Top 20 Principes uit de psychologie – voor het onderwijs aan begaafde leerlingen
Nederlandse vertaling van de ‘Top 20 principes uit de psychologie voor het onderwijs aan en het leren van creatieve, getalenteerde en begaafde leerlingen van de voor- en vroegschoolse educatie, het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs’.
De psychologische wetenschap heeft veel bij te dragen aan het verbeteren van het leren en lesgeven in zowel reguliere klassen als klassen voor begaafde leerlingen. Het lesgeven en leren zijn nauw verbonden met sociale- en gedragsfactoren van de menselijke ontwikkeling, waaronder cognitie, motivatie, sociale interactie en communicatie. Daarnaast kunnen psychologische wetenschappen belangrijke inzichten geven in effectieve instructie, onderwijsomgevingen die het leren bevorderen, en het goed gebruiken van toetsing, waaronder gegevens, tests en metingen, evenals onderzoeksmethoden voor het lesgeven aan begaafde leerlingen. We presenteren hier een lijst met de belangrijkste principes uit de psychologie over begaafdheidsonderwijs — de ”Top 20” — die het meest nuttig zijn voor het onderwijs aan begaafde leerlingen. Elk principe wordt besproken en is voorzien van relevante literatuur en uitleg over de relevantie ervan voor het begaafdheidsonderwijs.
Piet Groenewegen neemt afscheid van de vereniging
In 2004 startte het project Begaafheidsprofielscholen. Het doel: een landelijk dekkend netwerk van scholen die kwalitatief hoogwaardig onderwijs en begeleiding aan hoogbegaafde leerlingen geven. In 2007 richtten de deelnemende scholen de Vereniging BPS op. CPS heeft vanaf het begin tot 2018 het project, de vereniging en de academiewerkgroep begeleid. Vanaf 2010 was Piet Groenewegen de projectleider. Ook nadat het project afgelopen was, beleef hij zeer nauw betrokken bij de vereniging door zijn rol in het bestuur en de Academie. Nu neemt hij afscheid en kijkt hij terug.
“Het project is ooit bedacht door een oud-CPS-collega, Greet de Boer. Zij was al lang bezig met onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen en kreeg het voor elkaar dat het ministerie van OCW geld beschikbaar stelde voor de ontwikkeling van een netwerk van Begaafdheidsprofielscholen. Ongeveer 25 middelbare scholen deden mee, waarvan bijna alle nog lid zijn van de vereniging. Ikzelf ben Greet na vijf jaar opgevolgd als projectleider. Daarvoor hield ik me vooral bezig met onderwijsontwikkeling, de aansluiting van het voortgezet onderwijs met vervolgopleiding, examinering en toetsing.
Hb-onderwijs boeide me wel. Toen ik conrector op het Jordan Lyceum was, hadden we te maken met hb-leerlingen. We zijn niet altijd in staat geweest deze groep goed te bedienen, dat was frustrerend. Bij het project merkte ik dat de scholen samen meer voor elkaar kregen dan elke school afzonderlijk. Vooral het leren van en met elkaar in al die werkgroepen van het project was stimulerend.”
Gedreven mensen
“In de eerste jaren hadden we een groep zeer gedreven mensen die zich pionier voelde om het hb-onderwijs goed in te richten. Daar waren ze voor het project al mee bezig, maar nu kregen ze de erkenning voor dit thema. Er waren ook financiën beschikbaar waardoor scholen mensen vrij konden roosteren. Deze konden, samen met hun collega’s van andere scholen, een enorme stap zetten.
In die tijd hadden we werkgroepen op allerlei thema’s, zoals onderpresteerders, scholing van docenten, de organisatie van de school, maar ook het versterken van de relatie met de omgeving, ouders, basisonderwijs, vervolgonderwijs. In die werkgroepen zat heel veel kennis, creativiteit en inzet. Ook organiseerden we enkele malen per jaar een projectdag, waar alle scholen bij elkaar kwamen. Mijn rol was om dit proces te ondersteunen, om te zorgen dat de scholen samen de onderwijsontwikkeling vorm konden geven, door van elkaar te leren én door inspiratie van buiten de groep naar binnen te halen.”
Succesfactoren
Ik denk dat een van de succesfactoren van het project is geweest dat de ontmoetingen altijd een combinatie waren van de inhoud en het persoonlijke. Er was een sfeer van herkenning en erkenning, omdat de meesten al langer binnen hun school bezig waren. Daardoor ontstond een groepsgevoel: we doen het met elkaar.
De deelname van de scholen was overigens niet vrijblijvend. Ze moesten mensen vrijmaken voor de bijeenkomsten. En per school moest er een hb-opgeleide persoon zijn. Die voorwaarde heeft bijgedragen aan de kwaliteitsverbetering. Net als het inrichten van de visitatie. Die is ontwikkeld en uitgewerkt tijdens het project. Het dwingt scholen na te denken over hun beleid en activiteiten. En het zorgt dat scholen met elkaar in contact kunnen komen.”
Trots
“Als je kijkt naar de opbrengsten van het project is er aantal zaken waar ik trots op ben. Dat het een landelijk erkend thema is geworden, dat steeds meer scholen werk maken van hb-onderwijs. Je ziet dat er steeds meer bewustzijn is als het gaat om hb-leerlingen. Een klein voorbeeld, het Calvijn College liep er tegenaan dat basisscholen in eerste instantie zeiden: er zijn geen hb’ers in Rotterdam-Zuid. Dat heeft de school weten te doorbreken.
Ook ben ik trots op het feit dat er een bloeiende en groeiende vereniging is. Aanvankelijk was het project een besloten groep scholen met overheidssubsidie. Eenmaal op eigen benen heeft de vereniging zich opengesteld voor andere. De landelijke en de regionale bijeenkomsten worden nog als altijd zeer goed bezocht, er is nog steeds de mentaliteit om het samen te doen. Het cement van de vereniging zit in de afspraak om elkaar te helpen ontwikkelen en scherp te houden. Dat zorgt ook voor pijnlijke momenten, zoals oudgedienden die te horen kregen dat ze een nieuwe impuls moesten geven aan hun hb-onderwijs.
Ook de Academie is een mooi vervolg op het project. Het is oorspronkelijk opgezet zodat scholen good practices met elkaar konden delen. Zodat ze makkelijker bij elkaar op bezoek konden gaan. Dat functioneert nog steeds goed: scholen kunnen elkaar vinden. Nieuwe scholen weten in het aanbod interessante onderwerpen te vinden. De behoefte aan contact en leren van elkaar is groot.”
De toekomst
“Ik denk dat het goed is dat de vereniging zich de komende jaren zichtbaarder opstelt in het hb-veld. We zijn bescheiden en dat hoeft niet. Binnen de vereniging zijn nu zo’n 75 scholen met heel veel kennis en ervaring. Daarmee hebben we een fundament om onze stem te laten horen.
Ik wens iedereen alle goeds en succes. En ik ben erg blij dat ik met alle scholen en de bestuursleden heb mogen samenwerken. Overigens blijf ik actief in het onderwijs, voor de VO-raad blijf ik me bezighouden met het thema examinering.”
HB-HO-netwerk organiseert online meeting voor hb-studenten
Het Landelijk HB-HO-netwerk organiseert voor hb-studenten een online meeting over studenten in Corona-tijd. Wellicht interessant voor oud-leerlingen? Hieronder de tekst over de meeting.
“Het doet iets met je, online les krijgen. De ene student vindt het heerlijk en geniet van de vrijheid, andere studenten missen real life contact, een vast rooster, het gevoel van gewoon naar school of de uni gaan. Wij zijn benieuwd naar hoe het met jou gaat, en hoe jij in deze Corona-Tijd het hoofd koel houdt.
Wanneer? Donderdag 26 november 2020 van 16.00-18.00 uur
Meer weten? Ga naar de site
Nieuwe school: RSG De Borgen – Lindenborg/Woldborg
Sinds september 2020 hebben we een nieuw lid bij de Vereniging BPS. Eigenlijk twee, want het Groningse RSG De Borgen is lid geworden met twee locaties. Daisy Smit is directeur onderwijs bij een van die locaties, de Lindenborg.
Hoe lang zijn jullie al bezig met hoogbegaafdheid?
“Als school nog niet zo lang, er was altijd wel de ambitie om meer te doen voor onze hoogbegaafde leerlingen. Ikzelf ben al enige jaren bezig met hoogbegaafdheid, onder andere als directeur van een basisschool waar we een voltijd hb-afdeling hadden. Toen ik hier werd benoemd was dat het begin om verder te gaan met de schoolambitie. Ook omdat in deze regio van Nederland weinig aanbod is voor hoogbegaafde leerlingen. We voelen het als een plicht om dit te doen.
Het is een ambitie van de hele school, directie en bestuur zien dit als een speerpunt. We doen dus mee met twee van onze vijf locaties. Voor alle locaties willen we dat de signalering op orde is: dat we weten welke leerlingen extra behoeftes hebben. Op de Woldborg in Grootegast, een kleine locatie, gaan we het onderwijs inrichten voor deze groep, waar ze al op jonge leeftijd (vanaf 10 jaar) terecht kunnen. Op de Lindenborg – een locatie met havo, atheneum en gymnasium – maken we het curriculum voor hoogbegaafde leerlingen passend. Meer eigenaarschap en zelfstandigheid voor de leerlingen. Voor de andere drie locaties geldt: als we daar onderwijs op maat kunnen verzorgen, doen we dat.
Waarom zijn jullie lid geworden?
“Als beginnende school is het natuurlijk erg interessant om deel uit te maken van het BPS-netwerk. De leidraad voor de visitatie is bijvoorbeeld een perfecte start om te zien waar je aan moet werken. Ook om onze aanpak duurzaam te maken, niet een los project binnen twee van onze scholen. En daarnaast zijn we erg benieuwd naar de kennis en inzichten van de andere scholen.”
Wat zouden jullie willen leren van andere scholen?
“Waar ik erg benieuwd naar ben is hoe de andere vo-scholen het onderwijs vormgeven. Je ziet twee stromingen. De ene zegt: hb-onderwijs past naadloos in regulier onderwijs. De andere stroming ziet liever aparte hb-klassen. Hoe doe je dat, inclusief onderwijsaanbod? Ik ben zelf enigszins sceptisch dat dat kan, maar ik laat me graag overtuigen van het tegendeel.
Daarnaast willen we graag leren hoe je je mensen meekrijgt.”
Wat komen jullie brengen?
“We hebben al jaren een Technasium. Dat denken gaan we doorvoeren in het hb-onderwijs. En daarnaast zijn we steeds verder om ons curriculum op maat te maken. Andere scholen zijn van harte welkom om hierover met ons te praten.”
SEO-rapport: Langetermijneffecten van plusklassen
SEO Economisch Onderzoek heeft in samenwerking met de Universiteit Maastricht en het National Talent Centre of the Netherlands (NTCN) onderzoek gedaan naar het effect van plusklassen voor begaafde leerlingen om onderpresteren in het voortgezet onderwijs tegen te gaan. Uit het onderzoek blijkt dat leerlingen met de hoogste Cito-scores vaker het vwo in zes jaar halen als ze naar een basisschool met een plusklas zijn gegaan.
Het bestuur #2: Harrie van Steen
Wie zitten er in het bestuur van de Vereniging BPS? Wat is hun motivatie? Deze keer stelt Harrie van Steen zich voor. Hij is conrector op het Stedelijk Gymnasium Nijmegen, een school die sinds 1983 werk maakt van onderwijs aan hoogbegaafden.
Motivatie
“Zo’n 35 jaar werk ik nu in het onderwijs, waarvan dertig op het Stedelijk. Eerst als docent Engels, vervolgens als afdelingsleider en later als conrector. Hier op school is de aandacht voor zeer slimme leerlingen een integraal onderdeel van wie we zijn. Dat is ook nodig bij deze leerlingenpopulatie. Hier mag je slim zijn, vragen stellen, meer weten dan de docenten.
Na een van mijn eerste lessen, aan een 2e klas, kwam een leerling naar me toe met een universitair grammaticaboek: waarom in dat boek iets anders stond dan ik had verteld. Ik kon haar dat uitleggen, maar het was me meteen duidelijk dat dit leerlingen zijn die de diepte in willen, die blijven doorvragen. En binnen die groep zijn er weer grote verschillen. Met die diverse niveaus ben ik in mijn lessen rekening gaan houden, anders raak je hen kwijt.
Toen ik in 2005 conrector werd vond ik dan ook dat die aandacht op schoolleidersniveau geborgd moest zijn. Daarom ben ik de ECHA-opleiding gaan doen. Niet alleen heeft me dat veel kennis opgeleverd, maar ook een uitgebreid netwerk van scholen en experts die allemaal bezig zijn met hoogbegaafde leerlingen.”
De Vereniging BPS
“Lid worden van de Vereniging BPS was een natuurlijke stap voor ons. We zijn al zo lang bezig met hoogbegaafde leerlingen, dan is het logisch dat je je aansluit bij een organisatie die hoogbegaafdheid hoog in het vaandel heeft staan. De kennisdeling tussen scholen is zo belangrijk. Net als de belangenbehartiging bij het ministerie, koepels en andere organisaties. Dat deze groep aandacht nodig heeft wordt misschien over het hoofd gezien, omdat de aanname is dat ze het toch wel redden.”
Het bestuur
“Als vooraanstaande school moet je je verantwoordelijkheid pakken. Daarom ben ik ook met veel plezier in het bestuur gegaan.
Voor mij is de uitbreiding van de vereniging niet het belangrijkste punt. Natuurlijk is het mooi als meer scholen zich aansluiten, ik denk dat vooral kennisdeling een belangrijk speerpunt is voor de komende jaren. Net als het zorgen dat we steeds meer een landelijke gesprekspartner zijn. We hebben als vereniging voldoende kennis en inzichten om die rol goed te kunnen vervullen.”
Ideaal
“Mijn ambitie voor de komende jaren is dat de term hoogbegaafdheid uit de zorghoek komt. Het is namelijk geen zorgkwestie, deze leerlingen hebben speciale onderwijsbehoeften. De problemen komen als we hen niet het juiste aanbod geven. Natuurlijk weet ik ook dat er hb-leerlingen zijn met zorgbehoeften, maar daar komen vaak andere diagnoses bij kijken. Als je hier in school loopt, zie je gewone, vrolijke kinderen. Alleen zijn ze superslim. Ze kunnen veel aan, ze profileren zich op allerlei gebieden.
Het is de taak van de school om ervoor te zorgen dat ze zich goed kunnen ontwikkelen. We moeten toe naar inclusief onderwijs in plaats van passend onderwijs. Bij elke leerling kijk je naar talenten, ambities en ondersteuningsbehoeftes. En daar pas je je onderwijs op aan. Het is er gewoon, je hoeft geen hulptroepen te organiseren. In zo’n situatie is onze vereniging overbodig. Maar dat zal nog wel een paar decennia duren.”
Wij zoeken een nieuwe voorzitter voor de Vereniging Begaafdheidsprofielscholen!
De Vereniging Begaafdheidsprofielscholen telt 75 leden: 49 scholen uit het voortgezet onderwijs en 26 scholen uit het primair onderwijs. En we groeien nog steeds. Onze leden geven kwalitatief hoogwaardig onderwijs en begeleiding aan hoogbegaafde leerlingen. Als vereniging ondersteunen en stimuleren onze leden daarin.
Wat zijn de taken van de vereniging?
De vereniging bestaat sinds 2007 en heeft de volgende taken:
– Het behartigen van de belangen van de begaafdheidsprofielscholen. Dat betekent dat we nauwe banden onderhouden met relevante organisatie zoals het ministerie van OCW, het Profielscholenberaad, SLO, samenwerkingsverbanden en NCTN.
– Het zorgdragen voor de zorgvuldige certificering van leden. De vereniging heeft een keurmerk ontwikkeld, dat de basis vormt voor een systeem van visitatie. Scholen ontvangen/behouden het certificaat na een positieve uitspraak van het bestuur ten aanzien van de doorlopen visitatie.
– Het bevorderen van de kennisuitwisseling tussen leden. Dat doen we onder andere door de Verenigingsdag (twee maal per jaar), de BPS Academie, nieuwsbrieven en regionale netwerken.
– Daarnaast willen we dat de kennis binnen de vereniging ook beschikbaar is voor andere scholen, samenwerkingsverbanden en organisaties.
Wat zijn onze ambities en uitdagingen?
Voor de komende jaren heeft het bestuur van de vereniging een aantal ambities en uitdagingen geformuleerd:
– We willen het aantal leden gestaag laten groeien, met een nadruk op het primair onderwijs. Dat betekent dat we als vereniging nog zichtbaarder in het veld moeten zijn.
– Met de groei van het aantal leden neemt ook het aantal visitaties toe. Om dat te realiseren dient ook de groep vaste visiteurs uitgebreid te worden. Met de toename van steeds nieuwe krachten is het ook van belang om de training van deze personen extra aandacht te geven.
– Voor de visitaties hebben we gekozen voor een methode die bekend staat als ‘waarderend auditen’; dat betekent dat de visiteurs kritisch en opbouwend meekijken met de scholen. Deze aanpak zal nog nadrukkelijker ingebed moeten worden in de vereniging. Daarnaast blijven we de visitatie-aanpak continu evalueren.
– Met de groei van het aantal leden zal veel aandacht worden besteed aan kennisdeling binnen de vereniging. Hoe kunnen we deze optimaal maken, zodat elke school kan profiteren?
– De vereniging is gesprekspartner van relevante organisaties in het veld, zoals het ministerie van OCW en de samenwerkingsverbanden. Voorbeeld hiervan is onze deelname aan het beleidsatelier inzake de inzet van de extra 15 miljoen in het regeerakkoord 2017 en de uitvoering van de subsidieregeling. Deze functie willen we steeds meer uitbouwen.
Wat verwachten we van de voorzitter?
– Het gezicht zijn van de vereniging, zowel intern als extern.
– Het coördineren, uitvoeren en bewaken van het verenigingsbeleid.
– Het nemen initiëren en ondersteunen van nieuwe initiatieven.
– Voorbereiden van bestuursvergaderingen (in samenwerking met de ambtelijk secretaris).
– Voorbereiden van de ALV (deel van de Verenigingsdag)
– Met enige regelmaat deelnemen aan visitaties.
– Vertegenwoordigen van de vereniging bij andere organisaties, zoals het profielenberaad, Klankbordgroep NTCN.
– Onderhouden van netwerkrelaties met onder andere het ministerie van OCW, NTCN, SLO, Novilo, et cetera.
– Het verstevigen en uitbreiden van dit netwerk.
– Diverse communicatie-werkzaamheden zoals het schrijven van artikelen en columns.
Wie zoeken we?
We zoeken een voorzitter met de volgende capaciteiten:
– Ruime bestuurlijke ervaring (in het onderwijs).
– Persoon met visie (en die ook kunnen uitdragen en uitvoeren).
– Affiniteit en ervaring met onderwijs aan (hoog-)begaafde kinderen.
– Een netwerker in het onderwijsveld (met nadruk op hoogbegaafdheid) die ons netwerk kan verstevigen en uitbreiden.
– Verbindend, empathisch en besluitvaardig.
– Flexibel en creatief.
Tijdsbesteding
De tijdsbesteding is gemiddeld 2 dagen per maand. Meer is mogelijk, dit hangt af van de extra activiteiten die de voorzitter bereid is op zich te nemen, zoals deelnemen aan visitaties.
Traject
De huidige voorzitter zal in het voorjaar 2021 afscheid nemen. Voor een goede overdracht zal de nieuwe voorzitter 1 januari 2021 beginnen.
Graag ontvangen we een cv met motivatie voor 1 november 2020. U kunt deze mailen naar info@begaafdheidsprofielscholen.nl.
Gesprekken zullen in november 2020 (uiterlijk begin december) plaatsvinden. De beslissing zal voor de kerstvakantie 2020 worden genomen.
Contact
Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met Antoinette van Bree, info@begaafdheidsprofielscholen.nl.
NPO3 – Ik durf het bijna niet te vragen: hoogbegaafden
Programma van de NPO waarin hoogbegaafde kinderen en volwassenen antwoord geven op vragen van kijkers.
Column # 21 – Een nieuwe stichting: NTCN
Dick van Hennik is onder andere voorzitter van de Vereniging BPS. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.
Onlangs zijn de statuten van de stichting National Talent Centre of the Netherlands (NTCN) bij de notaris gepasseerd. Het bestuur wordt gevormd door Mariska Poelman, Anouke Bakx, Nora Steenbergen en Tijl Koenderink. Ik mag een rol spelen in de Raad van Toezicht, samen met Lianne Hoogeveen en Jeroen Zeeuwen. De stichting stelt zich ten doel om allen die zich inzetten voor ondersteuning van begaafde leerlingen te verbinden.
De gezichtsbepalende rol is toebedeeld aan Desirée Houkema als managing director. Wie ooit een conferentie in de Blokhoeve in Nieuwegein heeft bezocht, weet dat zij samen met Nora de drijvende kracht is achter het Informatiepunt Talentstimuleren en de jaarlijkse tweedaagse in Nieuwegein.
Verbinden is het uitgangspunt. Daartoe is met succes een bid ingeleverd bij de ECHA om de tweejaarlijkse internationale ECHA Conferentie in Nederland (Den Haag) te organiseren in 2022. Verder is het doel om de dialoog in het veld over onderwijs en zorg te faciliteren d.m.v. nationale en regionale conferenties en de aan de stichting gelieerde Klankbordgroep. De vereniging BPS doet actief mee aan deze activiteiten.
Enige tijd geleden hebben deelnemers aan de bovengenoemde klankbordgroep aandacht besteed aan de ontwikkelingen in onderzoek, onderwijs en zorg op het gebied van begaafdheid. Op basis daarvan publiceert Desirée enkele artikelen op LinkedIn.
Wat opvalt is de verandering in benadering. De bekende categorieën van 2% van de bevolking, maar ook de minimumeis van een IQ van 130 om leerlingen in aanmerking te laten komen voor een eigen traject, zijn in de wetenschap al lange tijd passé. Liever spreken we van ondersteuningsbehoefte in de zorg en ontwikkelingsbehoefte in het onderwijs.
Deze uitgangspunten doen meer recht aan de leerling. Niet een passend programma dient centraal te staan, maar een passend aanbod. Bij een programma is meestal een curriculum leidend, bij een passend aanbod de behoefte van de leerling. Een plusklas of een standaard van compacten en verrijken alleen is niet voldoende voor leerlingen die dreigen vast te lopen. Onderzoek naar de behoefte van de leerling, vaak een samenspel van psychologie, pedagogie en didactiek – gaat vooraf aan het uiteindelijke aanbod. We hebben het dan niet over een diagnose gevolgd door een standaardaanpak, maar over een op de leerling toegesneden begeleidingstraject. Om onze scholen te ondersteunen bij het verzamelen van de nieuwste wetenschappelijke resultaten hebben we een nieuwe rubriek in onze website opgenomen.
Het vraagt van de scholen flexibiliteit en omdenken en extra aandacht van de leraren. Een nieuwe uitdaging, die zeker de moeite waard is.
Dick van Hennik
Het bestuur #1: Tamara van Catsburg
Wie zitten er in het bestuur #1: Tamara van Catsburg
Wie zitten er in het bestuur van de Vereniging BPS? Wat is hun motivatie? Deze keer stelt Tamara van Catsburg zich voor, intern begeleider op de Prins Florisschool en ambulant begeleider voor het samenwerkingsverband Zoetermeer. In september start ze met de opleiding Twice exceptional.
Motivatie
“Tijdens mijn hbo-studie Pedagogiek heb ik gewerkt als nazorgconsulent op een praktijkschool. Dat heeft me het inzicht gebracht dat ik voor de klas wilde staan, daarom ben ik de pabo (verkorte deeltijd) gaan doen. Aan het einde van het eerste jaar ben ik gaan werken op de Prins Florisschool. Dat is nu 11 jaar geleden. Toen er op school gewerkt ging worden met expertisegroepen heb ik mij aangemeld voor de expertisegroep meer- en hoogbegaafdheid.
Het onderwerp heeft me altijd getriggerd: waarom hebben sommige kinderen heel veel capaciteiten, maar komt het er niet uit? Ik ben mij gaan scholen op dit gebied door de opleiding Talentbegeleider bij Novilo te doen, en vervolgens de gevorderde-variant. In de tussentijd heb ik samen met de directrice en mijn collega hb-coördinator een plusvoorziening voor de groepen 1 t/m 4 opgericht. Deze plusvoorziening wordt nu bovenschools ingezet.”
De vereniging BPS
“Die interesse in hoogbegaafden is alleen meer geworden, hb-onderwijs is mijn passie. Mijn drive is om ervoor te zorgen dat ook deze leerlingen een leuke, leerzame schoolperiode krijgen waar ze mogen zijn wie ze zijn en durven te laten zien wat ze kunnen. We hebben deze doelgroep tientallen jaren tekort gedaan. Het is dus belangrijk dat we het onderwijs voor hoogbegaafde kinderen gaan optimaliseren. Dat is juist wat BPS doet: het is een platform waar we kennis delen en van elkaar kunnen leren. Je komt hierdoor makkelijk in contact met andere scholen.”
Het bestuur
“Toen ik werd gevraagd, hoefde ik niet lang na te denken. Ik wil een bijdrage leveren om het primair onderwijs sterker neer te zetten binnen de vereniging, de kennisdeling tussen basisscholen te intensiveren en de brug te slaan naar het voortgezet onderwijs.
Mijns inziens vraagt het primair onderwijs om een andere aanpak in de signalering en begeleiding. Op een basisschool werk je in een klas met vijf niveaus: van cognitieve zwakke leerlingen tot cognitief sterke leerlingen. Dat is een flinke kluif.”
Ideaal
“Mijn ideaal zou zijn dat we etiketten als hoogbegaafd niet meer gebruiken, maar dat we bij elke leerling kijken naar de onderwijsbehoeften. En die ook kunnen bieden.”