Onderzoek signalering hb: “de verschillen kunnen enorm zijn”
Twee op de honderd kinderen hebben een IQ boven de 130: zij zijn hoogbegaafd. Om het onderwijs voor deze kinderen beter passend te kunnen maken, is het belangrijk om te weten om welke kinderen het gaat, maar het signaleren van hoogbegaafdheid is niet altijd eenvoudig.
SCALIQ heeft, met betrokkenheid van de Gelijke Kansen Alliantie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, onderzoek gedaan naar de huidige staat van de signalering van cognitief sterke basisschoolleerlingen door leerkrachten en/of ouders, en naar welke variabelen daarop van invloed zijn.
Belangrijkste punten uit het onderzoek
- Uit de resultaten blijkt dat 48% van de kinderen met een zeer hoog IQ in beeld is bij zijn of haar leerkracht. Ook van de kinderen met een begaafd IQ is meer dan 40% in beeld. Meer dan de helft van de basisschoolkinderen met een zeer hoog IQ is nog niet gesignaleerd.
- Van de jongens met een zeer hoog IQ was meer dan de helft al gesignaleerd, terwijl bijna tweederde van de meisjes met een vergelijkbaar IQ nog niet in beeld was bij de leerkracht.
- Over het hele bereik van het onderzoek worden meer jongens dan meisjes gesignaleerd.
- Van de groep leerlingen met een IQ in de bovenste 5% was tweederde van de kinderen met een lage SES nog niet gesignaleerd als mogelijk (hoog)begaafd, terwijl dit bij de overige kinderen in deze groep iets minder dan de helft was. Kinderen die opgroeien in een kansarme omgeving, worden dus vaker onderschat door hun leerkracht dan kinderen die het thuis beter getroffen hebben.
- Kinderen met een Europese herkomst werden vaker gesignaleerd dan kinderen met een niet-westerse herkomst, en minder vaak dan kinderen met een herkomst uit Azië of Indonesië. Ook dit weer bij een gelijk IQ.
- Op wat voor soort school kinderen zitten heeft voor signalering door de leerkracht geen invloed. Leerkrachten op scholen met een hoge weging (dat zijn scholen met een relatief complexe leerlingpopulatie) zijn net zo goed in staat om (hoog)begaafde leerlingen te signaleren als leerkrachten op scholen met een lage weging.
Lees verder
Het volledige onderzoek en alle resultaten staan beschreven in het uitgebreide onderzoeksverslag. Hieronder geven we een toegankelijke samenvatting van de onderzoeksopzet en de meest opvallende resultaten.
Artikel Talent: Autisme bij hoogbegaafde kinderen herkennen en begeleiden
Intelligente kinderen met autisme vertonen op het eerste gezicht soms hetzelfde gedrag als kinderen die ‘alleen maar’ hoogbegaafd zijn. Maar het autisme zit er wel degelijk; om dat te signaleren moet je kijken naar hoe ze denken. Dat is vaak heel anders dan wat je van hoogbegaafde kinderen gewend bent. De ondersteuning en de aanpak die ze nodig hebben is daarom ook anders.
Lees hier het artikel van Talent…
Het Bonhoeffer College: ’De hb-manier van denken en kijken is van de hele school geworden’.
Bijna twintig jaar geleden startte CPS het project Begaafdheidsprofielscholen (BPS), ondersteund door het ministerie van OCW. In drie tranches, tussen 2004 en 2010, ontvingen 22 scholen via een visitatieprocedure het certificaat Begaafdheidsprofielschool. In 2007 is door de deelnemende scholen de Vereniging Begaafdheidsprofielscholen opgericht. Inmiddels zijn er meer dan 80 scholen uit primair en voortgezet onderwijs lid. Dat vieren we op 22 maart 2023 met onze lustrumconferentie.
Een school van het eerste uur is het Bonhoeffer College uit Enschede. Koen Krabbe, coördinator vwo-plus bovenbouw, was destijds al betrokken bij de hb-aanpak.
“Ik werk nu 24 jaar op deze school. Destijds zat ik in het vwo-onderbouw team. Ik weet nog dat we in het schooljaar 2002/2003 onszelf de vraag stelden: waar willen we naar toe? Wat zijn onze ambities? We zagen dat er veel aandacht uitging naar kinderen ‘aan de onderkant’. En dat was ook goed. Alleen werden de kinderen aan de bovenkant te weinig belicht, de redenering was: “die slimmeriken komen er toch wel’. Dat was niet onze ervaring. Deze kinderen hadden heel veel potentie, maar kwamen door omstandigheden niet tot leren en presteren. Wat die omstandigheden waren, was ons toen niet duidelijk. In die jaren was er op hb-gebied weinig, wij waren de enige in de regio die hiermee bezig waren.
Met een clubje collega’s hebben we hierover nagedacht. Bij Heleen Wientjes van de Universiteit Utrecht hebben we een traject over compacten en verrijken gevolgd. Zij begeleidde scholen die hiermee worstelden. En ze hoorde dat CPS het BPS-traject aan het starten was. ‘Ik zie zoveel enthousiasme en betrokkenheid bij jullie, jullie zouden daaraan mee moeten doen’, zei ze tegen ons. Een jaar later waren we een van de eerste tranche-scholen. Dat was twee jaar nadat we gestart waren met de vwo-plusbrugklas, waarin hb-leerlingen met elkaar les kregen.”
“Met alleen een aangepast curriculum kwamen we er niet. Deze leerlingen hadden behoefte aan goede begeleiding.“
“Dat was het startpunt, die brugklas. We zijn gaan sleutelen aan het curriculum, de leerlingen kregen minder uren per week les als het ging om de reguliere vakken. In plaats daarvan hebben we hen vooral projectmatig aan het werk gezet: zelf onderwerpen kiezen, veel samenwerken met gelijkgestemden.
De volgende stap was de leerlingenzorg. Met alleen een aangepast curriculum kwamen we er niet. Deze leerlingen hadden behoefte aan goede begeleiding. Het klinkt nu misschien als een open deur, maar in die tijd kregen slimme leerlingen alleen extra cognitieve uitdaging. Een ECHA-geschoolde orthopedagoog heeft toen de begeleiding op zich genomen. Dit gebeurde in nauwe samenwerking met de mentoren en vakdocenten die meewerkten aan het vwo-plusonderwijs op onze locatie.
Ook zijn we gaan samenwerken met de Universiteit Twente, een aantal van hun studenten geven onze hb-leerlingen het vak Life & Sciences. Het is door de universiteit ontwikkeld en doordrenkt met academische vaardigheden: onderzoeken, samenwerken, presenteren, bronnenonderzoek, debatteren. In de bovenbouw zie je het verschil ten opzichte van de leerlingen die gewoon regulier onderwijs hebben gevolgd.
Een aantal collega’s waren betrokken bij de BPS: Nico Alink, Robert Goossens, Marcel van Adrichem en Rita de Jong. Ze hebben ook een grote rol gehad in de HB-aanpak bij ons op school.”
“We hebben een mooi programma en heel veel ervaring. Dat merk je ook.”
“Inmiddels zijn we twintig jaar verder. De brugklas hebben we uitgebouwd: de leerlingen blijven drie jaar bij elkaar. Daar schrijven we een apart programma voor. Het groepje docenten dat betrokken is proberen we zo klein mogelijk te houden. Dat zorgt voor veiligheid en herkenning. Deze groep wil zich ook graag scholen, zich verder ontwikkelen. Het gaat goed met de brugklas, inmiddels hebben we er twee per leerjaar (alleen in het derde jaar hebben we er een). Dat bevestigt dat we op de goede weg zitten. We hebben een mooi programma en heel veel ervaring.”
“De manier van denken en kijken is van de hele school geworden.“
“In de bovenbouw hebben we geen vast vwo-plusprogramma meer, leerlingen – regulier en hb – krijgen ruimte om zelf keuzes te maken. Veel leerlingen kiezen ervoor extra vakken te doen, maar je kunt ook de verdieping opzoeken. Sowieso werken we steeds meer met maatwerktrajecten. Je kunt bijvoorbeeld een vak versneld afronden. Er zijn zoveel mogelijkheden, het is mooi dat we daar als school oog voor hebben.
Dat is een cultuuromslag geweest, dat gaat niet van de ene op de andere dag. Over hb’ers hoorde je twintig jaar geleden: ‘hoezo hb, hoezo meer uitdaging, laat hem eerst maar eens zijn huiswerk maken’. Dat is passe, en niet alleen als het gaat om hoogbegaafdheid, de manier van denken en kijken is van de hele school geworden.
Een voorbeeld, we zijn al vroeg begonnen met een snipperkaart. Leerlingen konden een uur overslaan en daarin werken aan iets dat ze zelf kozen. Dat deden we vanuit de gedachte dat autonomie belangrijk is. In de afgelopen jaren heeft de rest van de school dat opgepikt, wel met meer kaders, je moet leerlingen natuurlijk wel leren om met die vrijheid om te gaan. Het is mooi om te zien hoe iets dat bij ons is begonnen van ons allemaal is geworden.”
“Daarom is BPS voor ons belangrijk: jezelf spiegelen aan andere scholen, kennis en ervaringen uitwisselen.”
“Eigenlijk is het nooit af. Er zijn steeds weer nieuwe inzichten, nieuw onderzoek, nieuwe ervaringen. Dat probeer je bij te houden en daarmee kritisch naar je eigen aanpak te kijken. Zoals die maatwerktrajecten, in een vwo-plusklas zitten zo’n 25 individuen met elk hun eigen behoeftes.
Daarom is de Vereniging BPS voor ons belangrijk: jezelf spiegelen aan andere scholen, kennis en ervaringen uitwisselen. Maar ook de visitaties, die helpen om zaken scherp en helder te krijgen. Ook meedoen met een visitatie op een andere school is erg leerzaam. In regio Oost hebben we een BPS-netwerk, daar zouden we meer uit kunnen halen.
De ontwikkelingen in de afgelopen 15 jaar zijn groot. Vroeger waren we de vraagbaak voor basisscholen, nu hebben die een enorme inhaalslag gemaakt. Dat geldt ook voor de universiteit, die hebben gezien dat er behoeftes zijn bij de vo-leerlingen, daarom zijn ze de pre-university gestart. Dat is fantastisch om te zien.”
Artikel – School op de Berg: hb-onderwijs als de gewoonste zaak van de wereld
In oktober 2022 kregen acht scholen (opnieuw) het certificaat Begaafdheidsprofielschool. Twee van deze scholen bestaan nu 100 jaar: het Titus Brandsma Lyceum en basisschool School op de Berg. Noëlle Joosen is leerkracht en coördinator van de plusklas, Lennie Tijmstra is teamleider onderbouw.
Lennie Tijmstra: “We zijn een katholieke basisschool in Amersfoort met ongeveer 550 leerlingen. De basis van ons onderwijs is dat we uitgaan van de behoeften en leerstrategieën van het kind. Mede daardoor zijn onze leerresultaten hoog. En door de inzet van vakspecialisten en het werken met de Kwaliteitsgroep Begaafdheid; die is verantwoordelijk voor scholing en begeleiding van het team op het gebied van begaafdheid.
Voor (hoog)begaafde en (hoog)intelligente leerlingen hebben we een doorlopende leerlijn. Dit aanbod omvat compacten, verrijken en de mogelijkheid tot deelname aan een interne plusklas. We werken in de regio samen met andere scholen, zoals het het Corderius College. Binnen onze onderwijsstichting spelen we een voortrekkersrol als het gaat om hoogbegaafdheid.
Onze school heeft lang geleden gekozen voor hb-onderwijs. Er waren toen al leraren die kennis daarover hadden, dat hebben we verder uitgebouwd. We zorgen ervoor dat leraren vrijgeroosterd worden en dat ook leerlingen uit de klas mogen om extra activiteiten te doen. Op dit moment doet Noelle dat samen met twee collega’s”
Noëlle Joosen: “Ik ben begonnen als ergotherapeut in een revalidatiecentrum. Mijn kinderen zaten zo’n twintig jaar geleden op deze school, in die tijd heb ik de switch naar het onderwijs gemaakt.
Het is mooi om te zien welke ontwikkeling we hebben doorgemaakt. In het begin boden we activiteiten en projecten aan. Dat doen we nog steeds, alleen zijn die nu een middel om andere doelen te bereiken, zoals je vaardigheden en talenten ontwikkelen, persoonsvorming en het stimuleren van samenwerken. En, erg belangrijk, we leren de leerlingen omgaan met hun frustraties.”
“Je moet kinderen laten beseffen dat soms iets niet lukt, dat je niet alles kunt. En dat je daarvan heel veel leert.”
Tijmstra: “Het leren leren is erg belangrijk. Deze kinderen kunnen prima op hun intelligentie alleen de basisschool doorkomen. En vaak ook nog een deel van het voortgezet onderwijs. Ze lopen niet tegen barrières aan, er is geen leerkuil. Je moet kinderen laten beseffen dat soms iets niet lukt, dat je niet alles kunt. En dat je daarvan heel veel leert. Voor een leerkracht met dertig leerlingen is het natuurlijk ook erg lastig om te zorgen voor de leerkuil.
Een tijdje geleden liep ik door de school en hoorde gefrustreerde kinderen. Noëlle had de hb-leerlingen tegen hun grenzen aan laten lopen. Ze moesten een huis ontwerpen en daarna uitvoeren in klei. Tekenen ging nog wel, maar kleien….dat was erg lastig. Natuurlijk is het niet leuk voor de leerlingen, maar dit soort ervaringen zijn belangrijk.”
Joosen: “We zoeken inderdaad vaak de grenzen op. Daar waarschuwen we ouders voor. Het is wel eens voorgekomen dat we een mailtje krijgen dat hun kind niet meer naar de plusklas wil. Uiteraard gaan we daarmee aan de slag.
Lennie zei het al, voor een leerkracht is het lastig om dit in een volle klas te doen. Daarom hebben we een – fysieke – plusklas. Die bestaat nu zo’n 25 jaar. Op dinsdag en woensdag komen we met 28 kinderen, ook van andere scholen, bij elkaar. We zijn met drie begeleiders, we verdelen de groep dan en gaan aan de slag met onderwerpen als filosofie, talenten ontdekken, debatteren en persoonlijke doelen stellen. De middagen zijn gereserveerd voor Levellab groep 3 en groep 4. Deze groep krijgt een uur per week projectonderwijs.”
“Het begint in de eigen klas. Je wilt de kinderen zoveel mogelijk ook daar bedienen.”
Maar het begint in de eigen klas. Je wilt de kinderen zoveel mogelijk ook daar bedienen. De kinderen werken in de groepen voornamelijk aan levelwerk, verbredende stof naast de verdiepende stof die bij de methode hoort. In de plusklas wordt daarover uitleg gegeven. Ook voor de leerlingen die alleen levelwerk hebben en niet in de plusklas zitten.”
Tijmstra: “We hebben een stroomschema dat we hanteren als een leerling naar de plusklas zou kunnen. Wat is er al in de klas gedaan? Wat kunnen we daar nog meer doen? Een slim kind gaat niet meteen naar de plusklas. Overigens werken we niet met IQ-testen, we gaan uit van de professionals in de klas in samenwerking met Noëlle en haar twee collega’s.”
Joosen: “Dat betekent dat we onze leerkrachten regelmatig bijscholen, opfriscursussen organiseren. Zodat ze in hun klas makkelijker de hb-leerlingen kunnen helpen. En hen ook kunnen signaleren. Een onderwerp dat we regelmatig voorbij laten komen is het verschil tussen hoogbegaafd en zeer intelligent. Daar zit een wezenlijk verschil tussen. Hele slimme leerlingen hebben voldoende aan verdieping. HB-leerlingen vragen door, zijn niet snel tevreden met een antwoord, denken creatief, zoeken andere oplossingen.”
Tijmstra: “Het mooie is dat deze werkwijze heel normaal bij ons is geworden. Het inbedden in beleid en begroting was destijds wel een dingetje. We vonden dat dit een schoolbeslissing moest zijn. Als de schoolleiding dit belangrijk vindt dan is het makkelijker om mensen mee te krijgen. Het wordt ook een stapje hoger gedragen, bij het bestuur van onze stichting.
In het begin zeggen mensen: moeten we dat nu echt doen? Dan gaat het lopen, mensen zien de urgentie en de meerwaarde. Ze zien de verandering bij de leerlingen, die worden blijer, enthousiaster, trotser. En nu is het business as usual.”
NTCN organiseert jaarlijkse conferentie op 16 november 2022!
Op woensdag 16 november organiseert NTCN bij De Werelt in Lunteren de jaarlijkse conferentie over begaafdheid, creativiteit & talentontwikkeling. Dit jaar met een greep uit de meest inspirerende keynotes en workshops van de ECHA2022. Na een korte inleiding over “Empowering Every Talent Together” heb je de keuze uit 2 keynotes en 9 workshopsessies.
Save the date 16 november 2022 van deze conferentie!
Als je deze conferentie niet wil missen noteer 16 november dan vast in je agenda. Er zullen onder andere bijdragen zijn van Mariska Poelman, Anouke Bakx, Tijl Koenderink, Nora Steenbergen-Penterman, Minka Dumont en vanuit de onderzoekswerkplaats Point. Midden oktober zal het complete programma zichtbaar zijn via de agenda van talentstimuleren.nl en gaat de inschrijving open.
Nieuw lid Huygenslyceum stelt zich voor
Het Huygenslyceum Eindhoven is sinds deze maand nieuw aspirant-lid. Marieke van Beek is Begaafdheidscoördinator & Denkkrachtcoördinator en ECHA-specialist. Zij stelt de school voor.
Het Huygens Lyceum is een school waar ruim 1200 leerlingen op de havo, het atheneum en het gymnasium onderwijs volgen. Op het Huygens Lyceum leren leerlingen individueel en samen de wereld en zichzelf kennen. De missie van de school is leerlingen te laten groeien tot jongvolwassenen die zich bewust zijn van wat er in de wereld gebeurt en die hieraan een positieve bijdrage willen leveren. De kernwaarden van onze school zijn betrokkenheid, duidelijkheid en warmte met respect voor de diversiteit en veelzijdigheid van leerlingen en collega’s.
De school is gelegen in het zuidwesten van de stad Eindhoven. Vanwege de nabijheid van de High Tech Campus en de aantrekkingskracht van Brainport Eindhoven op hoger opgeleiden vormt de populatie een goede voedingsbodem voor het Huygens Begaafdheidsprogramma.
Onze hb-aanpak
In 2011 is het Huygens Lyceum gestart met het excellentieprogramma Denkkracht. Met dit programma bieden we leerlingen, die meer aankunnen dan de reguliere lessen, de mogelijkheid om vaklessen te missen om aan hun eigen Denkkrachtproject te werken.
Zij worden hierbij begeleid door docenten die het proces in de gaten houden. Ook helpen zij de leerlingen hun sterke kanten te ontdekken. Door deze sterke kanten in te laten zetten helpen zij de leerlingen hun leerkuilen door te komen en deze niet te omzeilen.
Om de (hoog)begaafde leerlingen aan het begin van de brugklas in beeld te krijgen worden alle brugklasleerlingen getest op intelligentie, leergierigheid en welbevinden. Deze informatie wordt besproken in het team van mentoren, leerlingcoördinator en begaafdheidscoördinator om per leerling een zo volledig mogelijk beeld te krijgen. De leerlingen worden daarna door de jaren heen gevolgd. De taak om dit bij te houden en zo nodig begeleiding te regelen ligt bij de begaafdheidscoördinator.
Begeleiding kan betekenen dat de betreffende leerlingen worden uitgenodigd deel te nemen aan Denkkracht (hierboven beschreven), individuele begeleiding door gesprekken, groepstraining of in samenspraak een individuele leerlijn krijgen. Er wordt steeds gekeken wat het beste bij de leerling past in overleg met ouders, mentoren en leerlingcoördinatoren of afdelingsleiders.
Daarnaast wordt er gebouwd aan een vast docententeam voor de begeleiding: deze docenten hebben de leerlingen in beeld. Er worden trainingen gegeven om de kennis over (hoog)begaafdheid te verspreiden en zo te bouwen aan een pedagogisch begaafdheidsklimaat.
Missie en doelen
De missie van het Huygens begaafdheidsprogramma is ervoor te zorgen dat (hoog)begaafde leerlingen zichzelf ontdekken en hun talenten durven in te zetten. Op die manier willen we hen doen groeien en bloeien, zodat zij met zelfkennis en zelfvertrouwen hun bijdrage kunnen leveren aan de wereld. Hieruit komen de volgende doelen naar voren:
- Leerlingen zich bewust laten worden van de voor- en nadelen van hun intelligentie en daarnaar kunnen handelen. Ze herkennen hun eigen sterke kanten en kunnen die inzetten. Ze leren niet alleen vertrouwen op hun hoofd, maar ook op hun gevoel.
- Leerlingen zich thuis laten voelen in een groep van gelijkgestemden waarbinnen ze respect hebben voor de diversiteit van ieders intelligentie. In deze groep durven de leerlingen zichzelf te zijn. In deze groep helpen de leerlingen elkaar.
- Leerlingen leerstrategieën aanbieden die passen bij hun brein (breinleren), waarbij zeker aandacht besteed wordt aan het creatief leren denken.
- Leerlingen leren hun eigen gekozen project vorm te kunnen geven en kunnen afronden. Ze worden gestimuleerd om met begeleiding buiten hun comfortzone te gaan en om fouten te durven maken.
De kennis in school over het (hoog)begaafdheids onderwerp vergroten: er is een vast docententeam dat getraind is om leerlingen bij hun project te begeleiden, voor de komende jaren staat op het programma dit team verder uit te breiden.
Waarom bent u lid geworden van de vereniging?
Binnen Eindhoven lopen we voorop in het begeleiden van leerlingen binnen het begaafdheidsprofiel. Door het lidmaatschap tonen we onze aandacht voor deze doelgroep aan de buitenwereld. Ook willen we graag in uitwisseling met andere scholen op ideeën komen om ons programma verder uit te breiden.
Wat zouden andere leden van u kunnen leren als het gaat om hb en wat zou u van andere leden willen leren?
Dit is natuurlijk afhankelijk van wat de andere leden doen (waarop ik nog geen zicht heb), maar waar wij ons de afgelopen tijd op gericht hebben, is om ons Denkkrachtprogramma schoolbreed te maken. Dat wil zeggen dat het voor alle leerlingen van klas 1 t/m 6 openstaat (onder bepaalde voorwaarden: zie antwoord op vraag 1) en dat de kennis over (hoog)begaafdheid verspreid wordt onder zoveel mogelijk collega’s.
Column #6 Marko Otten: 25.000 kinderen
Inderdaad, 25.000. Dat zal ongeveer de instroom zijn van Oekraïense kinderen in ons land; alleen al in 2022. We zullen ze verdelen over inderhaast opgerichte Oekraïense schooltjes, over bestaande basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs en mbo. Daar zullen ook BP-scholen bij zitten. Als hun verblijf hier langer gaat duren, kunnen de kinderen hopelijk terecht in de internationale schakelklas van Juf Kiet en haar collega’s. Er zitten onder de jonge Oekraïners ongetwijfeld HB-kinderen, maar dat is nu niet meteen een prioriteit.
Mijn hart klopt nu voor onze collega’s die achterbleven in Oekraïne. Ik ken er een aantal van. In de periode 2009-2012 was de leiding over een internationaal uitwisselingsprogramma aan mij toevertrouwd. Oekraïense, Vlaamse en Nederlandse lerarenopleidingen werkten samen rond het thema ‘Lesgeven over de Holocaust’.
De herinneringseducatie was in geen van de aangesloten landen op orde. Historici, lerarenopleiders en hun studenten dachten na over manieren om de situatie te verbeteren. Zo leerden we dat destijds op veel scholen in Oekraïne uit pure armoede nog lesboekjes uit de Sovjettijd gebruikt werden. De holocaust was dan een voetnootje bij de grote vaderlandse oorlog tegen de fascisten. Op andere scholen was Oekraïens nationalisme de reden om de holocaust te vermijden. Men besteedde daar de lestijd liever aan de holodomor, waarmee de hongersnood werd aangeduid die was veroorzaakt door Stalins met geweld afgedwongen collectivisatie van de landbouw en die miljoenen levens kostte.
We werkten samen met een nieuwe vereniging voor leraren geschiedenis en sociale vakken, Nova Doba (De Nieuwe Tijd). Onze collega’s daar verwijderden zich inhoudelijk van de sovjet-pedagogiek en een al te sterk aangezet nationalisme. Ook hun didactiek vernieuwde zich; geen autoritaire Drill & Practice, maar creatief en onderzoekend leren vanuit de historische bronnen. We hebben in hun lijn gewerkt met lesbrieven, pedagogische overwegingen, praktische didactiek, geschiedschrijving, historische en culturele beschouwingen. Het idealisme bij Nova Doba was ook toen al om van Oekraïne een open, modern en democratisch land te maken.
Nova Doba-collega’s waren niet de enigen met een dergelijk idealisme. Deelnemers aan de uitwisseling waren eind 2013 niet verrast dat er een Euromajdan-protest ontstond. En eigenlijk ook niet hoe het hele land te hoop loopt tegen de Russische agressie. Dit land heeft vanaf de oprichting in 1991 nooit zitten te wachten op hernieuwde overheersing uit Moskou. Misdaad en destructie woekeren voort om een kolossale en waarlijk historische misrekening verhullen.
Wij kunnen er iets tegenover stellen. Namelijk de misrekening onthullen; al was het alleen al uit solidariteit met collega’s zoals die van Nova Doba. En we gaan de aan ons toevertrouwde Oekraïense kinderen natuurlijk zo goed mogelijk onderwijs verschaffen.
Marko Otten
Evaluatie BPS-conferentie 2019
We hopen dat jullie een mooie dag hebben gehad. Uiteraard kunnen er dingen altijd beter. Of zijn er zaken die je echt volgend jaar terug wilt zien. Daarom vragen we je onderstaande evaluatie in te vullen. We zijn erg benieuwd naar jouw mening.
Hello world!
Welcome to WordPress. This is your first post. Edit or delete it, then start blogging!