SLO: Handreiking overgangsjaar versnelde leerlingen
Deze handreiking is een hulpmiddel voor scholen bij het opzetten en uitvoeren van een overgangsjaar tussen het primair en het voortgezet onderwijs voor leerlingen die het po in minder dan acht jaar doorlopen hebben. Zo’n overgangsjaar is specifiek bedoeld voor leerlingen die eraan toe zijn om het po te verlaten, maar nog niet helemaal klaar zijn voor het vo. De handreiking gaat in op zowel de organisatie als op het curriculum van het overgangsjaar.
De handreiking is tot stand gekomen met de medewerking van Anja Visscher-Schippers (Hondsrugcollege Emmen), Harrie van Steen (Stedelijk Gymnasium Nijmegen), Menno Poot (Stedelijk Gymnasium Schiedam), Bianca Coenen-de Kort (Titus Brandsmalyceum Oss), Mirjam Mensch (Murmellius Gymnasium Alkmaar), Mariët De Gooijer (Maupertuus Driebergen) en Carolien Christiaanse (Gymnasium Felisenum Velsen-Zuid).
Column Marko Otten #1: De brug
De reiziger begroet een brug als de handigste manier om vanaf hier de overkant te bereiken. Op de ene plek zoef je onaangedaan in de intercity over een ondergelopen weiland. Elders beweeg je je hoog boven een diep en duister ravijn voorzichtig over een wankele hangbrug. Door onze waterrijke delta zijn we heel wat bruggen gewend, in alle soorten en maten.
Geen wonder dat de ontwerpers van de Mammoetwet (1963) de metafoor van de brug gebruikten voor het overgangsjaar tussen basis- en voortgezet onderwijs. Iedere Nederlander denkt meteen aan brede rivieren die oneindig tussen twee schoolsoorten stromen en daar kun je de lieve kinderen natuurlijk niet in laten verdrinken. Dankzij een brugklas konden zij wennen aan de ‘kilte’ van het grote voortgezet onderwijs dat idealiter zou plaatsvinden in brede scholengemeenschappen. De overgangsklas moest dezelfde samenstelling hebben als groep acht. Via differentiatie in de brugklassen van de brede school creëerde men de ultieme kans voor nadere niveaubepaling.
Niet lang na de invoering van de Mammoetwet zagen we – om de metafoor trouw te blijven – onder de brug een tweestromenland ontstaan. De brede scholengemeenschappen zijn er wel gekomen maar de hang naar duidelijk afgebakende schoolsoorten bleef bestaan, tot op de dag van vandaag. Categoriale gymnasia bloeien als nooit tevoren. Selecteren doen we nog steeds liever bij vertrek uit het primair onderwijs dan aan het eind van de brugklas. Tegenstanders schilderen deze tendens vaak af als standenonderwijs. De brugklas, en zeker die in categoriale scholen, zou juist dwingen tot vroeg discrimineren en kinderen beroven van kansen op een hoger niveau.
Als een reactie daarop ontstond in de jaren zeventig het idee van de middenschool, een soort opgerekte brugperiode van drie jaar. Uitstel van het keuzemoment. In de gemengde groepen van de middenschool zouden de goede leerlingen hun minder goede klasgenoten automatisch opheffen naar een hoger niveau. Zoals bekend bleek het politieke en maatschappelijke draagvlak voor de middenschool te smal. Velen zagen de middenschool als de uitkomst van ideologisch gedreven systeemdenken. Toch blies de Onderwijsraad recentelijk nieuw leven in het idee: ‘verplicht een driejarige brugperiode’. Commotie! Net als destijds was de leraren niets gevraagd en leerlingen namens wie dit allemaal bedacht is, mochten evenmin meepraten.
Onze BPscholen laten al zien hoe je het doet. Sinds mijn hernieuwde kennismaking met de vereniging kan ik bij onze scholen de variaties bewonderen op het thema differentiatie en maatwerk, het handwerk van de overbrugging. Ik zie hoe het gesprek met de individuele leerling tot conclusies leidt en dat daar dan onderwijs omheen geplooid wordt. Dit geschiedt door alle leerjaren heen in primair en voortgezet onderwijs. Noem je dan ieder jaar een brugklas? Of valt de brug er straks helemaal uit? We zien her en der doorlopende leerlijnen ontstaan voor hb-leerlingen van basis- naar voortgezet onderwijs. Op een aantal plaatsen hebben onze collega’s juist nieuwe bruggen geslagen voor jonge hb-kinderen: de Intermezzoklas of de Voorsprongklas. Die helpen de overstap naar het voortgezet onderwijs te maken.
Mijn stelling is: als de BPS school maakt, heb je geen middenschool meer nodig. ‘Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden die elkaar vroeger schenen te vermijden, worden weer buren.’
Marko Otten is voorzitter van de Vereniging Begaafdheidsprofielscholen
Onderzoek Fontys: hoogbegaafdheid onderdeel diversiteit en inclusie
Hoogbegaafdheid kan in het hoger onderwijs problemen als verveling en faalangst met zich meebrengen. Bij Fontys is hiernaar onderzoek gedaan, waaruit verschillende praktische handvatten voor zowel studenten als docenten zijn gekomen.
Gezocht vervangende leerkracht / begeleider voor plusgroep Rotterdam
GEZOCHT: vervangende leerkracht / begeleider voor de plusgroep van de Kralingsche School in Rotterdam. Wegens zwangerschapsverlof zijn wij op zoek naar iemand die tijdelijk de plusgroep wil overnemen en begeleiden. Deze vindt 1x per week plaats, momenteel op donderdag maar mocht een andere dag jou beter uitkomen dan is dit zeker mogelijk. In de plusgroep zitten kinderen die hoogbegaafd zijn maar door een bijkomend probleem niet altijd goed uit de verf komen. Denk aan moeite met bepaalde executieve functies of bijvoorbeeld dyslexie. Wij richten ons op de persoonlijke ontwikkeling van deze kinderen en werken daarnaast aan projecten om ook op cognitief gebied uitdaging te bieden.
Ben jij of ken jij iemand die deze functie tijdelijk (van september tot begin december) zou willen overnemen, neem dan contact op via:
d.zweere@kralingscheschool.nl
SLO: werk maken van maatwerk
Je wilt aan de slag met maatwerk bieden aan je leerlingen, maar hoe doe je dat? SLO heeft een themapagina gemaakt met allerlei handvatten voor het geven van maatwerk (versnellen, verrijken, differentiëren, hoger niveau, maatwerkprogramma). Om te helpen met het zetten van de eerste stappen bij deze verandering, staan hier ook tips en voorbeelden waarin maatwerk geboden wordt.
Lianne Hoogeveen hoogleraar Identification, Support and Counseling of Talent
Dr. Lianne Hoogeveen is per 1 maart 2021 benoemd tot bijzonder hoogleraar Identification, Support and Counseling of Talent aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit. Deze leeropdracht is een samenwerking met het Radboud Centrum Sociale Wetenschappen en CBO Talent Development.
In haar onderzoek zal Hoogeveen zich richten op onderzoek dat bijdraagt aan het ontdekken, herkennen en uitdagen van verborgen talent. Ook kijkt ze naar onderwijsaanpassingen voor hoogbegaafde leerlingen. Ze zoekt daarvoor de samenwerking op met collega’s in een internationale context, van Europese en niet-Europese universiteiten, gericht op het vergroten van kennis en vaardigheden over hoogbegaafde leerlingen.
Internationale online conferenties over begaafdheid in 2021
Ervaringen en ideeën uitwisselen en jezelf verder professionaliseren op het gebied van begaafdheid kan dit jaar ook via diverse internationale online conferenties. Hierbij de data van drie internationale conferenties op een rijtje.
31 juli-1 augustus & 7-8 augustus 2021 The 24th WCGTC Biennial World Conference
Het thema van deze conferentie is ‘Developing The Future Of Gifted Education’. Deze conferentie wordt georganiseerd door The World Council for Gifted and Talented Children (WCGTC).
Meer informatie en aanmelding
31 augustus t/m 3 september 2021 The 17th ECHA Conference
Deze conferentie van the European Council for High Ability heeft als thema ‘Gifts and Talents, Values for the Future’.
Meer informatie en aanmelding
‘Samen elk talent versterken’ thema van online NTCN-symposium op 2 april
Het National Talent Centre of the Netherlands (NTCN) organiseert samen met de Radboud Universiteit een volledig online landelijk symposium op vrijdagmiddag 2 april. Dit symposium – ter nagedachtenis aan Franz Mönks – vindt plaats van 13.00-16.00 uur op 2 april; Franz’ verjaardag. Na inschrijving kan het symposium kosteloos worden gevolgd.
In het symposium komen onder andere de volgende thema’s aan bod:
– Creativiteit, talentontwikkeling & persoonlijke groei
– Innovatief samen leren en creëren
– Zoekend naar betekenis, van jong tot oud
Deze thema’s vormen als het ware een opmaat naar de ECHA2022-conferentie, die NTCN van 31 augustus tot en met 3 september 2022 in Den Haag organiseert, met als overkoepelend thema ‘Empowering Every Talent Together: Creative Ways to Enable Personal Growth’.
Meer informatie en aanmelden: kijk op de website van het National Talent Centre of the Netherland.
Artikel ‘Hoe start je onderwijs voor hoogbegaafden?’
Hoe start je onderwijs voor hoogbegaafden?
RSG De Borgen als beginnend BPschool
Sinds september 2020 is het Groningse RSG De Borgen lid van de Vereniging BPS. De school is ook nog niet zo lang bezig met hoogbegaafdheid. Daarom de vraag, waar begin je? Daisy Smit is directeur onderwijs bij een van die locaties, de Lindenborg, Dennis Volmer is directeur bedrijfsvoering van die locatie. Petra Spithost is begeleider passend onderwijs HB.
Smit: “We zijn nog niet zo lang bezig met hoogbegaafdheid, er was altijd wel de ambitie om meer te doen voor deze leerlingen. Ikzelf ben al enige jaren bezig met hoogbegaafdheid, onder andere als directeur van een basisschool waar we een voltijd hb-afdeling hadden. Toen ik hier in 2020 werd benoemd was dat het begin om verder te gaan met de schoolambitie. Ook omdat in deze regio van Nederland weinig aanbod is voor hoogbegaafde leerlingen. We voelen het als een plicht om dit te doen.”
Volmer: “Net als Daisy ben ik in 2020 begonnen op deze school. We troffen een school aan waar veel moest gebeuren, er was geen coherent geheel. Daarnaast wilden we de school op de kaart zetten in de regio. Deels deden we dat al met het Technasium, maar dat is iets wat meer scholen in de omgeving hebben. Vanuit dat startpunt hebben we gekeken naar wat we zouden kunnen doen.”
Neveneffecten van hb-onderwijs
Smit: “Het mooie van hb-onderwijs is dat je anders naar je totale onderwijs gaat kijken. De groep leerlingen is procentueel niet zo heel groot, het neveneffect is dat wel. Zeker in een situatie waar je je onderwijs als geheel wil verbeteren is die kritische blik erg belangrijk. Het kan een mooie aanleiding zijn om als team over je ambities, visie en aanpak te praten. Dat beperkt zich niet tot vwo, praktijkonderwijs, TL of havo passen daar net zo goed bij. Voor alle vijf locaties willen we dat de signalering op orde is, dat we weten welke leerlingen extra behoeftes hebben. Op de Woldborg in Grootegast, een kleine locatie, gaan we het onderwijs inrichten voor deze groep, waar ze al op jonge leeftijd terecht kunnen. Op de Lindenborg – een locatie met havo, atheneum en gymnasium – maken we het curriculum voor hoogbegaafde leerlingen passend. Meer eigenaarschap en zelfstandigheid voor de leerlingen. Voor de andere drie locaties geldt: als we daar onderwijs op maat kunnen verzorgen, doen we dat.”
Spithost: “Hb-onderwijs is een ambitie van de hele school, directie en bestuur zien dit als een speerpunt. En zoals Daisy zegt, een katalysator voor de rest van het onderwijs. Het start bij een visie en beleid binnen de stichting, hoe je het aanpakt begint op de werkvloer. Het bestuur kan die aanpak ondersteunen en stimuleren, bijvoorbeeld door tijd en geld vrij te maken, of door kennis binnen te halen. Daarmee laat je ook weten dat medewerkers worden gezien in hun vragen en behoeftes. Wat je ook wilt, is bepaalde aannames en beelden over hb bijstellen.
De rode draad van de vereniging is voor ons erg fijn. Je kunt je beginsituatie in kaart brengen en vanuit daaruit kijken we wat je gaat doen. En bepalen welke prioriteiten we hebben. Door met de leidraad te werken voorkom je ook onnodige discussies. Uiteraard gaan we niet voorschrijven aan de docenten wat er moet gebeuren. Betrekken van alle lagen en eigenaarschap bij de werkvloer zijn essentieel voor het slagen van onze aanpak. Je hebt dan snelle successen en dat is fijn. Dan heb je ook het gevoel dat je je ontwikkelt.”
Schoolbrede ontwikkeling
Volmer: “Daisy en ik hadden de insteek om door hb-onderwijs een schoolbrede ontwikkeling in te zetten. Dat lukt, wel zijn er altijd pijnpunten. Door de vorige directie waren al toezeggingen gedaan voor andere programma’s. Die hebben we voor nu on hold gezet, we kappen het ook niet af. We snappen dat dat teleurstellend is, maar we weten dat we met hb veel meer kunnen bereiken op de lange termijn.
Spithost: “De manier van denken die we bij hb’ers hebben moet structureel onderdeel worden van onze zorg, onderwijs en ondersteuning. Het volgen van de leerlingen en beeld krijgen van hun behoeftes.”
Smit: “Bij de start zijn we nauwkeurig gaan kijken naar de hb-leerlingen in onze school. Wat gebeurt er nu bij deze leerling? Waarom haakt hij af? Of wordt hij juist gemotiveerd? Wat bieden we deze groep nu aan? Vervolgens is Petra met de docenten aan de slag gegaan. Hoe kun je anders naar de leerling kijken? Wat zouden we anders moeten doen? Moeten we versnellen, compacten of juist iets heel anders?”
Spithost: “We vertalen deze casussen naar een bredere kijk om de ondersteuningsstructuur beter op te zetten. Ze dagen ons uit om kritisch te kijken naar waar we mee bezig zijn. Het gaat erom dat je de kinderen en hun behoeftes zichtbaar maakt. Als het gaat om ondersteuning moet je die ook een duidelijke plek geven. De talentcoördinator voelde zich vroeger niet altijd gehoord. Ze werd bijvoorbeeld niet betrokken bij leerlingbesprekingen. Nu hebben we dat geformaliseerd.”
Kennis en kunde in de organisatie gebruiken
Volmer: “Er zit zoveel kennis en kunde in de organisatie. Je moet er wel aandacht voor hebben. We merken dat collega’s het prettig vinden dat ze aangesproken worden op hun kennis. De talentcoördinator wordt in haar kracht gezet en krijgt ook de benodigde ondersteuning. Het is natuurlijk een hele ommezwaai voor de school, maar wij denken niet in onoverkomelijkheden. Als de wil er maar is.”
Spithost: “Vanuit personeelsbeleid kijk je welke talenten je al in je team hebt zitten. Welke opleidingen hebben mensen al gevolgd? Welke hobby’s hebben ze? Welke vrijwilligerswerk doen ze? Kijk ook naar de motivatie van de mensen. Vervolgens moet je ruimte geven aan ontwikkeling en opleiding.”
Smit: “Als je onderwijs aan hb’ers gaat geven moet je je realiseren dat je leerlingen in huis haalt die misschien niet meteen succesvol zijn. Dat heeft consequenties voor je resultaten. We praten daarover met de inspectie, het samenwerkingsverband en de leerplichtambtenaar. Het is belangrijk die mensen in je ontwikkeling en ambities mee te nemen. Gelukkig willen ze allemaal graag meedenken.”
Het bestuur #4 – Ninette Verheul
Wie zitten er in het bestuur van de Vereniging BPS? Wat is hun motivatie? Deze keer stelt Ninette Verheul zich voor. Zij was onder andere hb-specialist op het Stedelijk Gymnasium Schiedam en heeft nu haar eigen adviesbureau.
Motivatie
“Op mijn 42e ben ik pas in het onderwijs gaan werken, dat was begin jaren 90. Op het Stedelijk Gymnasium Schiedam ben ik begonnen als docent geschiedenis en maatschappijleer, daarnaast heb ik ook in het management gewerkt. Het was toen een kleine school en stond op de nominatie te verdwijnen. De toenmalig wethouder onderwijs heeft zich sterk gemaakt om de school te behouden.
Een belangrijk uitgangspunt was om elke leerling die bij ons kwam voor de school te behouden. Dat betekende dat we veel meer naar de individuele leerling gingen kijken. We hadden bijvoorbeeld Bart, hij zat in de vierde, was erg slim, het begrip “hoogbegaafdheid” was op onze school nog niet echt bekend. Hij was ook lastig in de klas en wilde een klas overslaan. Die kans hebben we hem gegeven; in de zomervakantie heeft hij zelfstandig de stof van klas 5 bestudeerd en voldoende afgrond. Wij, de docenten, dachten dat hij in klas 6 weer gewoon de lessen zou volgen en huiswerk maken, maar dat was een denkfout van onze kant.
We zijn toen op schoolbezoek geweest bij de Dalton Voorburg. Bart heeft daar een vwo-diploma gehaald. Deze ervaring heeft ons de motivatie en kennis gegeven om ons meer te gaan verdiepen in hoogbegaafdheid. Ik heb cursussen en opleidingen gedaan en ben de hb-coördinator geworden.
Mijn doel destijds als coördinator en nu als bestuurder en adviseur is om te kijken hoe je hb-leerlingen voor de school kunt motiveren, maar ook leren dat ze werk moeten doen dat saai is en in hun ogen niet nodig. Hoe begeleid je hen naar een eindexamen? In de jaren 90 keken we vooral naar de cognitieve kant, de lesstof, zoveel mogelijk uitdaging geven. Nu zie je naast het cognitieve steeds meer de nadruk op de persoonlijke ontwikkeling: de totale hb-leerling.”
De Vereniging
“In 2005 zijn we aspirant-lid geworden van de Vereniging BPS, in 2007 volwaardig lid. Het paste goed in de groei van onze school, om meer te doen met hb-leerlingen. Het lidmaatschap van de vereniging is vooral goed voor kennisuitwisseling over hoogbegaafdheid en de mogelijkheden voor de scholen: van elkaar leren we veel.”
Bestuur
“De rector van het Stedelijk Gymnasium Schiedam zat destijds in het bestuur. Zij vroeg mij om haar plaats in te nemen.? Dat was denk ik heel wat, want er zaten toen voornamelijk schoolleiders in het bestuur.
Ik vond en vind het bestuurswerk erg boeiend. We hebben in het begin van de vereniging de visitatie-systematiek opgezet. Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen was de eerste school die op die manier werd gevisiteerd, ik was voorzitter van die visitatiecommissie. Dat was erg leuk en leerzaam. Naast mijn activiteiten voor het bestuur maak ik deel uit van de werkgroep van de BPS academie. Het mede-organiseren van een jaarlijkse visitatie trainingsdag is een van mijn activiteiten. Vanuit het bestuur doe ik nog steeds veel visitaties; ik vind het interessant en leerzaam hoe andere scholen omgaan met hoogbegaafdheid. Hoeveel ruimte en vrijheid krijgen de leerlingen? Kunnen ze zich binnen het schoolkader ontwikkelen?”
Ideaal
“Dat hoogbegaafdheid een aspect is waar we aandacht aan blijven besteden. Het is niet zo dat bij hb-leerlingen alles vanzelf gaat; ook zij hebben net als iedereen goede begeleiding nodig. Hoogbegaafdheid is onderdeel van jou als mens. Niet alleen aandacht geven en dan loslaten, zoals bij Bart. Ik denk dat nog te veel mensen denken van hb-leerlingen dat ze alles zelf kunnen omdat ze zo slim zijn. Het zijn mensen met heel veel talenten; we kunnen als school veel bijdragen aan hun ontwikkeling.”