Actueel

  • 27 maart 2024

    NTCN-congres: Werken met 0 tot 4-jarigen met ontwikkelingsvoorsprong

    Lees meer…

  • 16 maart 2024

    BPS-conferentie voor hoogbegaafde leerlingen 2024

    Lees meer…

  • 17 februari 2024

    Publicatie Schooluitval en thuiszitten

    Lees meer…

  • 28 januari 2024

    Vereniging BPS verwelkomt twee nieuwe leden

    Lees meer…

  • 21 januari 2024

    Bekijk het webinar Jonge begaafde leerlingen

    Lees meer…


  • Alle nieuwsberichten

Artikel ‘Hoe start je onderwijs voor hoogbegaafden?’

Hoe start je onderwijs voor hoogbegaafden?
RSG De Borgen als beginnend BPschool

Sinds september 2020 is het Groningse RSG De Borgen lid van de Vereniging BPS. De school is ook nog niet zo lang bezig met hoogbegaafdheid. Daarom de vraag, waar begin je? Daisy Smit is directeur onderwijs bij een van die locaties, de Lindenborg, Dennis Volmer is directeur bedrijfsvoering van die locatie. Petra Spithost is begeleider passend onderwijs HB.

Smit: “We zijn nog niet zo lang bezig met hoogbegaafdheid, er was altijd wel de ambitie om meer te doen voor deze leerlingen. Ikzelf ben al enige jaren bezig met hoogbegaafdheid, onder andere als directeur van een basisschool waar we een voltijd hb-afdeling hadden. Toen ik hier in 2020 werd benoemd was dat het begin om verder te gaan met de schoolambitie. Ook omdat in deze regio van Nederland weinig aanbod is voor hoogbegaafde leerlingen. We voelen het als een plicht om dit te doen.”

Volmer: “Net als Daisy ben ik in 2020 begonnen op deze school. We troffen een school aan waar veel moest gebeuren, er was geen coherent geheel. Daarnaast wilden we de school op de kaart zetten in de regio. Deels deden we dat al met het Technasium, maar dat is iets wat meer scholen in de omgeving hebben. Vanuit dat startpunt hebben we gekeken naar wat we zouden kunnen doen.”

Neveneffecten van hb-onderwijs

Smit: “Het mooie van hb-onderwijs is dat je anders naar je totale onderwijs gaat kijken. De groep leerlingen is procentueel niet zo heel groot, het neveneffect is dat wel. Zeker in een situatie waar je je onderwijs als geheel wil verbeteren is die kritische blik erg belangrijk. Het kan een mooie aanleiding zijn om als team over je ambities, visie en aanpak te praten. Dat beperkt zich niet tot vwo, praktijkonderwijs, TL of havo passen daar net zo goed bij. Voor alle vijf locaties willen we dat de signalering op orde is, dat we weten welke leerlingen extra behoeftes hebben. Op de Woldborg in Grootegast, een kleine locatie, gaan we het onderwijs inrichten voor deze groep, waar ze al op jonge leeftijd terecht kunnen. Op de Lindenborg – een locatie met havo, atheneum en gymnasium – maken we het curriculum voor hoogbegaafde leerlingen passend. Meer eigenaarschap en zelfstandigheid voor de leerlingen. Voor de andere drie locaties geldt: als we daar onderwijs op maat kunnen verzorgen, doen we dat.”

Spithost: “Hb-onderwijs is een ambitie van de hele school, directie en bestuur zien dit als een speerpunt. En zoals Daisy zegt, een katalysator voor de rest van het onderwijs. Het start bij een visie en beleid binnen de stichting, hoe je het aanpakt begint op de werkvloer. Het bestuur kan die aanpak ondersteunen en stimuleren, bijvoorbeeld door tijd en geld vrij te maken, of door kennis binnen te halen. Daarmee laat je ook weten dat medewerkers worden gezien in hun vragen en behoeftes. Wat je ook wilt, is bepaalde aannames en beelden over hb bijstellen.

De rode draad van de vereniging is voor ons erg fijn. Je kunt je beginsituatie in kaart brengen en vanuit daaruit kijken we wat je gaat doen. En bepalen welke prioriteiten we hebben. Door met de leidraad te werken voorkom je ook onnodige discussies. Uiteraard gaan we niet voorschrijven aan de docenten wat er moet gebeuren. Betrekken van alle lagen en eigenaarschap bij de werkvloer zijn essentieel voor het slagen van onze aanpak. Je hebt dan snelle successen en dat is fijn. Dan heb je ook het gevoel dat je je ontwikkelt.”

Schoolbrede ontwikkeling

Volmer: “Daisy en ik hadden de insteek om door hb-onderwijs een schoolbrede ontwikkeling in te zetten. Dat lukt, wel zijn er altijd pijnpunten. Door de vorige directie waren al toezeggingen gedaan voor andere programma’s. Die hebben we voor nu on hold gezet, we kappen het ook niet af. We snappen dat dat teleurstellend is, maar we weten dat we met hb veel meer kunnen bereiken op de lange termijn.

Spithost: “De manier van denken die we bij hb’ers hebben moet structureel onderdeel worden van onze zorg, onderwijs en ondersteuning. Het volgen van de leerlingen en beeld krijgen van hun behoeftes.”

Smit: “Bij de start zijn we nauwkeurig gaan kijken naar de hb-leerlingen in onze school. Wat gebeurt er nu bij deze leerling? Waarom haakt hij af? Of wordt hij juist gemotiveerd? Wat bieden we deze groep nu aan? Vervolgens is Petra met de docenten aan de slag gegaan. Hoe kun je anders naar de leerling kijken? Wat zouden we anders moeten doen? Moeten we versnellen, compacten of juist iets heel anders?”

Spithost: “We vertalen deze casussen naar een bredere kijk om de ondersteuningsstructuur beter op te zetten. Ze dagen ons uit om kritisch te kijken naar waar we mee bezig zijn. Het gaat erom dat je de kinderen en hun behoeftes zichtbaar maakt. Als het gaat om ondersteuning moet je die ook een duidelijke plek geven. De talentcoördinator voelde zich vroeger niet altijd gehoord. Ze werd bijvoorbeeld niet betrokken bij leerlingbesprekingen. Nu hebben we dat geformaliseerd.”

Kennis en kunde in de organisatie gebruiken

Volmer: “Er zit zoveel kennis en kunde in de organisatie. Je moet er wel aandacht voor hebben. We merken dat collega’s het prettig vinden dat ze aangesproken worden op hun kennis. De talentcoördinator wordt in haar kracht gezet en krijgt ook de benodigde ondersteuning. Het is natuurlijk een hele ommezwaai voor de school, maar wij denken niet in onoverkomelijkheden. Als de wil er maar is.”

Spithost: “Vanuit personeelsbeleid kijk je welke talenten je al in je team hebt zitten. Welke opleidingen hebben mensen al gevolgd? Welke hobby’s hebben ze? Welke vrijwilligerswerk doen ze? Kijk ook naar de motivatie van de mensen. Vervolgens moet je ruimte geven aan ontwikkeling en opleiding.”

Smit: “Als je onderwijs aan hb’ers gaat geven moet je je realiseren dat je leerlingen in huis haalt die misschien niet meteen succesvol zijn. Dat heeft consequenties voor je resultaten. We praten daarover met de inspectie, het samenwerkingsverband en de leerplichtambtenaar. Het is belangrijk die mensen in je ontwikkeling en ambities mee te nemen. Gelukkig willen ze allemaal graag meedenken.”

© Begaafdheidsprofielscholen 2011 | Privacy Statement