-professional. ITvitae heeft sinds de oprichting eind 2013 al 250 kandidaten opgeleid én naar werk bemiddeld.
Meer informatie: https://itvitae.nl/infodag