Column #9 Marko Otten: Een paar flinke slagen in het gedroomde beleid
De ambtelijke ontwikkeling van een beleidsplan blijft ontsporen wanneer vanaf de eerste minuut een verkeerd of onvolledig perspectief is gekozen. We zien dat terug in de brief van de minister Wiersma over de aanpak van hoogbegaafdheid. De brief is de voorlopige uitkomst van een proces waarin Oberon een grote rol speelt.
Oberon is een onderzoeksbureau dat zich onafhankelijk wil opstellen. Niettemin heeft het bureau in opdracht van OCW een viertal sessies georganiseerd “met diverse partijen”. In de sessies wilde men een gezamenlijke visie formuleren op maatregelen om (hoog)begaafdheidsonderwijs te stimuleren. Het bureau deed dat op basis van een brandbrief die is opgesteld uit naam van een klein aantal voltijds hb-basisscholen. Geen wonder dat de minister in zijn beleidsvoornemens veel (financiële) geoormerkte ruimte heeft gecreëerd voor de genoemde voltijdse varianten. Prima, deze scholen kunnen het goed gebruiken. Aan andere onderwijsaanpak is zeker gedacht maar alles loopt verder ongeoormerkt via de band van het samenwerkingsverband.
Hoewel wij hier en daar in dit proces zijn betrokken en aangedrongen hebben om de vereniging BPS als een serieuze, landelijk opererende partner in het vervolg te betrekken, noemt de minister de naam van onze vereniging slechts één keer en dan nog geplaatst tussen haakjes (!) als een tamelijk willekeurig voorbeeld van scholen waarover ouders en hb-leerlingen over het algemeen tevreden zijn. Hij doet ons tekort, overigens in navolging van Oberon.
Als organisatie met 80 scholen kent de vereniging een brede dekking over het land. Wat meer is, BPS opereert op basis van een scherp kwaliteitszorgsysteem met vierjarige audits waaraan objectieve criteria ten grondslag liggen die zijn samengevat in de BPS-gedragscode. Er is recent een BPS-beleidsplan voor de komende jaren met de leden doorgesproken. Met aanvullingen en amendementen zal het binnenkort in werking treden. Het laat zien dat op basis van 15 jaar ervaring de vereniging BPS dynamiek en elan blijft uitstralen. Het zijn voor de lezer van deze column bekende BPS-feiten.
Bij Oberon en dus ook bij de minister komen onze bijzondere kwaliteiten niet terug. En is dat vreemd omdat de minister in zijn 13 pagina’s tellende verhaal herhaaldelijk raakt aan de bewezen speerpunten van onze scholen. Minister Wiersma wil dat de hb-leerlingen ‘gezien’ worden. Welaan, je vindt het terug in ons derde code-element op basis waarvan wij de gecertificeerde scholen sinds jaar en dag toetsen. Wiersma wil dat het onderwijs aan de overgrote meerderheid van de (hoog-)begaafde leerlingen ‘inclusief’ wordt aangeboden en dat is nou precies wat de meeste BP-scholen doen. De minister wil dat hb-expertise overal in de samenwerkingsverbanden beschikbaar komt. De minister is er kennelijk niet van op de hoogte dat gecertificeerde specialistische kennis (ECHA of NOVILO) aanwezig is op al onze 80 scholen via het code-element 6; kennis die bovendien ter plekke gedragen wordt door het hele team hetgeen geïnitieerd is conform code-element 2. In de regio’s is die gespecialiseerde kennis nu al aanwezig dankzij de BP-scholen en in een aantal ervan hebben onze experts dan ook the lead als het gaat om de verspreiding van kennis en kunde.
Bij de meeste van Wiersma’s voorgenomen acties weten wij wel wie je er het beste bij kan betrekken: 80 BP-scholen (en we tellen nog steeds) verspreid over het land. Een duidelijke visie op inclusie vind je daar, maatwerk voor de individueel verschillende hb-leerlingen (code-element 3) idem, de aanpak van dubbel bijzondere kinderen idem; een dekkend aanbod is onze expliciete ambitie; aan kennis delen in de regio hebben onze scholen zich gecommitteerd conform code-element 7. De OCW-norm voor minimale ondersteuning voor hb-leerlingen hebben wij in huis. En voor de ononderbroken ontwikkeling kunnen wij onder meer onze intermezzo-ervaringen inbrengen. Er zijn ook scholen die succesvolle verbinding houden met al dan niet thuiszittende leerlingen.
Kortom, Dennis Wiersma moet toch echt ook eens met ons in gesprek, dan kan hij een paar flinke slagen maken in het door hem gedroomde beleid. Ik zal het hem voorstellen.
Marko Otten
OBS Joseph Haydn: Meegroeien met wat je leerlingen nodig hebben
“Bijna twintig jaar geleden startte CPS het project Begaafdheidsprofielscholen (BPS), ondersteund door het ministerie van OCW. In drie tranches, tussen 2004 en 2010, ontvingen 22 scholen via een visitatieprocedure het certificaat Begaafdheidsprofielschool. In 2007 is door de deelnemende scholen de Vereniging Begaafdheidsprofielscholen opgericht. Inmiddels zijn er 80 scholen uit primair en voortgezet onderwijs lid. Dat vieren we op 22 maart 2023 met onze lustrumconferentie.
Vanaf 2014 konden ook basisscholen lid worden. Een van die scholen is de OBS Joseph Haydn in Groningen. Manda Ophuis is voltijd hb-leerkracht en hb-specialist.
“Sinds 2012 werk ik al met hb-kinderen, eerst op een andere school. Ook daar hadden we een voltijds hb-klas. In 2019 ben ik – samen met mijn collega Luke van Akkeren – overgestapt naar het Joseph Haydn. De school had al een lange geschiedenis met hb, maar nog geen voltijds hb-groep. Die hebben wij toen, na een goed en inspirerend gesprek met directeur Saskia Havinga en ib/hb-specialist Berber van der Kooi, opgezet.”
“In gesprekken met de ouders kijken we naar de juiste aanpak.”
“Zoals gezegd, onze school is al een hele tijd bezig met hb, het is een van de vijf pijlers van de school. Meerdere leraren – en de ib’er – zijn opgeleid tot hb-specialist.
We hebben een duidelijke aanpak. In de eerste zes weken dat een leerling bij de kleuters zit, wordt deze heel goed geobserveerd. Zijn er signalen dat er een ontwikkelingsvoorsprong is en/of kenmerken van hb dan wordt onze ib’er erbij betrokken. In groep 1, 3 en 5 werken we ook met de zogenaamde Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid, om leerlingen te herkennen.
In gesprekken met de ouders kijken we naar de juiste aanpak. We hebben een binnenschoolse plusklas, de zoldergroep. Leerlingen uit onder-, midden- en bovenbouw met een specifieke onderwijsbehoefte die voortkomt uit hoogbegaafdheid kunnen deelnemen. Een leerling besteedt ongeveer 1,5 uur per week op de groep en krijgt een verrijkingsopdracht mee naar de thuisgroep.
Heeft een leerling meer nodig, dan is hebben we een bovenschoolse plusklas. Binnen ons bestuur zijn er drie, een daarvan op onze school. Er zijn drie aandachtsgebieden: leren leren (werkhouding, planmatig werken, inzicht in eigen manier van leren), leren denken (analytisch denken, creatief denken en kritisch denken) en leren (samen)leven (inzicht in jezelf, samenwerken). Het lesprogramma van de bovenschoolse plusgroep is zo samengesteld dat het aansluit op de leereigenschappen en onderwijsbehoeftes van de leerlingen met een hoge begaafdheid.
Overigens bedienen we ook reguliere leerlingen die meer aankunnen, in de klas staan verrijkingskasten waar ze extra opdrachten en lessen uit kunnen halen.”
“Ze hebben een enorm cognitieve potentie, die komt er pas uit als ze lekker in hun vel zitten.”
“En drie jaar geleden hebben we de voltijds hb-klas opgezet, daarin geven we de hoogbegaafde kinderen specialistisch onderwijs, waarbij vertrouwen, persoonlijke aandacht, vaardigheden, talentontwikkeling en sociaal-emotionele groei centraal staan.
Net als bij de zoldergroep en de bovenschoolse plusklas hebben we een helder aannamebeleid, daarmee zorgen we dat het aanbod past bij de behoeftes van de leerling. In de hb-groepen past het didactisch en pedagogisch handelen specifiek bij de doelgroep. We kijken naar IQ en naar leer- en persoonlijkheidskenmerken van hoogbegaafden, zoals het creatief denkvermogen, een groot rechtvaardigheidsgevoel en een hoge gevoeligheid.
Wat hebben ze vooral nodig? In de kern twee dingen. Ten eerste een leraar die hen ziet, herkent en erkent. Een leraar die weet dat deze groep andere behoeftes heeft die niet in een mal passen. Je moet steviger differentiëren dan in een reguliere klas. En ze hebben veel behoefte aan peers, aan kinderen die op dezelfde manier denken, dezelfde humor hebben. Vakken als rekenen of spelling is voor hen bijna een bijzaak. Ze hebben een enorm cognitieve potentie, die komt er pas uit als ze lekker in hun vel zitten.”
“Je moet meegroeien met wat je leerlingen nodig hebben.”
“De manier van kijken naar leerlingen, de manier van werken is niet alleen belangrijk voor de hb’ers, maar eigenlijk voor alle leerlingen. Neem executieve vaardigheden, dat bieden we nu schoolbreed aan. We zorgen dat er materiaal is, dat leraren dezelfde taal spreken en we zorgen voor intervisie zodat iedereen van elkaar kan leren.
Dat geldt ook voor ons als hb-specialisten. Het is belangrijk dat er netwerken zijn zoals BPS zodat we kunnen uitwisselen met andere scholen. Als je al zo lang bezig bent moet je scherp blijven op je eigen handelen, kritisch blijven en meegroeien met wat je leerlingen nodig hebben.”
Bekijk hier het introductiefilmpje van het voltijds hb-onderwijs van de school…
Bonhoeffer College: ’De hb-manier van denken is van de school geworden’.
Bijna twintig jaar geleden startte CPS het project Begaafdheidsprofielscholen (BPS), ondersteund door het ministerie van OCW. In drie tranches, tussen 2004 en 2010, ontvingen 22 scholen via een visitatieprocedure het certificaat Begaafdheidsprofielschool. In 2007 is door de deelnemende scholen de Vereniging Begaafdheidsprofielscholen opgericht. Inmiddels zijn er 80 scholen uit primair en voortgezet onderwijs lid. Dat vieren we op 22 maart 2023 met onze lustrumconferentie.
Een school van het eerste uur is het Bonhoeffer College uit Enschede. Koen Krabbe, coördinator vwo-plus bovenbouw, was destijds al betrokken bij de hb-aanpak.
“Ik werk nu 24 jaar op deze school. Destijds zat ik in het vwo-onderbouw team. Ik weet nog dat we in het schooljaar 2002/2003 onszelf de vraag stelden: waar willen we naar toe? Wat zijn onze ambities? We zagen dat er veel aandacht uitging naar kinderen ‘aan de onderkant’. En dat was ook goed. Alleen werden de kinderen aan de bovenkant te weinig belicht, de redenering was: “die slimmeriken komen er toch wel’. Dat was niet onze ervaring. Deze kinderen hadden heel veel potentie, maar kwamen door omstandigheden niet tot leren en presteren. Wat die omstandigheden waren, was ons toen niet duidelijk. In die jaren was er op hb-gebied weinig, wij waren de enige in de regio die hiermee bezig waren.
Met een clubje collega’s hebben we hierover nagedacht. Bij Heleen Wientjes van de Universiteit Utrecht hebben we een traject over compacten en verrijken gevolgd. Zij begeleidde scholen die hiermee worstelden. En ze hoorde dat CPS het BPS-traject aan het starten was. ‘Ik zie zoveel enthousiasme en betrokkenheid bij jullie, jullie zouden daaraan mee moeten doen’, zei ze tegen ons. Een jaar later waren we een van de eerste tranche-scholen. Dat was twee jaar nadat we gestart waren met de vwo-plusbrugklas, waarin hb-leerlingen met elkaar les kregen.”
“Met alleen een aangepast curriculum kwamen we er niet. Deze leerlingen hadden behoefte aan goede begeleiding.”
“Dat was het startpunt, die brugklas. We zijn gaan sleutelen aan het curriculum, de leerlingen kregen minder uren per week les als het ging om de reguliere vakken. In plaats daarvan hebben we hen vooral projectmatig aan het werk gezet: zelf onderwerpen kiezen, veel samenwerken met gelijkgestemden.
De volgende stap was de leerlingenzorg. Met alleen een aangepast curriculum kwamen we er niet. Deze leerlingen hadden behoefte aan goede begeleiding. Het klinkt nu misschien als een open deur, maar in die tijd kregen slimme leerlingen alleen extra cognitieve uitdaging. Een ECHA-geschoolde orthopedagoog heeft toen de begeleiding op zich genomen. Dit gebeurde in nauwe samenwerking met de mentoren en vakdocenten die meewerkten aan het vwo-plusonderwijs op onze locatie.
Ook zijn we gaan samenwerken met de Universiteit Twente, een aantal van hun studenten geven onze hb-leerlingen het vak Life & Sciences. Het is door de universiteit ontwikkeld en doordrenkt met academische vaardigheden: onderzoeken, samenwerken, presenteren, bronnenonderzoek, debatteren. In de bovenbouw zie je het verschil ten opzichte van de leerlingen die gewoon regulier onderwijs hebben gevolgd.
Een aantal collega’s waren betrokken bij de BPS: Nico Alink, Robert Goossens, Marcel van Adrichem en Rita de Jong. Ze hebben ook een grote rol gehad in de hb-aanpak bij ons op school.”
“We hebben een mooi programma en heel veel ervaring. Dat merk je ook.”
“Inmiddels zijn we twintig jaar verder. De brugklas hebben we uitgebouwd: de leerlingen blijven drie jaar bij elkaar. Daar schrijven we een apart programma voor. Het groepje docenten dat betrokken is proberen we zo klein mogelijk te houden. Dat zorgt voor veiligheid en herkenning. Deze groep wil zich ook graag scholen, zich verder ontwikkelen. Het gaat goed met de brugklas, inmiddels hebben we er twee per leerjaar (alleen in het derde jaar hebben we er een). Dat bevestigt dat we op de goede weg zitten. We hebben een mooi programma en heel veel ervaring.”
“De manier van denken en kijken is van de hele school geworden.”
“In de bovenbouw hebben we geen vast vwo-plusprogramma meer, leerlingen – regulier en hb – krijgen ruimte om zelf keuzes te maken. Veel leerlingen kiezen ervoor extra vakken te doen, maar je kunt ook de verdieping opzoeken. Sowieso werken we steeds meer met maatwerktrajecten. Je kunt bijvoorbeeld een vak versneld afronden. Er zijn zoveel mogelijkheden, het is mooi dat we daar als school oog voor hebben.
Dat is een cultuuromslag geweest, dat gaat niet van de ene op de andere dag. Over hb’ers hoorde je twintig jaar geleden: ‘hoezo hb, hoezo meer uitdaging, laat hem eerst maar eens zijn huiswerk maken’. Dat is passe, en niet alleen als het gaat om hoogbegaafdheid, de manier van denken en kijken is van de hele school geworden.
Een voorbeeld, we zijn al vroeg begonnen met een snipperkaart. Leerlingen konden een uur overslaan en daarin werken aan iets dat ze zelf kozen. Dat deden we vanuit de gedachte dat autonomie belangrijk is. In de afgelopen jaren heeft de rest van de school dat opgepikt, wel met meer kaders, je moet leerlingen natuurlijk wel leren om met die vrijheid om te gaan. Het is mooi om te zien hoe iets dat bij ons is begonnen van ons allemaal is geworden.”
“Daarom is BPS voor ons belangrijk: jezelf spiegelen aan andere scholen, kennis en ervaringen uitwisselen.”
“Eigenlijk is het nooit af. Er zijn steeds weer nieuwe inzichten, nieuw onderzoek, nieuwe ervaringen. Dat probeer je bij te houden en daarmee kritisch naar je eigen aanpak te kijken. Zoals die maatwerktrajecten, in een vwo-plusklas zitten zo’n 25 individuen met elk hun eigen behoeftes.
Daarom is de Vereniging BPS voor ons belangrijk: jezelf spiegelen aan andere scholen, kennis en ervaringen uitwisselen. Maar ook de visitaties, die helpen om zaken scherp en helder te krijgen. Ook meedoen met een visitatie op een andere school is erg leerzaam. In regio Oost hebben we een BPS-netwerk, daar zouden we meer uit kunnen halen.
De ontwikkelingen in de afgelopen 15 jaar zijn groot. Vroeger waren we de vraagbaak voor basisscholen, nu hebben die een enorme inhaalslag gemaakt. Dat geldt ook voor de universiteit, die hebben gezien dat er behoeftes zijn bij de vo-leerlingen, daarom zijn ze de pre-university gestart. Dat is fantastisch om te zien.”
Kenniscentrum HB: thematafel peer-grouponderwijs en publicatie versnellen
In opdracht van het Ministerie van OCW ontwikkelt het National Talent Centre of the Netherlands het Landelijk Kenniscentrum Hoogbegaafdheid. Onderdeel van het kenniscentrum is een online kennisplatform, waar kennis over tal van thema’s rond (hoog)begaafdheid worden gebundeld.
Thematafel peer-grouponderwijs
Bij elk thema wordt in een thematafel, webinar of podcast de diepgang gezocht. Onder begeleiding van Natasja van den Berg (Tertium) gaan Richelle de Deugd (hb-coordinator swv PPO-NK, hb-specialist Day a Week School), Sascha Brandse (Plusjeklas), Quen van Meer (beleidsmedewerker swv Koers VO, ECHA-specialist), Willemijn van Workum (docent Pantarijn, hb-specialist en oprichter peergroup Pantabrein) en Rosanne Bekker (rector Berlage Lyceum) met elkaar in gesprek over het thema peergroup-onderwijs
Publicatie versnellen
Ongeveer iedere maand behandelt het kenniscentrum we een nieuw thema, in de vorm van korte artikelen, verwijzingen naar verdiepende literatuur, praktijkvoorbeelden en inspirerende webinars. Het eerste thema: versnellen. Wat is versnellen precies, werkt het ook en hoe breng je het op een goede manier in praktijk?
Vereniging BPS verwelkomt drie nieuwe aspirant-leden
De Vereniging BPS verwelkomt twee nieuwe aspirant-leden:
– Dollard College, Winschoten
– Greijdanus, Zwolle
– Roelof van Echten College, Hoogeveen
Op dit moment heeft de vereniging in het primair onderwijs 25 (aspirant-)leden, in het voortgezet onderwijs zijn er 58 (aspirant-)leden.
Onderzoek: hoogbegaafdheid bij anderstalige leerlingen signaleren
Leerkrachten kunnen hoogbegaafdheid bij anderstalige leerlingen signaleren door te letten op non-verbale aspecten en door met ouders te praten. Als leerlingen het Nederlands wat beter beheersen, kunnen leerkrachten nagaan of en hoe leerlingen schakelen tussen hun thuistaal en het Nederlands. Daarnaast is het belangrijk om hoge verwachtingen te hebben van de leerprestaties en een veilige omgeving te bieden. Verder moeten leerkrachten rekening houden met cultuurverschillen en mogelijke traumatische ervaringen.
Verslag bijeenkomst Kamerbrief ‘Uitwerking plan van aanpak hb’
Op 8 februari 2023 vond de online bijeenkomst plaats over de inhoud van en de doelstellingen in de kamerbrief ‘uitwerking plan van aanpak hoogbegaafdheid’. Wat zijn de implicaties van deze kamerbrief? Wat zijn de mogelijkheden en kansen, hoe kan het NTCN hierbij ondersteunen.
Bekijk op de site van NTCN de samenvatting en relevante documenten
Recente publicaties RATiO
Er zijn onlangs drie nieuwe publicaties verschenen van leden van RATiO:
Mathijssen, S., Feltzer, M. J. A., Hoogeveen, L., Denissen, J., & Bakx, A. (2022). Back to the drawing board: A descriptive study on potential indicators of giftedness in human figure drawings of children aged 4 to 6 years. Roeper Review, 44(4), 249–262. https://doi.org/10.1080/02783193.2022.2115180
Samsen-Bronsveld, E., Ven, S.H.G. van der, Speetjens, P.A.M. & Bakx, A.W.E.A. (2022). Impact of the COVID-19 lockdown on gifted and non-gifted primary school students’ well-being and motivation from a self-determination perspective. Journal of Research in Special Educational Needs. doi: https://doi.org/10.1111/1471-3802.12583
Jen, E., Mathijssen, S., & Hoogeveen, L. (2022). Supporting professional development for educators during the pandemic: Lessons from an international blended learning diploma program. Prospects, 51(4), 583–587. https://doi.org/10.1007/s11125-021-09591-5
POINT013: ‘Routekaart ondersteuning hb-leerlingen in het po
Binnen de onderzoekswerkplaats POINT013 2.0 is de ‘Routekaart voor ondersteuning van (hoog)begaafde leerlingen in het basisonderwijs’ ontwikkeld. In dit document lees je meer over de aanleiding, doelgroep en werkwijze van de routekaart. In het document daaronder vind je de routekaart.
Artikel POINT: (Hoog)begaafd en hoogsensitief: Feit, fabel of …
In de praktijk wordt hoogsensitiviteit vaak als kenmerk van (hoog)begaafdheid gezien. Zo zouden veel (hoog)begaafde kinderen meer prikkels waarnemen en deze prikkels ook intenser ervaren en verwerken. Is het inderdaad zo dat (hoog)begaafde kinderen vaker hoogsensitief zijn? Deze vraag vormde de aanleiding voor het POINT-onderzoek onder meer dan duizend kinderen in het basisonderwijs.