Eerste deelstudie IMAGE: overzicht activiteiten samenwerkingsverbanden
De eerste deelstudie van het project IMpact of Activities in Gifted Education (IMAGE) is verschenen. Het doel van IMAGE is het in kaart brengen van de impact van activiteiten die uitgevoerd worden in het kader van de ‘Regeling subsidie begaafde leerlingen primair en voortgezet onderwijs’ (Ministerie van OCW, 2018). Deze activiteiten hebben ten doel het onderwijs aan (hoog)begaafde leerlingen in Nederland te verbeteren.
Deze eerste deelstudie binnen IMAGE betreft een inventarisatie van de activiteiten gericht op (hoog)begaafde leerlingen die samenwerkingsverbanden aanbieden of willen gaan aanbieden en is uitgevoerd door het Kohnstamm Instituut in samenwerking met Oberon en de Radboud Universiteit Nijmegen.
Het doel van deze deelstudie was te achterhalen welke activiteiten er (zullen) worden geboden op het gebied van passend onderwijs aan (hoog)begaafde leerlingen. Onder de 142 samenwerkingsverbanden die een subsidie hebben ontvangen in het kader van de genoemde subsidieregeling, is een online vragenlijst uitgezet.
Wat valt op?
De resultaten duiden erop duiden dat samenwerkingsverbanden vooral investeren in veel verschillende typen activiteiten voor (hoog)begaafden, zoals aanbod gericht op de versoepeling van de overgang tussen primair en voorgezet onderwijs, aanbod voor dubbel-bijzondere leerlingen, overig aanbod voor (hoog)begaafde leerlingen en een divers professionaliseringsaanbod. Het kwam minder voor dat respondenten meldden dat hun samenwerkingsverband focuste op een bepaald type aanbod en bijvoorbeeld de subsidiegelden alleen inzette voor het aanbod voor dubbel-bijzondere leerlingen of alleen voor het professionaliseringsaanbod.
Ten tweede gaven de respondenten aan dat hun samenwerkingsverband sterk in zet op professionalisering van personeel door middel van professionele leergemeenschappen of scholing. Mogelijk heeft dat te maken met de vijf criteria waarop de subsidieplannen van de samenwerkingsverbanden beoordeeld werden (Ministerie van OCW, 2018). Eén van deze vijf criteria was expertiseontwikkeling en kennisdeling (naast doelstelling en visie, samenwerking en draagvlak, evaluatie van de voorgang en haalbaarheid, en duurzaamheid).
Ten derde schetst deze deelstudie slechts een beeld van het aanbod voor (hoog)begaafde leerlingen op het niveau van het samenwerkingsverband en niet op dat van de school. Voor vervolgonderzoek met betrekking tot de daadwerkelijke impact van activiteiten is aanvullende gegevensverzameling op schoolniveau nodig.
Vervolg
Op basis van de resultaten van deze inventarisatie zijn door de consortiumpartners binnen IMAGE operationele plannen ontwikkeld om in deelstudies de impact van activiteiten gericht (hoog)begaafde leerlingen te gaan onderzoeken. Zij worden uitgevoerd in de schooljaren 2021-2022, 2022-2023 en 2023-2024 om de impact van de activiteiten te onderzoeken.
– Deelstudie gericht op identificatie van en onderwijsaanpassingen voor (hoog)begaafde leerlingen.
– Deelstudie gericht op gecombineerde expertise in complexe situaties met onder meer dubbel–bijzondere leerlingen en thuiszitters.
– Deelstudie gericht op samenwerking en beleid rondom het onderwijs aan (hoog)begaafden, vanuit het organisatieperspectief.
– Deelstudie gericht op ontwikkeling van expertise en docentprofessionalisering.
– Deelstudie gericht op het systemisch perspectief en dus de interactie tussen mensen in beleid (schoolbesturen / schoolleiders), onderwijs (leerkrachten / docenten) en familie (ouders).
De uitkomsten van IMAGE en het Monitoronderzoek zullen worden gedeeld met het veld van onderwijs en zorg, de ouders en de leerlingen. Hiervoor is een kennisbenuttingsplan opgesteld dat uitgevoerd wordt gedurende de looptijd van IMAGE. Meer informatie hierover is te vinden op de website imageproject.nl.