Actueel

  • 30 juni 2025

    “Je moet deze leerlingen leren te vertrouwen op hun eigen kunnen”. HB-beleid op Het College Weert

    Lees meer…

  • 27 juni 2025

    Omgaan met aandacht in de klas. Tips van hoogleraar Stefan van der Stigchel

    Lees meer…

  • 24 juni 2025

    Vereniging verwelkomt nieuwe aspirant-leden

    Lees meer…

  • 12 juni 2025

    Brochure Kenniscentrum HB over creativiteit verschenen

    Lees meer…

  • 14 mei 2025

    Vereniging Begaafdheidsprofielscholen richt Wetenschappelijke Raad op

    Lees meer…


  • Alle nieuwsberichten

“Je moet deze leerlingen leren te vertrouwen op hun eigen kunnen”. HB-beleid op Het College Weert

Sinds 2008 is Het College Weert lid van de Vereniging Begaafdheidsprofielscholen. De school werkt al jaren bewust aan het herkennen en begeleiden van hoogbegaafde leerlingen. Hb-coördinatoren Willem Salemans en Mariëlle van Hertum vertellen over hun school, hun visie en de praktische aanpak waarmee zij hoogbegaafde leerlingen verder helpen — zowel in hun talentontwikkeling als in hun leerproces.

———————
Over de school
Het College Weert is een categoriaal vwo voor atheneum en gymnasium met ongeveer 850 leerlingen. Daarnaast biedt de school Koers, een vorm van onderwijs voor de onderbouw mavo, havo en vwo waarbij de leerling op termijn keuzes mag maken passend bij het eigenaarschap van de leerling. Er wordt gewerkt met lesblokken van 75 minuten.

De school biedt de leerlingen veel extra uitdagingen om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen zoals tweetalig onderwijs (TTO), Cambridge Engels, Technasium, BP-school, Kunst- en Cultuurstroom en Topsport Talentschool.
——————-

Mariëlle van Hertum: “Ik ben al 18 jaar docent op Het College en sinds een flink aantal jaar ook betrokken bij het Begaafdheidsprofiel, eerst als tutor en nu samen met Willem als coördinator. Ik geef Engels en Spaans in de bovenbouw en ben mentor van klas 5 vwo.”

Willem Salemans: “Ik geef aardrijkskunde aan de onderbouwklassen, zowel in het Nederlands als in het Engels. We zijn namelijk een TTO-school. In mijn loopbaan ben ik bijna altijd mentor geweest van brugklassen, vooral van gymnasiumleerlingen. Daar zie je regelmatig opvallend slimme leerlingen. Daarmee begon voor mij het werk aan hoogbegaafdheid: vanuit de behoefte om hen nét wat meer te bieden.”

Van plussen naar begeleiden bij vastlopen

Willem: “In het begin, zeg maar zo’n twintig jaar geleden, lag de nadruk bij onze hb-aanpak vooral op het extra aanbod. Dat was echt de fase van ‘plussen’: uitdagende projecten, creatief schrijven, eigen boekjes maken, uitstapjes. Dat gaf veel energie en leverde mooie producten op.”

Mariëlle: “We noemen alle hb-leerlingen nog steeds ‘plussers’, maar inmiddels maken we wel onderscheid tussen effectieve plussers — die goed presteren — en onderpresteerders. Die laatste groep vraagt om een andere aanpak. Niet alleen extra’s, maar vooral begeleiding bij het leren leren, bij motivatie, of bij faalangst.”

Willem: “Onze focus is verschoven van verrijking naar ondersteuning bij vastlopen. Dat is minstens zo belangrijk. Want je kunt wel slim zijn, maar als je niet weet hoe je moet plannen of reflecteren, ga je alsnog onderuit.”

Begeleiding op maat

Mariëlle: “Voor leerlingen die onderpresteren hebben we onder andere CEL: de Cursus Effectief Leren. Die is gebaseerd op de screenings van het CBO, die we al in de brugklas uitvoeren. Als daaruit blijkt dat een leerling risico loopt, bespreken we dat met ouders, mentor en de leerling zelf. In de CEL-lessen werken we aan leerstrategieën, motivatie en zelfinzicht.”

Willem: “Daarnaast hebben we een aparte lessenreeks ontwikkeld over executieve vaardigheden. Daar zoomen we specifiek in op zaken als plannen, doorzetten en overzicht houden — vaardigheden die juist bij hoogbegaafde leerlingen onderontwikkeld kunnen zijn.”

Mariëlle: “Het hb-team bestaat uit twee coördinatoren, twee tutoren, het IOT en een portefeuillehouder. Indien leerlingen behoefte hebben aan individuele begeleiding dan kan het team deze bieden. Daarnaast creëren we ruimte voor de hb- en plusleerlingen om elkaar te ontmoeten bij gezamenlijke activiteiten.”

Signaleren begint vóór de eerste schooldag

Mariëlle: “We willen leerlingen al vóór de eerste schooldag in beeld te hebben. Daarvoor hebben we een uitgebreid screeningsdocument ontwikkeld waarin we informatie verzamelen over alle aangemelde leerlingen. We kijken naar verrijkingsprogramma’s op de basisschool, signaleringslijsten, het advies van de basisscholen en gesprekken met leerkrachten.”

Willem: “Die vroege signalering werkt echt. Daardoor weten we al bij de start van het schooljaar wie er mogelijk extra aandacht nodig heeft. We nodigen die leerlingen uit voor een kennismakingsactiviteit, bijvoorbeeld een poster maken over je talenten en leerwensen. Zo bouwen we meteen aan een community van hb-leerlingen.”

Uit die kennismakingsbijeenkomsten kwamen verrassende dingen. We ontdekten bijvoorbeeld dat veel brugklasleerlingen graag wilden bakken. Dus hebben we een middag in de keuken georganiseerd waarin ze koekjes en cupcakes gingen maken. Niks cognitiefs, maar wel verbindend en motiverend. En ze vinden het fijn om iets met hun handen te doen in plaats van met hun hoofd.”

Mariëlle: “Het gaat erom dat ze elkaar ontmoeten, zich herkennen in anderen, en leren dat het oké is om iets anders te doen dan de rest van de klas. Voor veel hb-leerlingen is het best een drempel om op te staan en te zeggen: ‘Ik ga nu plussen.’ Ze zijn bang iets te missen of voelen zich bezwaard.”

Willem: “Daarom oefenen we dat expliciet met ze. Bijvoorbeeld: je mag pas na de eerste 25 minuten uit de les gaan, zodat je weet wat er besproken is. Daarna kun je aan je eigen module werken, bijvoorbeeld via Bureau Talent, of deelnemen aan een schaaksessie.”

Keuzevrijheid en verantwoordelijkheid

Mariëlle: “We willen onze HB-leerlingen voorbereiden op de bovenbouw, waar ze meer regie hebben. Door nu al momenten in te bouwen waarop ze zelf keuzes mogen maken — over hun tijd, hun werkplek of hun project — groeit hun zelfstandigheid.”

Willem: “Het vraagt ook vertrouwen. Wij zeggen dan ook: het is oké als je een les mist voor een project, je kunt het zelf bijhouden. Daarmee helpen we ze hun perfectionisme los te laten en te vertrouwen op hun eigen leervermogen.”

Mariëlle: “Dinsdag is onze hb-dag. Dan richten Willem en ik ons volledig op deze leerlingen. Collega’s weten dat en lopen geregeld even binnen met vragen of signalen over een leerling. Dan maken we samen een plan.”

Willem: “Onder andere daardoor leeft het HB-beleid in onze school. We doen het niet ernaast, het is geïntegreerd in ons onderwijs. Er is ruimte voor maatwerk, voor experimenten en voor samenwerking.”

In de bovenbouw individuele begeleiding

Mariëlle: “In de bovenbouw krijgen hb-leerlingen meer keuzevakken en kunnen ze eigen uitdagingen kiezen binnen hun profielvakken. Ze volgen vaak ook buitenschoolse opdrachten, zoals stages, masterclasses of cursussen via online platforms. Onze begeleiding is daar veel meer individueel.”

Willem: “We hebben een dossier op Somtoday waar we onze observaties delen. We zitten niet standaard bij mentorgesprekken, maar werken wel nauw samen met het zorgteam en de mentor. Vooral in de bovenbouw richten we ons op leerlingen die mogelijk uitvallen of extra begeleiding nodig hebben. Vaak gaat het dan om leerlingen die door de onderbouw heen zijn gekomen maar in de bovenbouw moeite krijgen met motivatie of het tempo.”

Toekomst: van structuur naar flexibiliteit

Mariëlle: “We staan nu op een kantelpunt. De afgelopen jaren hebben we structuur opgebouwd: screening, CEL, plusaanbod. Maar nu willen we naar meer flexibiliteit. We willen leerlingen meer invloed geven op hun traject, en meer ruimte om zelf aan te geven wat ze nodig hebben.

Vorig jaar hebben we vanuit een samenwerkingsverband een flinke subsidie gekregen. Daarmee zijn we met verschillende partijen aan de slag gegaan om een stappenplan te ontwikkelen. Eén van de vragen die centraal stond was: heeft het nut om leerlingen met een plusprofiel te clusteren in de klas? We hebben verschillende scholen bezocht om te zien hoe zij dit organiseren, zoals Sint Ursula in Horn. Daaruit is de breinstormklas ontstaan, een soort experimentele klas die we volgend schooljaar willen starten.”

Willem: “Het idee is om de ‘plussers’ op dinsdag één dag in vier blokken les te geven die specifiek voor hen is ingericht, meer begeleiding en verdieping willen bieden. Die beweging past ook bij deze leerlingen. Ze denken vaak net even anders, hebben originele ideeën en willen zelf richting geven. Dat vraagt van ons als school dat we blijven meebewegen. Maar dat maakt het juist ook zo boeiend.”

Een dag in de breinstormklas

Mariëlle: “Het eerste blok wordt een soort CEL. We willen de begeleiding op dat vlak intensiever maken dan voorheen. Waar we vroeger vooral handvatten en filmpjes aanboden, begeleiden we nu actief, zodat we ook zien hoe de leerlingen het aanpakken. We sturen nu een follow-up naar ouders. Dat loopt soms mis, omdat leerlingen het thuis niet altijd oppakten. Dat willen we nu beter structureren.

Willem: “Het tweede blok willen we benutten voor vakoverstijgende modules. Bijvoorbeeld poëzie, debatteren of wiskundige verbreding, zoals de gulden snede. Het idee is om vakken aan te bieden die we al op school hebben, maar dan op een bredere manier.”

Mariëlle: “Voor het derde blok huren we een externe module in, via Bureau Talent, met begeleiding door een collega. We merken nu dat leerlingen tijdens zelfstandige opdrachten vaak vastlopen. Ze durven niet goed uit de les te stappen om zelfstandig te werken, waardoor projecten blijven liggen. Dit willen we met gerichte begeleiding voorkomen.”

Willem: “En het vierde blok wordt een soort huiswerkblok. We zien namelijk een trend dat leerlingen, vooral de hoogbegaafden, zo min mogelijk thuis willen doen en zoveel mogelijk op school willen afkrijgen. Dat lukt natuurlijk niet altijd, dus we willen ze helpen met plannen en begeleiden bij het organiseren van hun taken en toetsen. Hierbij is ook een lid van het zorgteam betrokken.”

Mariëlle: “We starten met een pilot in de eerste klas. Daarna bekijken we of er behoefte is om het in de tweede klas voort te zetten, wellicht in afgeslankte vorm, bijvoorbeeld twee blokken per week. Belangrijk om te melden is dat zo’n constructie behoorlijk duur is. Per blok zijn er minimaal twee docenten nodig, wat roostertechnisch en financieel een uitdaging is. Daarom starten we klein en willen we eerst een stevige basis voor de pilot hebben. Een speciale HB-klas met een heel weekprogramma is overigens voor ons financieel niet haalbaar is, zeker in onze regio waar het aantal leerlingen afneemt.”

Willem: “We wilden ook kritisch kijken of het überhaupt nodig is om leerlingen apart te zetten. Wij hebben altijd gezegd dat we ze liever in de klas houden, omdat we ze goed kennen en ze zo ook leren functioneren in het reguliere systeem. Maar het was wel een vraag of dat altijd verdedigbaar is, en wat de voordelen en nadelen zijn.”

Dubbel bijzondere leerlingen

Mariëlle: “Als het gaat om dubbel bijzondere leerlingen werken we samen met de Berkenschutse, een school voor speciaal onderwijs. Zij hebben ervaring met deze groep, en we wisselen kennis uit. Er is een plan om een ‘breinkrachtklas’ op te zetten die een brugfunctie kan vervullen voor deze leerlingen. Dat staat nog in de kinderschoenen.

Willem: “De samenwerking met Berkenschutse is heel waardevol. Zij hebben kleinere groepen en gespecialiseerde HB-coaches, wat ons ook helpt om onze eigen plusklas en breinstormklas beter te begeleiden. Vanwege privacy mogen we geen casussen bespreken, maar in geanonimiseerde vorm kunnen we adviezen krijgen en kennis uitwisselen. Zij hebben ook hb-coaches en kunnen inspelen op behoeften die wij soms niet altijd zo snel kunnen bieden vanwege grotere klassen.

Neem bijvoorbeeld versnellen, daar krijgen we adviezen over van de orthopedagoog van Berkenschutse. Zij waarschuwt om voorzichtig te zijn met meerdere versnellingen, omdat dat op sociaal-emotioneel vlak problemen kan geven. Het is een kwestie van maatwerk en goed in de gaten houden.”

Het bijzondere aan hb-leerlingen

Mariëlle: “Werken met deze leerlingen is bijzonder. Ze zijn verrassend, creatief, gevoelig en denken vaak buiten de gebaande paden. Je moet goed luisteren, soms tussen de regels door. Maar als je hun vertrouwen wint, dan kun je samen echt grote stappen maken.”

Willem: “Wat mij altijd bijblijft: die glinstering in hun ogen als ze bezig zijn met iets dat hen raakt. Dan zie je dat leren niet iets is wat móet, maar iets wat ze wíllen. Dat is waar we het voor doen.”

 

© Begaafdheidsprofielscholen 2011 | Privacy Statement