Artikel Uitgaan van het positieve. Waarderend visiteren bij BPS
De Vereniging BPS kent op dit moment meer dan 80 (aspirant-)leden, zij hebben het BPS-certificaat of zitten in een traject om deze te ontvangen. Elke vier jaar vindt visitatie plaats om de kwaliteit van het hb-onderwijs op deze scholen te borgen en certificering te herbevestigen. Of om het certificaat toe te kennen. Dat gebeurt door een team van daartoe opgeleide visiteurs. De insteek van de visitatie is de afgelopen jaren gewijzigd. Er wordt natuurlijk nog steeds gekeken naar de kwaliteit, maar de vereniging kiest ervoor om bij de visitatie een partner te zijn die de gevisiteerde aan het denken zet. Dat betekent: kijken naar wat goed gaat, begrijpen dat niet alles goed kan gaan en met een open blik helpen bij het opstellen van een ontwikkelplan. Een van de visiteurs is Gosse Bruinsma, teamleider op het RSG Magister Alvinus.
De basis van het ‘nieuwe’ visiteren is Appreciative Inquiry, oftewel ‘waarderend onderzoeken’. Het woord ‘waarderend’ gaat in essentie om het waarderen van het beste in de mensen, de organisatie en de wereld daar omheen. Voor Bruinsma is dat de manier waarop hij in zijn werk staat. “Het past helemaal bij mij, dat positieve. Ik merk dat deze manier van kijken beter is dan uitgaan van problemen. Dat geldt ook voor de visitatie. We beginnen meestal met de vraag: waar ben je trots op, waar zijn jullie goed in? Je start positief en dat is zowel voor ons als de school prettig. Je krijgt een open gesprek. Wij komen niet om de school af te kraken; we zijn er om een compleet beeld te krijgen van de school en om te helpen eventuele mindere kanten te verbeteren. Een klein voorbeeld, ik vroeg een hb-coördinator waar hij het meest trots op was, dat bleek een klein onderdeel van de school te zijn. Hij vertelde ook hoe hij het nog beter zou willen maken, alleen was daar nog geen besluit over genomen. De rector zat erbij en die zei: ik zie het, we gaan op zoek naar mogelijkheden. Dat was een prachtig moment in zo’n gesprek. Positieve vragen leiden tot meer samenwerken en samenkomen.”
Uitgaan van wat goed gaat
Onderlinge waardering, leervermogen en samenwerking zijn essentiële elementen van ‘waarderend onderzoeken’. Het is een positieve, opbouwende manier van kijken naar mensen, organisaties en situaties. Bij ‘onderzoeken’ gaat het om het innemen van een positie van ‘niet weten’, het loslaten van oordelen en eerder waargenomen zaken om zo open te kunnen staan voor nieuwe kennis en ervaringen. Het is vooral ook een onderzoek naar wat de organisatie sterk en succesvol maakt. Bruinsma past dit ook toe in zijn functie als teamleider. “Ik ga uit van wat goed gaat, ook als we iets nieuws willen. Mijn vraag is dan: hoe gaat dat ons beter maken? Ons mentoraat bijvoorbeeld doet het prima, toch zagen we dat er verbeteringen mogelijk waren. Dan kijk je naar de kracht en sterke kanten van de mensen. Van daaruit werk je aan aanpassingen.”
“Deze manier van werken geeft jezelf een goed gevoel, ook bij de visitatie. Ik heb nu vijf maal meegedaan, het is mooi om te zien waar scholen mee bezig zijn, hoe gepassioneerd en trots ze zijn. Van te voren bespreken we als commissie wat we gaan vragen, waar we de aandacht op willen vestigen. Soms omdat iets niet geheel duidelijk is in de stukken die we krijgen, soms omdat we willen weten of iets op papier in werkelijkheid echt zo is. Wat ik bijvoorbeeld mooi vind is als ik op een school steeds hetzelfde verhaal hoor, of dat nu van docenten, leerlingen of ouders is. Dat betekent dat de visie en aanpak van de school bekend is en gedragen wordt.”
De voorbereiding begint vier weken voor de visitatiedag als de stukken van de school naar de commissie wordt gestuurd. Tijdens de commissiebijeenkomst bereiden de leden het bezoek voor. “We bespreken wat ons opvalt, wat is ons beeld op basis van de stukken, waar ben je nieuwsgierig naar? Die voorbereiding is essentieel, op de dag zelf moet het gebeuren. Je hebt heel veel gesprekken, te beginnen met het MT, vervolgens met mensen die nauw betrokken zijn bij het hb-onderwijs: coördinatoren, docenten, leerlingen, ouders. Aan het einde van dag komen we weer met de commissie bijeen en formuleren een conclusie. Die deel je met de school. De visitaties die ik tot nu toe heb meegemaakt hadden allemaal een positieve boodschap.”
“Het zijn spannende en inspirerende dagen, voor de school en voor ons. Door je als critical friend op te stellen, kun je echt een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de school. Zo ervaren scholen dat ook. Een bijkomend voordeel is dat je als commissielid bij andere scholen in de keuken kunt kijken. Vaak kom ik met goede ideeën terug. Het pasjessysteem van het Stedelijk Gymnasium Schiedam bijvoorbeeld, waarbij leerlingen zelf kunnen bepalen welke lessen ze overslaan. Dat hebben we nu ook, in iets gewijzigde vorm. Of de training van het Theresialyceum “hoe om te gaan met onderpresteerders”; ook die hebben we ingevoerd.”
——————————————————————
De vijf uitgangspunten van waarderend onderzoeken
– Het sociaal constructionistische principe – Er bestaat geen objectieve werkelijkheid. We construeren onze realiteit in relatie met anderen door de lens van onze overtuigingen, tradities en normen.
– Het poëtische principe – Een verhaal of werkelijkheid is voor meerdere interpretaties vatbaar. Verleden, heden en toekomst zijn eindeloze bronnen van leren, inspiratie en interpretatie en ze staan niet vast.
– Het simultaniteitsprincipe – Het stellen van een vraag is de eerste stap naar verandering. De verandering in ons begrip, geloof en beelden begint op het moment dat we onszelf en de wereld onderzoeken door vragen te stellen.
– Het anticiperende principe – Beelden die we hebben over de toekomst leiden onze acties en vormen onze toekomst.
– Het positiviteitsprincipe – Positieve emoties zijn essentieel voor groei en optimaal functioneren.
Hoe werkt waarderend onderzoeken?
– Verwoorden (‘waar wil je meer van’) – Het formuleren van het onderwerp.
– Verdiepen (‘men gaat op zoek naar het beste dat er is’) – Ontdekken en behouden van de aspecten die mensen ervaren over het onderwerp.
– Verbeelden (‘men stelt zich voor wat zou kunnen zijn’) – Met de ervaringen en inzichten uit stap 2 wordt de toekomst (positief) gevisualiseerd.
– Vormgeven (‘men gaat in dialoog over wat zou moeten zijn) – Hoe kan de visie worden gerealiseerd?
– Verwezenlijken (‘vaststellen en invoeren van wat er zal zijn’) – Vormgeven van de visie, aanpak formuleren en acties uitvoeren.
——————————————————————
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van het artikel ‘Alles wat aandacht krijgt groeit’ uit het AIMagazine.
Dit artikel is in oktober 2019 gepubliceerd.