Actueel

  • 2 mei 2025

    Meer dan 100 leden voor de Vereniging Begaafdheidsprofielscholen

    Lees meer…

  • 7 april 2025

    “We geven heel veel ruimte aan autonomie” Hb-onderwijs op basisschool De Springplank

    Lees meer…

  • 10 maart 2025

    “Flexibiliteit zit in ons DNA”. Hb-onderwijs op het Zuider Gymnasium

    Lees meer…

  • 5 maart 2025

    Bijna 100 leden voor Vereniging BPS!

    Lees meer…

  • 10 februari 2025

    Twee nieuwe BPS-leden

    Lees meer…


  • Alle nieuwsberichten

Artikel Regel en uitzondering: Over passend onderwijs bij hoogbegaafdheid

Een artikel van Sven Mathijssen. De Landelijke Beroepsgroep Begeleiders Onderwijs (LBBO) vroeg hem  welke onderwijsvormen wetenschappelijk bewezen effectief zijn voor leerlingen met kenmerken van begaafdheid. Voor de decembereditie van hun tijdschrift ‘Beter Begeleiden’ heeft hij een kleine literatuurstudie geschreven.

Ga naar het artikel…

Eerste deelstudie IMAGE: overzicht activiteiten samenwerkingsverbanden

De eerste deelstudie van het project IMpact of Activities in Gifted Education (IMAGE) is verschenen. Het doel van IMAGE is het in kaart brengen van de impact van activiteiten die uitgevoerd worden in het kader van de ‘Regeling subsidie begaafde leerlingen primair en voortgezet onderwijs’ (Ministerie van OCW, 2018). Deze activiteiten hebben ten doel het onderwijs aan (hoog)begaafde leerlingen in Nederland te verbeteren.

Deze eerste deelstudie binnen IMAGE betreft een inventarisatie van de activiteiten gericht op (hoog)begaafde leerlingen die samenwerkingsverbanden aanbieden of willen gaan aanbieden en is uitgevoerd door het Kohnstamm Instituut in samenwerking met Oberon en de Radboud Universiteit Nijmegen.
Het doel van deze deelstudie was te achterhalen welke activiteiten er (zullen) worden geboden op het gebied van passend onderwijs aan (hoog)begaafde leerlingen. Onder de 142 samenwerkingsverbanden die een subsidie hebben ontvangen in het kader van de genoemde subsidieregeling, is een online vragenlijst uitgezet.

Wat valt op?
De resultaten duiden erop duiden dat samenwerkingsverbanden vooral investeren in veel verschillende typen activiteiten voor (hoog)begaafden, zoals aanbod gericht op de versoepeling van de overgang tussen primair en voorgezet onderwijs, aanbod voor dubbel-bijzondere leerlingen, overig aanbod voor (hoog)begaafde leerlingen en een divers professionaliseringsaanbod. Het kwam minder voor dat respondenten meldden dat hun samenwerkingsverband focuste op een bepaald type aanbod en bijvoorbeeld de subsidiegelden alleen inzette voor het aanbod voor dubbel-bijzondere leerlingen of alleen voor het professionaliseringsaanbod.

Ten tweede gaven de respondenten aan dat hun samenwerkingsverband sterk in zet op professionalisering van personeel door middel van professionele leergemeenschappen of scholing. Mogelijk heeft dat te maken met de vijf criteria waarop de subsidieplannen van de samenwerkingsverbanden beoordeeld werden (Ministerie van OCW, 2018). Eén van deze vijf criteria was expertiseontwikkeling en kennisdeling (naast doelstelling en visie, samenwerking en draagvlak, evaluatie van de voorgang en haalbaarheid, en duurzaamheid).

Ten derde schetst deze deelstudie slechts een beeld van het aanbod voor (hoog)begaafde leerlingen op het niveau van het samenwerkingsverband en niet op dat van de school. Voor vervolgonderzoek met betrekking tot de daadwerkelijke impact van activiteiten is aanvullende gegevensverzameling op schoolniveau nodig.

Vervolg
Op basis van de resultaten van deze inventarisatie zijn door de consortiumpartners binnen IMAGE operationele plannen ontwikkeld om in deelstudies de impact van activiteiten gericht (hoog)begaafde leerlingen te gaan onderzoeken. Zij worden uitgevoerd in de schooljaren 2021-2022, 2022-2023 en 2023-2024 om de impact van de activiteiten te onderzoeken.
– Deelstudie gericht op identificatie van en onderwijsaanpassingen voor (hoog)begaafde leerlingen.
– Deelstudie gericht op gecombineerde expertise in complexe situaties met onder meer dubbel–bijzondere leerlingen en thuiszitters.
– Deelstudie gericht op samenwerking en beleid rondom het onderwijs aan (hoog)begaafden, vanuit het organisatieperspectief.
– Deelstudie gericht op ontwikkeling van expertise en docentprofessionalisering.
– Deelstudie gericht op het systemisch perspectief en dus de interactie tussen mensen in beleid (schoolbesturen / schoolleiders), onderwijs (leerkrachten / docenten) en familie (ouders).

De uitkomsten van IMAGE en het Monitoronderzoek zullen worden gedeeld met het veld van onderwijs en zorg, de ouders en de leerlingen. Hiervoor is een kennisbenuttingsplan opgesteld dat uitgevoerd wordt gedurende de looptijd van IMAGE. Meer informatie hierover is te vinden op de website imageproject.nl.

Krijnen, E., ’t Gilde, J., Ledoux, G., Schoevers, E., Vergeer, J. & van Weerdenburg, M. (2021). Inventarisatie van onderwijsactiviteiten ter verbetering van het passend aanbod voor (hoog)begaafde leerlingen. Rapportage van de eerste deelstudie in het project: IMpact of Activities in Gifted Education (IMAGE). Rapport 1075, projectnummer 20842. Kohnstamm Instituut

Docu over extreme intelligentie: Door de bomen

Dinsdag 8 februari 2022 bij de NTR in 2doc kort op NPO 2: Door de bomen, een Teledoc Campus van regisseur Marlies Smeenge en producent BIND Film over de keerzijde van extreme intelligentie.

 Hoewel de zeventienjarige Tim extreem slim is, lukt het maar niet op school. Diverse keren zat hij daardoor langdurig thuis. Dan kwam hij nauwelijks zijn bed uit en wilde of kon hij bijna niets meer. Omdat hij nog geen achttien was kregen hij en zijn ouders te maken met leerplichtambtenaren en instanties die eisten dat hij terug naar school ging. Maar was dat wel de beste oplossing?

Bij elke nieuwe school liep het weer mis. Dit zorgde voor veel stress en zorgen binnen het gezin. Niet alleen om het welzijn van Tim en extra kosten, maar ook vanwege het gevoel dat instanties hen als gezin kritisch benaderden. Waarom lukt het een kind dat zo slim is niet om net als iedereen naar school te gaan? Zouden de ouders hier een rol in spelen?

Na vele pogingen van Tim en zijn ouders later zit hij al weer twee jaar thuis. Hij noemt het zelf een bore-out. De school bood hem zo weinig uitdagingen dat hij als het ware overspannen werd van de verveling. Hij is begonnen met bushcraften. Hij leerde technieken om te overleven in het wild, waarbij hij alleen dingen uit de natuur gebruikt. Struinend door de natuur kwam hij langzaam weer in balans.

Voor het eerst in twee jaar waagt Tim nu weer een poging naar school te gaan. Hij start met een opleidingsjaar aan de Mandeville Academy, een internaat voor hoogbegaafde jongeren. Met zijn schooltrauma nog vers in zijn achterhoofd, volgt hij met een zevental andere jongens atypische colleges en denkt hij na over zijn toekomst.

Het bestuur #9: Odilia Heetman

Wie zitten er in het bestuur van de Vereniging BPS? Wat is hun motivatie? Deze keer stelt Odilia Heetman zich voor. Zij was onder andere conrector op het Haagse Aloysius College, waar zij ook een afdeling 1 t/m 6 voor (hoog)begaafde leerlingen, Gifted Education, heeft opgericht. Zij is ECHA-specialist en was bestuurslid bij Pharos (vereniging voor ouders van hoogbegaafde kinderen). Inmiddels is zij met pensioen. Sinds 2021 is zij bestuurslid bij de Vereniging BPS.

Motivatie

“Van oorsprong ben ik docent aardrijkskunde, op het Aloysius. Ik werd altijd al gegrepen door de vraag waarom sommige kinderen geen stappen zetten in hun ontwikkeling en anderen wel, zowel aan de onderkant als de bovenkant. Op school kwam ik leerlingen tegen met een CITO-score van 550, maar die toch in klas 3 op doubleren stonden. In mijn eigen lessen probeerde ik daar veel aandacht aan te besteden.

Dat is ook de reden dat ik een afdeling vwo en een regionale klas groep 7/8 voor de gifted heb geïnitieerd. In de regionale klas kwamen zo’n 100 groep 7/8-leerlingen per week. Vanaf 2008 hadden we ook een hb-afdeling, vanaf 10 jaar tot en met 6 vwo, van zo’n 150 leerlingen. Nieuwe leerplannen en leerdoelen met heel veel maatwerk. Een van de belangrijkste aspecten van onderwijs is naar mijn mening: onderwijs toegespitst op de leervraag, niet in vaste systemen denken, loslaten, durven proberen.

Omdat mijn eigen kinderen ook hoogbegaafd bleken te zijn, ben ik meer en meer in het hb-circuit terecht gekomen. Ik ben me gaan inzetten voor deze leerlingen, bijvoorbeeld als bestuurslid van Pharos. De ECHA-studie deed ik om wetenschappelijke kennis te vergaren zodat het onderwijs met de keuzes die je maakt, beter kon worden onderbouwd.”

De vereniging
“Al toen het BPS-project in 2004 werd opgericht, vond ik dat erg interessant en fascinerend. OCW wilde valide scholen, op basis van bepaalde criteria. De richtlijnen die werden ontwikkeld, en later door de vereniging werden overgenomen, heb ik gebruikt voor het gifted-onderwijs.

Toen Aloysius lid werd van de Vereniging BPS ben ik naar veel bijeenkomsten geweest. Dat was erg leuk: kennis delen, ervaringen uitwisselen, samen praten over uitdagingen. Na mijn pensionering ben ik visitatie-secretaris geworden. Dat heb ik met heel veel plezier gedaan.”

Bestuur

“Ik ben altijd scheppend en sturend bezig geweest. Toen ik werd gevraagd om tot het bestuur toe te treden, heb ik dat met veel plezier gedaan. Wat ik sterk vind aan BPS zijn de prachtige, creatieve oplossingen die in onze scholen zichtbaar zijn. Dat is een groot goed, daar kunnen en mogen de scholen trots op zijn. Te weinig mensen weten dat, zelfs als bestuur weet je niet alles.”

Ideaal
“Dat is maatwerk, zoals ik al eerder zei. Maatwerk in het hele onderwijssysteem. Geen drempels tussen niveaus en sectoren. Neem bijvoorbeeld de samenwerking tussen kinderopvang/basisschool en basisschool/voortgezet onderwijs, daar zitten allerlei wettelijke en financiële beperkingen tussen. Je mag bijvoorbeeld niet zomaar personeel uitwisselen. Een kortere verblijfsduur in het basisonderwijs en/of voortgezet onderwijs met maatwerk is een verliespost voor de scholen, omdat zij voor die leerlingen een jaar minder bekostiging ontvangen. Laat maatwerk voor scholen meer opleveren, ook in financieel opzicht. Datzelfde geldt voor de grenzen tussen middelbare scholen en hoger onderwijs. Met als doel: autonomie voor de leerlingen, en de juiste aanpak per kind.”

Het ontdekken van het leerpotentieel: de KIQT+

In de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor de groep extreem hoogbegaafde leerlingen, met een IQ boven de 145. Het denktempo van deze groep ligt veel hoger dan bij ‘gewone’ hb’ers. Ze leggen sneller en op een andere manier verbindingen. Dat maakt lineair en gesegmenteerd onderwijs voor hen lastig, ze haken snel af. Sinds 2019 is er de KIQT+ intelligentietest, onder andere voor deze doelgroep. De Prins Florisschool in Zoetermeer werkt met deze test. Ada Schaap is intern begeleider, Simone Mulder is onderwijs- en ontwikkelingspsycholoog en neemt de testen af.

Ada: “Onze school bestaat nu twintig jaar, ik werk hier vanaf de start, de laatste tien jaar als intern begeleider. Ik heb meegewerkt en meegedacht aan de ontwikkeling van de school. Dat was een hele mooie uitdaging. In het begin hadden we nog geen specifieke hb-aanpak, we zagen wel de verschillen tussen leerlingen, bijvoorbeeld hoe ze leerstof opnamen en verwerkten. Dan ga je verder kijken: wat heeft deze leerling nodig?

Met kleine stapjes zijn we begonnen, eerst compacten en verrijken, vervolgens een structureel aanbod. Inmiddels werken we met geschoolde ib’ers. We zagen het ook als uitdaging om ons te profileren, het geeft ons de kans om ons te onderscheiden van andere scholen in de wijk.

We gebruikten al de SIDI PO, daar komt al veel informatie uit. Maar juist als het gaat om onderpresteerders of heel erg slimme kinderen heb je te weinig om te kunnen aansluiten op hun leerpotentieel en -vraag. Plus, er is een enorm verschil tussen kinderen met een IQ van 125 en 145 en daarboven. Bij een leerling kwam uit de test een IQ van 151 maar zijn lezen blijft achter, is hier sprake van een twice-exceptional-leerling?

Deze doelgroep is onderdeel van onze populatie, we willen hen niet zien als aparte groep. Daarom is de KIQT+ zo belangrijk voor ons: het geeft ons de kennis en handvatten om ook de hele slimme leerlingen te bedienen.”

Simone: “Ik werk als gedragswetenschapper bij de jeugdbescherming, dus niet in het onderwijs. Wel heb ik veel ervaring met het testen van kinderen. Vorig jaar vroeg Tamara Catsburg, ib’er op de Prins Florisschool, of ik mee wilde werken aan de normering van de KIQT+ test. Ze had een presentatie bijgewoond van Femke Hovinga (een van de mensen die de test hebben ontwikkeld) en ze vond het erg interessant dat er een test was voor extreem slimme kinderen.

En dat niet alleen, de test houdt ook rekening met de beperkingen van hb-leerlingen. In de vormgeving zitten weinig prikkels, omdat hb’ers erg op de details letten. Het kan zijn dat ze daardoor niet komen tot een goed antwoord. De hele makkelijke opgaven zijn eruit gelaten, juist dit soort vragen kunnen demotiverend of verwarrend zijn. Ook is de test zo ontworpen dat invloeden van de opvoeding zoveel mogelijk buiten beschouwing worden gelaten. Na de herfstvakantie ben ik echt begonnen met het testen van leerlingen op de Florisschool.”


Leerpotentieel

Ada: “Dat is één van de mooie dingen van de KIQT+, dat die rekening houdt met allerlei aspecten: niet alleen hb, maar ook bijvoorbeeld autisme en kleurenblindheid. En het gaat er niet zozeer om wat het kind aangeboden heeft gekregen, maar welk potentieel erin zit. Het geeft dus een zuivere indicatie. Bij kinderen met een migratieachtergrond is dat bijvoorbeeld belangrijk. Het gaat om de motor van het kind, niet om hoe hard de auto gaat.”

Simone: “Je krijgt een totaal IQ-score en daarbij drie indexscores. Ten eerste de fluïde redeneerindex: in hoeverre ziet het kind logische verbanden, tegenstellingen en gelijkenissen. De tweede index is visueel ruimtelijk, het gaat dan om hoe je mentale voorstellingen kunt gebruiken om problemen op te lossen. De kwantitatieve redeneerindex is de derde, het redeneren met getallen.

Op die drie gebieden krijgt een leerling een score. We maken ook een overzicht van de relatieve sterktes en zwaktes en doen een uitspraak over hoe snel een kind heeft gewerkt. Dat vergelijken we met kinderen van dezelfde leeftijd met hetzelfde IQ.”

Ada: “Het rapport geeft ons inzicht in de intelligentie van het kind. Dat geeft ons de kans om het aanbod te evalueren. Wat zetten we al in voor deze leerling? Doen we daarmee recht aan het kind? Of moeten we een ander aanbod geven op bijvoorbeeld het gebied van rekenen? Of meer out-of-the box-opdrachten? Zoals Simone al aangaf, het biedt inzicht in het leerpotentieel. Je hebt kinderen die slim zijn en het prima vinden om achterover te leunen. Nu kunnen we kijken hoe we hen kunnen prikkelen.

Tijdens de normering hadden we alleen de scores. Simone voegt nu een blad toe waarin zij ook haar observaties van de testafname beschrijft. We kleden de test steeds meer aan, daarmee kun je nog beter met elkaar in gesprek en wordt de test ook steeds waardevoller.”

Observaties tijdens de test

Simone: “De manier waarop een kind omgaat met zo’n test geeft ook informatie. Waagt de leerling een gokje bij een vraag? Of blijven ze eindeloos kauwen op een opgave omdat ze het perfecte antwoord willen geven? Soms zeggen ze ‘ik weet net niet’ om maar niet een verkeerd antwoord te hoeven geven. Je kunt ook zien hoe een kind reageert op geluiden en afleiding, hoe geconcentreerd iemand is. Dat is waardevolle informatie. Een kind dat perfectionistisch is en in de klas te makkelijk rekenwerk krijgt, gaat te veel zoeken naar antwoorden die er wellicht niet zijn.

De test is een check of je op de goede weg zit of zaken moet aanpassen. Afgelopen week hadden we een adviesgesprek met ouders en de docent. De moeder gaf al aan dat het meisje faalangstig is. Uit de test bleek dat het kind goed scoorde op IQ, een begaafd kind. Als dat er niet uit komt in de klas betekent dat dat we kritisch moeten zijn over of we het kind genoeg uitdagen en daarnaast ook rekening houden met en ondersteunen bij omgaan met faalangst.”

Ada: “De KIQT+ geeft heldere informatie, ook voor de ouders. We hebben nog nooit gehad dat we in een discussie belanden vanwege de resultaten. Dat vind ik mooi.

We hebben de afgelopen tijd een grote groep kinderen getest met de KIQT+, van wie we dachten dat de uitkomsten hen zouden helpen. Of van wie de ouders signalen hebben afgegeven. Vanaf nu gebruiken we het als instrument naast de rest, zoals SIDI PO. We zien het als een waardevolle toevoeging tot het instrumentarium.”


Over de test

De KIQT+ (Kinder IQ Test Plus, spreek uit kikt-plus) is een intelligentietest voor (vermoedelijk) (hoog)begaafde kinderen. Waar veel andere testen zich richten op het gemiddelde kind (IQ 85-115) is de KIQT+ de enige intelligentietest speciaal bedoeld voor bovengemiddeld- tot extreem intelligente kinderen met een IQ van 105 tot 170. Bij de ontwikkeling is extra rekening gehouden met de specifieke kenmerken van (hoog)begaafde kinderen. Zo worden de opgaven niet onder tijdsdruk gemaakt, is er extra aandacht besteed aan de vormgeving en blijkt uit onderzoek dat stoornissen zoals dyslexie en autisme geen invloed hebben op het testresultaat. Daarnaast is de test ook geschikt voor kinderen die Nederlands niet als eerste taal hebben of meertalig zijn opgevoed.
Voor meer informatie over de KIQT+: www.scaliq.com

Meer lezen over extreem hb
https://www.begaafdheidsprofielscholen.nl/nieuwsbericht/artikel-hyperhoogbegaafden-op-school/

ECHA 2022: Call for proposals en registratie geopend

Van 31 augustus t/m 3 september 2022 organiseert National Talent Centre of the Netherlands (NTCN) de 18de ECHA-Conferentie in het World Forum te Den Haag. Op de website vinden jullie meer informatie: https://echa2022.org/

Op de ECHA 2022 komen deskundigen, professionals en geïnteresseerden uit heel Europa en daarbuiten samen om kennis te delen, inspiratie op te doen en ervaringen uit te wisselen. Het congres biedt een gevarieerd programma van hoog niveau met topsprekers en een breed aanbod van parallelsessies.

Hoogbegaafdheid en talentontwikkeling leeft volop in Nederland. De inspanningen van de eerdere, internationaal bekende Nederlandse pioniers die zich sinds eind jaren ’80 inzetten voor de behoeften van hoogbegaafde kinderen, hebben inmiddels geleid tot een grote gemeenschap van individuen en organisaties die op dit inspirerende gebied werkzaam zijn. Het besef van het belang van het stimuleren van talentontwikkeling, het koesteren van creativiteit en het creëren van kansen voor optimale ontwikkelingsgroei blijft groeien door de inspanningen van velen die werkzaam zijn op het gebied van hoogbegaafdheid op lokaal, regionaal en (inter)nationaal niveau.

Nederlands programma
Begin 2022 wordt het speciale Nederlandse programma bekend gemaakt en zal de inschrijving hiervoor worden opengesteld.

Meer informatie
Meer weten over de call voor abstracts? Klik hier

Wilt u zich aanmelden voor ECHA2022? Klik hier

Blijf op de hoogte en schrijf u in voor de ECHA 2022 nieuwsbrief!

Column #4 Marko Otten: Hoogbegaafde filmtips voor de Kerst

Weinig films spelen zich af in een hoogbegaafd milieu. Nou ja, in feite gaan bijna alle Hollywood-producten natuurlijk over uitzonderlijk getalenteerde persoonlijkheden. Zij houden zich in schier onmogelijke situaties bezig met geslepen speurwerk, complexe spionagenetwerken, buitenaardse gedrochten of hoogromantische plotwendingen. Maar dat zijn niet de films die ik bedoel. We kennen ook films – het zijn er niet veel – waarin de held of minder vaak heldin gewoon een hoogbegaafd mens is zoals wij ze op school hebben. Die begaafdheid bepaalt het plot waarbij trekjes geleend uit het autistisch spectrum de spanning niet zelden verhogen. Kortom, in deze column misschien een paar tips voor de tweede Kerst in tijden van corona.

Actrice Jody Foster kennen we nog van haar werkrelatie met de gemuilkorfde maar hoogbegaafde Hannibal Lecter. Zij regisseerde, misschien als tegengif tegen de gruwelen van Silence of the Lambs, in hetzelfde jaar 1991, een aardige film: Little Man Tate. Daarin treedt een aandoenlijk jongetje naar voren, Fred Tate 7 jaar. Hij is behept met alle trekken van een oldskool begaafd kind: IQ-meting XL, op alle terreinen van wetenschap en kunst heel bijzonder, maar de meeste bewijslast komt uit de wereld van rekenen en wiskunde. Uiteraard kan hij met leraren en leeftijdgenoten moeilijk de verbinding aangaan. Hij (spoiler!) pareert verschillende tegenslagen op weg naar de onvermijdelijke eerste plaats in een of andere intelligentie-wedstrijd.

De meeste lezers zullen de naam Allan Turing wel kennen. Na een ongelukkige jeugd groeit hij in mijn tweede film uit tot het Britse genie dat in de oorlog de Enigma-code van het Duitse militaire oppercommando wist te kraken. En passant ontwikkelt hij het rekentuig waarin wij moeiteloos de oervorm van de computer herkennen. Turing verhoudt zich moeizaam tot de medemens; de verbinding gaat gepaard met veel vallen en slechts af en toe opstaan. Morten Tydlum maakte er een film over met Benedict Cumberbatch als Turing. Titel: The Imitation Game (2014). Het loopt (spoiler!) slecht met Turing af.

Waarom de derde film die ik ga noemen het niveau van het oorspronkelijke boek lang niet haalt, blijkt uit een vergelijking van beide titels. De film van Jean Pierre Jeunet heet uitsloverig The Young And Prodigious T.S. Spivet (2013). De roman, geschreven door Reif Larsen, heet The Selected Works Of T.S. Spivet (2009). Nogal een verschil. Ik raad aan eerst het rijk geïllustreerde boek te lezen en dan te overwegen om je te wagen aan de film. Tecumseh Sparrow Spivet (12) zat niet op een begaafdheidsprofielschool; evenmin als Turing of Tate. We vinden Spivet op een dorpsschooltje in het verre Montana. Hij kan er zich met moeite staande houden. Dankzij een niet aflatende neiging om “maps” (kaarten, schema’s, tekeningen en notities) te maken van al zijn ervaringen, ontdekkingen en wetenswaardigheden registreert hij met grote precisie wat, van wie en waar hij leert. Hij wint ermee een prestigieuze wetenschapsprijs van het Smithonian Institute te Washington en moet op reis. De waardering die hij koestert voor de leraar van dienst varieert. Zijn lerares in groep 4 verliest veel van haar gezag als zij zich tijdens de uitleg bij een voorleesverhaal vergaloppeert. Was het onkunde of bewust negeren van de scherpzinnigheid van haar leerling of klas?, vraagt Spivet zich af. Hij verliest meteen alle respect en noteert: “It was clear she had no idea what she was talking about. (…) But my question was: where did our respect go? Did a child’s respect just evaporate, or, like in the Law of Thermodynamics, could respect neither be created nor destroyed, merely transferred?” De situatie op de dorpsschool (spoiler!) wordt in de film overigens een stuk eenvoudiger voorgesteld.

Drie spoilers! Hopelijk heb je met Kerst plezierige dingen aan het hoofd. Deze tips hebben sowieso beperkte waarde. Maar voor de toekomst luidt de verzameltip wat betreft speelfilms: Let er eens op wat er aan hoogbegaafdheid zoal voorbij komt in de movies.

Ik wens alle collega’s op scholen, in de vereniging en in ons netwerk een heel plezierig Kerstfeest en een voorspoedig en gezond 2022.

Marko Otten

Twee nieuwe leden stellen zich voor

Sinds 1 november 2021 zijn K.b.s. Geert Groote en RSG Simon Vestdijk lid van de Vereniging BPS. Hieronder stellen zij zich voor.

RSG Simon Vestdijk

Korte beschrijving van de school
RSG Simon Vestdijk is een middelgrote school met 1235 leerlingen verdeeld over twee locaties (ongeveer 1065 in Harlingen en 170 in Franeker). Beide scholen vallen onder de stichting OVO Fryslân Noord. De vestiging in Harlingen biedt een breed onderwijsaanbod aan van vmbo basis t/m vwo. Binnen het vwo zijn er twee talentstromen waar leerlingen uit kunnen kiezen: Technasium & wetenschapsoriëntatie (WON). Als school vinden we het heel belangrijk dat er iets te kiezen valt, daarom zijn er binnen ons gevarieerde onderwijsaanbod kansen en mogelijkheden voor iedereen!
Goed onderwijs en daarbij passende zorg staan voor ons voorop. Een plezierige sfeer, je veilig voelen en een passende begeleiding horen daarbij.

Vanuit de hoedanigheid als brede scholengemeenschap vinden we het van belang dat we een breed onderwijsaanbod bieden voor iedere leerling. Daarom moet er ook ruimte en aandacht zijn voor hoogbegaafdheid. De komende periode werken we dit concreet uit, maar de kern van de aanpak komt neer op maatwerk. Samen met de leerling, ouders/verzorgers en experts komen we tot een passend programma, waar de hoogbegaafde leerling goed tot z’n recht kan komen.

De volgende onderdelen komen terug in onze hb-aanpak: persoonlijke begeleiding, intakegesprek bij aanmelding, maatwerk in het rooster, 8+ groep en extra vakken en/of verdieping (denk aan wiskunde D, Chinees, Spaans en Frysk). Daarnaast is er in school voldoende ruimte om in rust aan het werk te gaan.

Waarom zijn jullie lid geworden?
Enerzijds omdat er vanuit onze zorgondersteuning de ambitie heerst om nadrukkelijker met hoogbegaafdheid aan de slag te gaan. Anderzijds ook met een duidelijkere profilering van onze school.

Wat zouden andere leden van u kunnen leren als het gaat om hb en wat zou u van andere leden willen leren?
We kunnen vooral leren van de werkwijze van andere scholen. We staan dan ook zeker open voor good practices van andere scholen. Wat andere scholen kunnen leren van ons is hoe wij onze doorlopende leerlijn onderzoeksvaardigheden binnen Technasium en WON hebben vorm gegeven.


K.b.s. Geert Groote

Korte beschrijving van de school
De Geert Groote is een katholieke basisschool in de wijk Stadspolders te Dordrecht. Onze school wordt door om en nabij de 300 leerlingen bezocht.
Wij geloven in de eigen kracht van kinderen. Wij willen hen helpen het beste in zichzelf boven te halen. Tegelijkertijd hebben wij aandacht voor de persoonsvorming. Wij gaan ervan uit dat ieder mens uniek en waardevol is. Dat ieder een eigen verantwoordelijkheid heeft, zowel voor zichzelf en anderen als voor de omgeving.

Wij stellen ons als doel om kinderen díe kennis, inzichten, vaardigheden en houdingen te laten verwerven, die ze nodig hebben om als zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens actief te kunnen en te willen participeren in onze samenleving.

Rust, Regelmaat en Reinheid zijn belangrijk in dit gegeven. Leerlingen moeten zich in een rustige omgeving, waarin duidelijke regels zijn gesteld, kunnen ontwikkelen. De leeromgeving van de leerlingen moet goed gestructureerd zijn, zodat zij zo zelfstandig mogelijk kunnen werken en zich kunnen ontwikkelen. Regelmaat en een duidelijke structuur is ook belangrijk voor de leerlingen.

De Geert Groote wil de school zijn waar kinderen zich goed voelen, zich thuis voelen, vertrouwen hebben/krijgen in zichzelf, zich veilig en geborgen voelen.

De Geert Groote is een leef- en leergemeenschap van kinderen en volwassenen. Een gemeenschap waarin er respect is voor verschillende levensbeschouwelijke tradities. Het kind leert deel te zijn van die gemeenschap, waarbij solidariteit uitgangspunt is en het kind oog krijgt voor de zwakkeren.

De primaire verantwoordelijkheid voor de opvoeding van het kind ligt bij de ouders. Dit betekent dat de betrokkenheid van de ouders bij ons onderwijs een voorwaarde is. De school is een partner in de opvoeding van het kind.

De Geert Groote streeft ernaar een professionele lerende organisatie te zijn.

Wat is jullie hb-aanpak?
Wij werken op school met signaleringslijsten. Begaafde en hoogbegaafde kinderen krijgen verrijkingswerk en waar het kan, compacten we het werk. Er is een plusgroep voor de middenbouw en voor de bovenbouw, één dagdeel per week. In de plusgroep wordt gewerkt aan projecten met een bepaald thema. Tjdens het zelfstandig werken, kunnen de kinderen uit de plusgroep voor een deel van de tijd, werken aan Pittige Plustorens-projecten.
We doen als school mee aan het Project “Begaafd Dordt”, van het samenwerkingsverband Passen Onderwijs Dordrecht. Hoogbegaafdheid staat ten minste twee keer per schooljaar op de agenda van de teamvergadering van onze school, het team heeft daarnaast vorig jaar scholing gehad op het gebied van hoogbegaafdheid en krijgt in januari scholing i.v.m. de implementatie van de vernieuwde SIDI-PO. Ook doet het team de cursus Breinhelden dit schooljaar. Enkele teamleden hebben recent een uitgebreidere cursus over hoogbegaafdheid afgerond.

Waarom zijn jullie lid geworden?
Een oud-collega was heel erg begaan met hoogbegaafdheid en heeft de plusgroep opgestart. Ze is inmiddels al een paar jaar met pensioen, maar een van haar wensen was begaafheidsprofielschool te worden. De school heeft inmiddels haar werk voortgezet, uitgebreid en meer uren vrijgemaakt voor hoogbegaafdheid. Omdat wij denken, dat we toe zijn aan een volgende stap en ons ook nu al denken aardig te kunnen profileren als school met aandacht en zorg voor hoogbegaafdheid hebben wij nu het lidmaatschap aangevraagd.

Wat zouden andere leden van jullie kunnen leren als het gaat om hb en wat zouden jullie van andere leden willen leren?
Ervaringen uitwisselen is altijd leerzaam. Bijvoorbeeld over signaleren, materialen, de plusgroep, contact met derden.

Artikel LBBO: Over passend onderwijs bij hoogbegaafdheid

In het december-nummer van het magazine Beter Begeleiden (Landelijke Beroepsgroep Begeleiders in het Onderwijs) staat een artikel over passend onderwijs bij hoogbegaafdheid. Het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met kenmerken van begaafdheid blijkt geen makkelijke opgave. Kan wetenschappelijke kennis hierbij helpen? En hoe vertaal je deze kennis naar de werkvloer?

Download het artikel…

Onderzoek naar zelfbeeld (hoog)begaafde leerlingen

Anouke Bakx, Elise Samsen-Bronsveld, Linda van Elderen en Janet van Horssen-Sollie hebben onderzoek gedaan naar het zelfbeeld van (hoog)begaafde leerlingen en hun klasgenoten. De Engelstalige publicatie hiervan vind je hier (verwijst naar een andere website). Ook zijn er een praktijkartikel (pdf, 187 kB) en het fact sheet over verschenen.

© Begaafdheidsprofielscholen 2011 | Privacy Statement