Actueel

  • 27 maart 2024

    NTCN-congres: Werken met 0 tot 4-jarigen met ontwikkelingsvoorsprong

    Lees meer…

  • 16 maart 2024

    BPS-conferentie voor hoogbegaafde leerlingen 2024

    Lees meer…

  • 17 februari 2024

    Publicatie Schooluitval en thuiszitten

    Lees meer…

  • 28 januari 2024

    Vereniging BPS verwelkomt twee nieuwe leden

    Lees meer…

  • 21 januari 2024

    Bekijk het webinar Jonge begaafde leerlingen

    Lees meer…


  • Alle nieuwsberichten

Column #18 – ‘Anders vasthouden’

Dick van Hennik is onder andere voorzitter van de Vereniging BPS. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.

Een nieuwe oneliner
Onlangs mocht ik weer een paar van onze scholen visiteren. Ook dit jaar leverde dit weer mooie indrukken op van hetgeen er binnen de scholen ontwikkeld wordt. De titel van deze column ontleen ik aan het onderwerp dat steevast aan de orde komt rond de vraag in hoeverre men de leerlingen kan ‘loslaten’. Met dat ‘loslaten’ kunnen velerlei beelden ontstaan. Wat er ook gedacht mag worden, er wordt niet mee bedoeld dat de begaafde leerlingen aan hun lot over gelaten kunnen worden. Integendeel. Ook begaafde leerlingen hebben recht op aandacht en begeleiding. Maar wat bedoelen we dan met ‘loslaten’? Oud-inspecteur en aspirant-secretaris bij één van de visitatiecommissies – Leon Winkels – noemde het ‘anders vasthouden’. En daarmee kon ik een verse oneliner aan mijn vocabulaire toevoegen.

Ondersteuningsbehoeften centraal
‘Anders vasthouden’ betekent dat er blijkbaar een algemeen aanvaarde manier van ‘vasthouden’ in ons onderwijs is en dat – in dit geval – begaafde leerlingen behoefte hebben aan ‘anders’. Wat dat anders dan is, zullen we nader moeten formuleren.

Gelukkig hebben de experts op het gebied van begeleiding van begaafde leerlingen de laatste jaren niet stilgezeten en zijn nieuwe inzichten via allerlei kanalen verspreid. Een belangrijk aspect daarvan is de manier waarop we de materie het beste kunnen benaderen. Of liever gezegd, waarop we de betreffende leerling het beste kunnen betrekken bij het vormgeven van hun begeleiding. Niet zo zeer de diagnose, maar het ontdekken van de ontwikkelingsbehoefte van de leerling dient centraal te staan en vervolgens de daarop gebaseerde ondersteuning. 
Vanuit dit laatste gezichtspunt is het dus niet meer belangrijk of een leerlingen een bepaald IQ heeft, maar hoe de verdere ontwikkeling van de jonge mens het beste gediend kan worden.

Consequenties voor de gang van zaken in de school
Voor de routine in de school betekent dit nogal wat. Als adequate ondersteuning van de ontwikkeling van de leerling betekent dat een groot deel van de reguliere lessen niet aan haar besteed is, dan heeft dat ook gevolgen voor de registratie van de vorderingen en ook voor de beslissingen t.a.v. de vraag of er nog sprake is van overgang naar een volgende jaarklas. Men kan immers niet van een lerarenvergadering vragen een besluit te nemen over een leerling die men niet of nauwelijks in de klas meemaakt. Nog los van het feit dat een jaarklas voor de leerling met een eigen programma geen waarde meer heeft. Kortom, de traditionele overgangsrituelen zullen bij deze leerlingen buiten beschouwing gelaten moeten worden.

Wat als het ongewone gewoon wordt?
Wat als ‘anders vasthouden’ een normale zaak wordt? Als het ‘ongewone’ gewoon wordt? Het lijkt een woordenspel, maar het kan op den duur een doorbraak betekenen in ons onderwijs. Inspelen op de behoeften van leerlingen, kan met zich meebrengen dat er wijzigingen nodig zijn bij de reguliere gang van zaken op de school. Wie weet levert dat dan mooie vergezichten op. Gebruik makend van de creativiteit van begaafde leerlingen, zouden die vergezichten wel eens dichterbij kunnen zijn dan menigeen denkt.

© Begaafdheidsprofielscholen 2011 | Privacy Statement