‘Samen elk talent versterken’ thema van online NTCN-symposium op 2 april
Het National Talent Centre of the Netherlands (NTCN) organiseert samen met de Radboud Universiteit een volledig online landelijk symposium op vrijdagmiddag 2 april. Dit symposium – ter nagedachtenis aan Franz Mönks – vindt plaats van 13.00-16.00 uur op 2 april; Franz’ verjaardag. Na inschrijving kan het symposium kosteloos worden gevolgd.
In het symposium komen onder andere de volgende thema’s aan bod:
– Creativiteit, talentontwikkeling & persoonlijke groei
– Innovatief samen leren en creëren
– Zoekend naar betekenis, van jong tot oud
Deze thema’s vormen als het ware een opmaat naar de ECHA2022-conferentie, die NTCN van 31 augustus tot en met 3 september 2022 in Den Haag organiseert, met als overkoepelend thema ‘Empowering Every Talent Together: Creative Ways to Enable Personal Growth’.
Meer informatie en aanmelden: kijk op de website van het National Talent Centre of the Netherland.
Artikel ‘Hoe start je onderwijs voor hoogbegaafden?’
Hoe start je onderwijs voor hoogbegaafden?
RSG De Borgen als beginnend BPschool
Sinds september 2020 is het Groningse RSG De Borgen lid van de Vereniging BPS. De school is ook nog niet zo lang bezig met hoogbegaafdheid. Daarom de vraag, waar begin je? Daisy Smit is directeur onderwijs bij een van die locaties, de Lindenborg, Dennis Volmer is directeur bedrijfsvoering van die locatie. Petra Spithost is begeleider passend onderwijs HB.
Smit: “We zijn nog niet zo lang bezig met hoogbegaafdheid, er was altijd wel de ambitie om meer te doen voor deze leerlingen. Ikzelf ben al enige jaren bezig met hoogbegaafdheid, onder andere als directeur van een basisschool waar we een voltijd hb-afdeling hadden. Toen ik hier in 2020 werd benoemd was dat het begin om verder te gaan met de schoolambitie. Ook omdat in deze regio van Nederland weinig aanbod is voor hoogbegaafde leerlingen. We voelen het als een plicht om dit te doen.”
Volmer: “Net als Daisy ben ik in 2020 begonnen op deze school. We troffen een school aan waar veel moest gebeuren, er was geen coherent geheel. Daarnaast wilden we de school op de kaart zetten in de regio. Deels deden we dat al met het Technasium, maar dat is iets wat meer scholen in de omgeving hebben. Vanuit dat startpunt hebben we gekeken naar wat we zouden kunnen doen.”
Neveneffecten van hb-onderwijs
Smit: “Het mooie van hb-onderwijs is dat je anders naar je totale onderwijs gaat kijken. De groep leerlingen is procentueel niet zo heel groot, het neveneffect is dat wel. Zeker in een situatie waar je je onderwijs als geheel wil verbeteren is die kritische blik erg belangrijk. Het kan een mooie aanleiding zijn om als team over je ambities, visie en aanpak te praten. Dat beperkt zich niet tot vwo, praktijkonderwijs, TL of havo passen daar net zo goed bij. Voor alle vijf locaties willen we dat de signalering op orde is, dat we weten welke leerlingen extra behoeftes hebben. Op de Woldborg in Grootegast, een kleine locatie, gaan we het onderwijs inrichten voor deze groep, waar ze al op jonge leeftijd terecht kunnen. Op de Lindenborg – een locatie met havo, atheneum en gymnasium – maken we het curriculum voor hoogbegaafde leerlingen passend. Meer eigenaarschap en zelfstandigheid voor de leerlingen. Voor de andere drie locaties geldt: als we daar onderwijs op maat kunnen verzorgen, doen we dat.”
Spithost: “Hb-onderwijs is een ambitie van de hele school, directie en bestuur zien dit als een speerpunt. En zoals Daisy zegt, een katalysator voor de rest van het onderwijs. Het start bij een visie en beleid binnen de stichting, hoe je het aanpakt begint op de werkvloer. Het bestuur kan die aanpak ondersteunen en stimuleren, bijvoorbeeld door tijd en geld vrij te maken, of door kennis binnen te halen. Daarmee laat je ook weten dat medewerkers worden gezien in hun vragen en behoeftes. Wat je ook wilt, is bepaalde aannames en beelden over hb bijstellen.
De rode draad van de vereniging is voor ons erg fijn. Je kunt je beginsituatie in kaart brengen en vanuit daaruit kijken we wat je gaat doen. En bepalen welke prioriteiten we hebben. Door met de leidraad te werken voorkom je ook onnodige discussies. Uiteraard gaan we niet voorschrijven aan de docenten wat er moet gebeuren. Betrekken van alle lagen en eigenaarschap bij de werkvloer zijn essentieel voor het slagen van onze aanpak. Je hebt dan snelle successen en dat is fijn. Dan heb je ook het gevoel dat je je ontwikkelt.”
Schoolbrede ontwikkeling
Volmer: “Daisy en ik hadden de insteek om door hb-onderwijs een schoolbrede ontwikkeling in te zetten. Dat lukt, wel zijn er altijd pijnpunten. Door de vorige directie waren al toezeggingen gedaan voor andere programma’s. Die hebben we voor nu on hold gezet, we kappen het ook niet af. We snappen dat dat teleurstellend is, maar we weten dat we met hb veel meer kunnen bereiken op de lange termijn.
Spithost: “De manier van denken die we bij hb’ers hebben moet structureel onderdeel worden van onze zorg, onderwijs en ondersteuning. Het volgen van de leerlingen en beeld krijgen van hun behoeftes.”
Smit: “Bij de start zijn we nauwkeurig gaan kijken naar de hb-leerlingen in onze school. Wat gebeurt er nu bij deze leerling? Waarom haakt hij af? Of wordt hij juist gemotiveerd? Wat bieden we deze groep nu aan? Vervolgens is Petra met de docenten aan de slag gegaan. Hoe kun je anders naar de leerling kijken? Wat zouden we anders moeten doen? Moeten we versnellen, compacten of juist iets heel anders?”
Spithost: “We vertalen deze casussen naar een bredere kijk om de ondersteuningsstructuur beter op te zetten. Ze dagen ons uit om kritisch te kijken naar waar we mee bezig zijn. Het gaat erom dat je de kinderen en hun behoeftes zichtbaar maakt. Als het gaat om ondersteuning moet je die ook een duidelijke plek geven. De talentcoördinator voelde zich vroeger niet altijd gehoord. Ze werd bijvoorbeeld niet betrokken bij leerlingbesprekingen. Nu hebben we dat geformaliseerd.”
Kennis en kunde in de organisatie gebruiken
Volmer: “Er zit zoveel kennis en kunde in de organisatie. Je moet er wel aandacht voor hebben. We merken dat collega’s het prettig vinden dat ze aangesproken worden op hun kennis. De talentcoördinator wordt in haar kracht gezet en krijgt ook de benodigde ondersteuning. Het is natuurlijk een hele ommezwaai voor de school, maar wij denken niet in onoverkomelijkheden. Als de wil er maar is.”
Spithost: “Vanuit personeelsbeleid kijk je welke talenten je al in je team hebt zitten. Welke opleidingen hebben mensen al gevolgd? Welke hobby’s hebben ze? Welke vrijwilligerswerk doen ze? Kijk ook naar de motivatie van de mensen. Vervolgens moet je ruimte geven aan ontwikkeling en opleiding.”
Smit: “Als je onderwijs aan hb’ers gaat geven moet je je realiseren dat je leerlingen in huis haalt die misschien niet meteen succesvol zijn. Dat heeft consequenties voor je resultaten. We praten daarover met de inspectie, het samenwerkingsverband en de leerplichtambtenaar. Het is belangrijk die mensen in je ontwikkeling en ambities mee te nemen. Gelukkig willen ze allemaal graag meedenken.”
Het bestuur #4 – Ninette Verheul
Wie zitten er in het bestuur van de Vereniging BPS? Wat is hun motivatie? Deze keer stelt Ninette Verheul zich voor. Zij was onder andere hb-specialist op het Stedelijk Gymnasium Schiedam en heeft nu haar eigen adviesbureau.
Motivatie
“Op mijn 42e ben ik pas in het onderwijs gaan werken, dat was begin jaren 90. Op het Stedelijk Gymnasium Schiedam ben ik begonnen als docent geschiedenis en maatschappijleer, daarnaast heb ik ook in het management gewerkt. Het was toen een kleine school en stond op de nominatie te verdwijnen. De toenmalig wethouder onderwijs heeft zich sterk gemaakt om de school te behouden.
Een belangrijk uitgangspunt was om elke leerling die bij ons kwam voor de school te behouden. Dat betekende dat we veel meer naar de individuele leerling gingen kijken. We hadden bijvoorbeeld Bart, hij zat in de vierde, was erg slim, het begrip “hoogbegaafdheid” was op onze school nog niet echt bekend. Hij was ook lastig in de klas en wilde een klas overslaan. Die kans hebben we hem gegeven; in de zomervakantie heeft hij zelfstandig de stof van klas 5 bestudeerd en voldoende afgrond. Wij, de docenten, dachten dat hij in klas 6 weer gewoon de lessen zou volgen en huiswerk maken, maar dat was een denkfout van onze kant.
We zijn toen op schoolbezoek geweest bij de Dalton Voorburg. Bart heeft daar een vwo-diploma gehaald. Deze ervaring heeft ons de motivatie en kennis gegeven om ons meer te gaan verdiepen in hoogbegaafdheid. Ik heb cursussen en opleidingen gedaan en ben de hb-coördinator geworden.
Mijn doel destijds als coördinator en nu als bestuurder en adviseur is om te kijken hoe je hb-leerlingen voor de school kunt motiveren, maar ook leren dat ze werk moeten doen dat saai is en in hun ogen niet nodig. Hoe begeleid je hen naar een eindexamen? In de jaren 90 keken we vooral naar de cognitieve kant, de lesstof, zoveel mogelijk uitdaging geven. Nu zie je naast het cognitieve steeds meer de nadruk op de persoonlijke ontwikkeling: de totale hb-leerling.”
De Vereniging
“In 2005 zijn we aspirant-lid geworden van de Vereniging BPS, in 2007 volwaardig lid. Het paste goed in de groei van onze school, om meer te doen met hb-leerlingen. Het lidmaatschap van de vereniging is vooral goed voor kennisuitwisseling over hoogbegaafdheid en de mogelijkheden voor de scholen: van elkaar leren we veel.”
Bestuur
“De rector van het Stedelijk Gymnasium Schiedam zat destijds in het bestuur. Zij vroeg mij om haar plaats in te nemen.? Dat was denk ik heel wat, want er zaten toen voornamelijk schoolleiders in het bestuur.
Ik vond en vind het bestuurswerk erg boeiend. We hebben in het begin van de vereniging de visitatie-systematiek opgezet. Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen was de eerste school die op die manier werd gevisiteerd, ik was voorzitter van die visitatiecommissie. Dat was erg leuk en leerzaam. Naast mijn activiteiten voor het bestuur maak ik deel uit van de werkgroep van de BPS academie. Het mede-organiseren van een jaarlijkse visitatie trainingsdag is een van mijn activiteiten. Vanuit het bestuur doe ik nog steeds veel visitaties; ik vind het interessant en leerzaam hoe andere scholen omgaan met hoogbegaafdheid. Hoeveel ruimte en vrijheid krijgen de leerlingen? Kunnen ze zich binnen het schoolkader ontwikkelen?”
Ideaal
“Dat hoogbegaafdheid een aspect is waar we aandacht aan blijven besteden. Het is niet zo dat bij hb-leerlingen alles vanzelf gaat; ook zij hebben net als iedereen goede begeleiding nodig. Hoogbegaafdheid is onderdeel van jou als mens. Niet alleen aandacht geven en dan loslaten, zoals bij Bart. Ik denk dat nog te veel mensen denken van hb-leerlingen dat ze alles zelf kunnen omdat ze zo slim zijn. Het zijn mensen met heel veel talenten; we kunnen als school veel bijdragen aan hun ontwikkeling.”
Lancering en symposium Kinder IQ Test Plus
Op 10 maart lanceert SCALIQ de KIQT+: de Kinder IQ Test Plus voor vermoedelijk (hoog)begaafde kinderen. De test is op zijn best bij een IQ van 105 tot 170, waar veel andere testen zich richten op het gemiddelde kind (IQ 85-115).
Voorafgaand aan de lancering is er een symposium, een (online) middag met sprekers uit binnen- en buitenland, waarin je meer leert over intelligentieonderzoek bij vermoedelijk hoogbegaafde kinderen, en natuurlijk over de KIQT+. Rudmer Heerema, Kamerlid van de VVD, zal het symposium openen.
Onderzoek de school in #3: RATIO en IMAGE
In binnen- en buitenland wordt veel onderzoek gedaan naar onderwijs aan hoogbegaafde kinderen en jongeren. Niet altijd bereikt dit onderzoek de scholen. Daarom vragen we elke nieuwsbrief een wetenschapper naar zijn of haar onderzoek (en dat van anderen). In deze aflevering vertellen Anouke Bakx en Marjolijn van Weerdenburg over RATIO en welk onderzoek ze daar doen.
Bakx: “RATIO is een wetenschappelijk expertisecentrum, verbonden aan de Radboud Universiteit. Op dit moment zijn we met z’n vieren: naast Marjolijn en mijzelf zijn Evelyn Kroesbergen en Lianne Hoogeveen verbonden. Sinds kort hebben we ook twee PhD-kandidaten. We doen kwalitatief hoogstaand wetenschappelijk onderzoek naar (hoog)begaafdheid, maar we vinden het ook erg belangrijk om de verbinding met de praktijk te maken. Dus: een combinatie van fundamenteel en toegepast onderzoek en de samenwerking met praktijkpartners.
We hebben bijvoorbeeld een vertaling uit het Engels gemaakt van een lijst met de belangrijkste principes uit de psychologie over begaafdheidsonderwijs — de ”Top 20” — die het meest nuttig zijn voor het onderwijs aan begaafde leerlingen. Elk principe wordt besproken en is voorzien van relevante literatuur en uitleg over de relevantie ervan voor het begaafdheidsonderwijs.
Concreet betekent het dat we zoveel mogelijk bestaande kennis willen delen en de vertaalslag van wetenschap naar de werkvloer willen maken. Ook kun je ons, bijvoorbeeld als docent of hb-coördinator, benaderen met een idee voor onderzoek.”
Van Weerdenburg: “In het verleden kwamen er mensen naar me toe met de vraag: zou je niet eens onderzoek doen naar…? Vanuit verschillende disciplines werd er onderzoek gedaan naar hoogbegaafdheid, maar los van elkaar. We willen verschillende onderzoeken meer gaan bundelen. Ook kijken we hoe we masterscripties beter op elkaar kunnen afstemmen. We hebben een aantal onderzoeksthema’s op basis waarvan we dat doen: vroegsignalering, talent bij kwetsbare groepen, dubbel-bijzonder, onderpresteren, motivatie en leerpotentieel.”
IMAGE
Van Weerdenburg: “We zijn net gestart met een heel groot onderzoeksprogramma in opdracht van de overheid, Impact of Activities of Gifted Education, kortweg IMAGE. In 4,5 jaar gaan we kijken naar de impact van gelden die naar de samenwerkingsverbanden zijn gegaan voor het verbeteren van passend onderwijs voor begaafde leerlingen. Dit project heeft heel veel kennisdeling in zich. Kennis en inzichten die we ophalen geven we ook terug aan het veld. Wat werkt er? Wat zijn onderliggende mechanismen? Welke condities heb je nodig hebt om goed passend onderwijs voor begaafde leerlingen te geven?”
Bakx: “Normaal gesproken doe je onderzoek en deel je je resultaten en bevindingen aan het einde. Nu willen we inzichten meteen kunnen delen en zichtbaar maken voor scholen en samenwerkingsverbanden. We gaan veel deelonderzoeken doen, die we verbinden in een groter geheel. We nemen het systemisch perspectief, de wereld rond de begaafde leerlingen. Dus niet alleen de school, maar ook bijvoorbeeld familie, beleid en zorg. We zijn net gestart met de eerste enquetes, we hopen natuurlijk snel resultaten te laten zien.”
Meer weten over RATIO?
Kijk op: https://www.ru.nl/bsi/research/group-pages/ratio-wetenschappelijk-expertisecentrum-radboud/
Meer weten over IMAGE? Bekijk de volgende filmpjes.
Column #24 – Thuiszitten, wat gaan we doen?
Dick van Hennik is onder andere voorzitter van de Vereniging BPS. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel. Dit is zijn laatste column, hij neemt op 17 maart 2021 afscheid als voorzitter.
Passend onderwijs betekent niet dat de leerling (weer) in de school behoort te passen, maar dat het onderwijs zodanig passend wordt gemaakt, dat de leerling blijft leren.
Op deze zin heb ik wat zitten broeden. Het eerste deel gaat over de vraag of de leerling werkelijk wel centraal staat. Vrijwel elke zichzelf respecterende school heeft deze leerstelling wel in de schoolgids staan. Gesteld dat we dat ook waar maken, hoe komt het dan dat er nog zoveel leerlingen niet meer naar school gaan, omdat het niet meer lukt om er te leren? Daarom heb ik in het tweede deel van de zin de woorden ‘blijft leren’ opgenomen. We komen immers pas in actie als er een crisis is ontstaan, als de thuiszitter een probleem geworden is. Is het mogelijk om dit te voorkomen?
Onlangs kreeg ik een nuttig boekje in handen. ‘De achterkant van het onderwijs’, is de titel. Nuttig, omdat het niet de pretentie heeft te zijn gebaseerd op gedegen onderzoek, maar omdat het een serie gesprekken weergeeft waarin ervaringsdeskundigen zich uitspreken over wat hen is overkomen. De auteurs Marjon Velsink en Melanie Philips, beiden werkzaam in het voortgezet onderwijs, doen verslag van hun gesprekken met leerlingen die door omstandigheden niet meer naar school gingen. Over het algemeen hebben ze zich door een moeilijke periode heen geworsteld en uiteindelijk hun plaats in de samenleving gevonden. Nuttig, omdat de auteurs zich hebben laten leiden door het verhaal van de betrokkenen en vanuit die verhalen enkele suggesties hebben gedestilleerd.
Naast de verhalen van de jongeren, hebben ze ook ‘omstanders’ geïnterviewd. Die hoofdstukken verbreden het perspectief. Ook hier zien we illustraties van een worsteling en misschien ook wel van een alom gevoelde machteloosheid. De politieke keuze, bijvoorbeeld, om de financiering van de zorg te veranderen, heeft de uitvoerders van die zorg voor grote problemen gesteld.
Maar mij trof vooral het relaas van de inspecteur van het onderwijs. Op de vraag naar de oorzaken van het thuiszitten (en van de toename van het aantal leerlingen die dat moeten meemaken) volgt een lijst van oorzaken (p.52). Helemaal onderaan de lijst staat ‘(zeer) hoogbegaafdheid’. Kenmerk van de lijst: het gaat over symptomen en niet over de vraag of de wijze waarop het onderwijs is ingericht wel klopt. Geen toelichting, geen twijfel, geen bespiegeling. Een volgende vraag van de auteurs betreft de door de scholen ervaren druk om goede cijfers aan te leveren bij de inspectie. Ook hier weer geen twijfel. Inspecteurs houden toezicht op de naleving van wet- en regelgeving. Daar moeten we het dan mee doen. Geen spoor van twijfel over de aard van die regels. Ik heb de wet er niet op nagelezen, maar ik vraag me af of in de wet geregeld is dat scholen met elkaar vergeleken moeten worden.
Het moge duidelijk zijn dat we zelf de hand aan de ploeg moeten slaan. Dat we eigenzinnig op zoek gaan naar wat voor de leerlingen passend is. Ik doe een paar suggesties.
– Laten we de termen opbrengsten, rendementen, leerwinst, leerachterstanden en alle andere aan de bedrijfskunde ontleende woorden uit ons onderwijsvocabulaire schrappen.
– Laten we leren rekening te houden met het ontwikkelingstempo van kinderen en adolescenten, dat immers gekenmerkt wordt door ups en downs, door ‘sprongetjes’ en stilstand.
– Laten we ophouden van hen te eisen dat ze op een van tevoren vastgesteld tijdstip voldoen aan een norm, die een ‘overheid’ heeft vastgesteld en waaraan ze op een bepaalde leeftijd moeten voldoen.
– Laten we ophouden de leerlingen die niet op tijd voldoen aan de van tevoren gestelde eisen te bestempelen als probleemleerlingen, want het levert alleen maar verliezers op. Allereerst de leerling zelf, dan de leraar en tenslotte de school.
We weten allemaal dat we kwaliteit alleen nog maar meten door vooral naar kwantiteit te kijken. Het roer kan alleen maar om als we onze overheden laten weten dat we onze kwaliteit niet meer gaan verantwoorden door middel van cijfers, maar door te laten zien dat onze leerlingen continu blijven leren. Dat we het onderwijs zo passend hebben gemaakt, dat de leerlingen zich gestimuleerd weten, dat ze worden beoordeeld op hun resultaten, maar nooit veroordeeld omdat ze niet in een systeem passen. Wie weet kunnen we dan voorkomen dat kinderen thuis komen te zitten; kunnen we ervoor zorgen dat ze blijven leren.
Epiloog
Dit was mijn laatste column als voorzitter van de BPS. Ik mag terugkijken op een lang onderwijsleven. Ik heb mijn schooltijd doorgebracht in de jaren ’50 en ’60 en ben mijn loopbaan begonnen in 1970. In een tijd waarin het verschijnsel thuiszitter vrijwel onbekend was.
Behoudzucht kan mij zeker niet aangewreven worden, maar als ik de treurnis van het thuiszitten nu aanschouw, kan ik een nostalgisch verlangen naar die goede oude tijd niet helemaal onderdrukken. Tijd dus om af te sluiten. De vereniging BPS staat vooraan bij het streven naar onderwijs dat begaafde leerlingen past. We leren gezamenlijk hoe dat nog beter kan; we ondersteunen waar het moet, volgen kritisch waar het helpt en ik hoop van harte dat jullie daar nog lang mee door zullen gaan.
Nieuwe aspirant-leden stellen zich voor
De Vereniging BPS verwelkomt drie nieuwe aspirant-leden:
– Atheneum College Hageveld, Heemstede
– Markland College, Oudenbosch
– Basisschool De Elzenhoek, Zoetermeer
Op dit moment heeft de vereniging in het primair onderwijs 23 (aspirant-)leden, in het voortgezet onderwijs zijn er 50 (aspirant-)leden.
—————————————————————————————————-
Basisschool De Elzenhoek, Zoetermeer
Lianne Leukfeldt – van Hermelen, directeur
Kun je kort vertellen over jullie school?
“We zijn een katholieke basisschool met iets meer dan 200 leerlingen. We hebben als team de GROEI-visie ontwikkeld: Gezamenlijkheid, Relatie, Ontwikkeling, Eigenaarschap en Identiteit. Aan deze kernwaarden hechten we grote waarde en alles wat we doen, staat in het teken van deze kernwaarden.
Samenwerken en samen leren neemt bij ons een belangrijke plaats in. Zowel kinderen als teamleden kunnen veel van en met elkaar leren. Vanuit ‘erkende ongelijkheid’ hechten wij waarde aan het inzetten en delen van specifieke kennis. Leerkrachten leren van elkaar door klassenbezoeken af te leggen en feedbackgesprekken te voeren.
We vinden het belangrijk dat wat we doen, zinvol is. We kijken kritisch naar ons handelen en de verwachtingen die we hebben van de kinderen. Zodra kinderen de meerwaarde van het leren zien, raken ze intrinsiek gemotiveerd voor het leren. Het gaat hierbij om het vergroten van het gevoel van eigenaarschap over het eigen leerproces. De komende jaren gaan we hier steeds meer de focus op leggen door doelgericht te werken. Aan ieder doel koppelen we succescriteria zodat kinderen goed kunnen zien welke stappen zij moeten maken om hun doelen te behalen en hoe ver ze al zijn in het behalen van hun doelen. Leren leren staat daarbij centraal.”
Waarom zijn jullie lid geworden?
“We zijn lid geworden omdat we als school hebben gekozen voor de profilering op het gebied van Talent, waarbij hb-onderwijs een duidelijke ’tak’ binnen ons onderwijs gaat worden. We staan dus nog aan het begin van het traject. De kennis en ervaring binnen de vereniging kan ons in het proces helpen.”
————————————————————————————————-
College Hageveld, Heemstede
Ronald Haak, onderwijskundig begeleider VIA
Kun je kort vertellen over jullie school en jullie visie op hoogbegaafdheid?
“We zijn het enige zelfstandige atheneum dat Nederland telt. We hebben ongeveer 1450 leerlingen die van zo’n honderd basisscholen uit de regio Zuid-Kennemerland en uit de regio Haarlemmermeer komen. De school is gehuisvest in een sfeervol monumentaal gebouw op het landgoed Hageveld. Het landgoed ligt in Heemstede en is omringd door bos en weiland.
Sinds 2010 kijken we steeds meer naar de behoeftes van meer- en hoogbegaafde leerlingen. Een groot deel van deze leerlingen heeft moeite met de reguliere “bottom-up”- lesmethodes in het onderwijs. Dat betekent dat er wordt geleerd van de delen naar het geheel: eerst de woordjes en de grammatica en daarna pas het verhaal, eerst het oefenen van eenvoudige sommen, dan de moeilijke opgaven en tenslotte een toepassing. Veel meer- en hoogbegaafde leerlingen leren liever omgekeerd, vanuit het geheel naar de delen. Dat noemen we “top-down”. Dus eerst de grote verbanden, dan de losse feiten. Het top-down leren geven we vorm middels het onderzoekend en ontwerpend leren. Dit geeft mogelijkheden om te differentiëren: in onderwerp, aanpak en product.
We hebben ontzettend veel geleerd in de afgelopen jaren in VIA Hageveld, een voltijds vwo-stroom voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. Allereerst dat het ‘peer-effect’ enorm sterk is. Leerlingen kunnen zich (weer) in elkaar herkennen. Ze delen de humor en (niet altijd) de leerhonger. Ze werken graag aan de grote top-down-opdrachten via de didactiek van het onderzoekend en ontwerpend leren. Zelfsturing is erg belangrijk bij deze werkwijze. In de loop van de tijd zijn we tot het besef gekomen dat expliciete aandacht voor leerstrategieën essentieel is. Sinds dit schooljaar zijn we bezig met een traject om de aandacht hiervoor te verweven in onze didactiek.”
Waarom zijn jullie lid geworden?
“We willen meer contact en uitwisseling met andere scholen, we denken dat leren van en met elkaar ons weer verder zal helpen. Wij zijn al heel wat jaren bezig en daardoor zie je niet altijd goed je eigen blinde vlekken.”
Wat zouden jullie van andere leden willen leren? Wat kunnen ze van jullie leren?
“Er is veel kennis en kunde bij ons in huis, we zijn benieuwd hoe andere scholen invulling geven aan het hb-onderwijs. Ook hoe we in ons reguliere onderwijs meer aandacht kunnen hebben voor hoogbegaafdheid. Ik denk dat we voor andere scholen interessant kunnen zijn omdat wij al veel ervaring in huis hebben en al veel doen.”
——————————————————————————
Markland College, Oudenbosch
Jeroen Wiegeraad, docent biologie en coördinator meer- en hoogbegaafdheid
Kun je kort vertellen over jullie school en jullie visie op hoogbegaafdheid?
“We zijn een brede school, we geven onderwijs van basis/kader tot en met gymnasium. We zijn ook een echte regio-school, onze leerlingen komen van Roosendaal tot Etten-Leur, en alle dorpen daartussen.
Sinds een jaar of twee is de school bezig met hb-onderwijs, daarvoor werd er wel gekeken naar cognitieve capaciteit van leerlingen. De begeleiding was minimaal. Er was dus een impuls nodig. Het Markland heeft samen met andere scholen in het samenwerkingsverband de eis geformuleerd dat de basisondersteuning op orde moest zijn, ook voor hb-kinderen. Toen is er ook een plan geschreven.
Zelf kwam ik 1,5 jaar geleden hier, daarvoor werkte ik op Huizermaat, een van de eerste lichtingen BPscholen. De ideeën en aanpak heb ik meegenomen. Een kernpunt is dat je kinderen eerst persoonlijke aandacht geeft, eerst laat groeien en ontwikkelen, voordat je je gaat verdiepen en verbreden. Je moet je eerst een goed beeld vormen van een hb-leerling en wat de aandachtspunten zijn. Daarom is het tweede kernpunt zo belangrijk: het portfolio. Dat maakt zichtbaar welke voortgang een leerling boekt. En dan is de derde pijler de cognitieve aandacht. En ook in die volgorde.”
Waarom zijn jullie lid geworden?
“Ten eerste willen we een onafhankelijke partij die de kwaliteit van ons hb-onderwijs kan beoordelen. En feedback kan geven waarmee we verder kunnen. Verder zou ik graag met scholen in onze regio willen praten of we samen een netwerk met het hoger onderwijs kunnen vormen. En het is mooi dat we via de Vereniging bij andere scholen binnen kunnen kijken. Daar leer je veel van. Het fijne is dat de BPS landelijk opereert, in de regio is bij elkaar kijken soms lastig vanwege het concurrentie-idee.”
Wat zouden jullie van andere leden willen leren? Wat kunnen ze van jullie leren?
“Als ik kijk naar de drie pijlers (persoonlijke aandacht, portfolio en uitdaging) ben ik benieuwd hoe anderen dat hebben vormgegeven. En zoals ik al zei, ik wil graag de verbinding met het hoger onderwijs. Dat onze leerlingen daar al van kunnen proeven.
Vanuit het samenwerkingsverband hebben we geld gekregen voor ondersteuning. Daar zijn we mee aan het stoeien. Wat is basisondersteuning? Wanneer start je breedteondersteuning? Hoe faciliteer je dat? Ik ben heel benieuwd hoe andere scholen dat doen.
Bij ons kunnen scholen kijken naar onze mooie aanpak voor persoonlijke aandacht. En hoe we laten zien welke ontwikkeling leerlingen doormaken.”
Landelijke bijeenkomst voor hoogbegaafde studenten
Stichting Landelijke Netwerk HB-HO heeft als missie om enerzijds hoogbegaafde studenten in het hoger onderwijs op maat te begeleiden, anderzijds wil het netwerk kennis van en begrip voor hoogbegaafde studenten bevorderen.
In de Week van de Hoogbegaafdheid (6 – 14 maart 2021) organiseert het netwerk op zondag 14 maart 2021 van 16 – 18 uur een landelijke bijeenkomst voor hoogbegaafde studenten. Studenten van Universiteit van Wageningen zullen deze meeting organiseren.
Meer informatie hierover volgt op: www.hb-ho.nl
Vereniging verwelkomt nieuwe aspirant-leden
De Vereniging BPS verwelkomt drie nieuwe aspirant-leden:
– Atheneum College Hageveld, Heemstede
– Markland College, Oudenbosch
– Basisschool De Elzenhoek, Zoetermeer
Op dit moment heeft de vereniging in het primair onderwijs 23 (aspirant-)leden, in het voortgezet onderwijs zijn er 50 (aspirant-)leden.
#Point: Hoe signaleer je hoogbegaafdheid?
Gemiddeld zitten in elke klas kinderen met kenmerken van (hoog)begaafdheid. Maar hoe kun je (hoog)begaafdheid bij jou in de klas herkennen? Vanuit #POINT schreven Anouke Bakx, Elise Samsen, Kim Smeets en Lianne Hoogeveen een artikel hierover.