Nieuw aspirant-lid
De Vereniging BPS verwelkomt het Openbaar Lyceum Zeist als nieuw aspirant-lid.
Op dit moment heeft de vereniging in het primair onderwijs 13 leden en 13 aspirant-leden, in het voortgezet onderwijs zijn er 32 gecertificeerde leden en 11 aspirant-leden.
Inventarisatie passend onderwijs voor begaafde leerlingen binnen SWV’en
In samenwerking met het ministerie van OCW heeft Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling (SLO) een inventariserend onderzoek uitgevoerd, waarmee de stand van zaken en de ambities binnen de samenwerkingsverbanden in beeld is gebracht m.b.t. aanbod voor en begeleiding van begaafde leerlingen. Hiervoor is onder alle samenwerkingsverbanden po en vo vorig schooljaar een online vragenlijst uitgezet met het verzoek deze in te laten vullen door de persoon die het meest op de hoogte is van het aanbod voor en de begeleiding van begaafde leerlingen binnen het samenwerkingsverband.
Artikel: Het tussenjaar op het Stedelijk Gymnasium Nijmegen
Klaar met de basisschool, nog niet toe aan het voortgezet onderwijs
Intermezzo: het tussenjaar op het Stedelijk Gymnasium Nijmegen
Minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs wil dat de hulp aan hoogbegaafde kinderen wordt verbeterd, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Een van de ideeën in de brief is een tussenjaar: kinderen die klaar zijn in het basisonderwijs maar nog niet toe zijn aan het voortgezet onderwijs krijgen een apart programma. Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen heeft sinds 2016 zo’n tussenjaar, Intermezzo. Harrie van Steen is conrector onderbouw en betrokken bij de totstandkoming en uitvoering.
De school is al ruim 30 jaar bezig om hoogbegaafde leerlingen goed en uitdagend onderwijs te bieden. Een van de uitgangspunten is het gedachtegoed van Renzulli en Mönks waarin intrinsieke motivatie, doorzettingsvermogen en creativiteit belangrijke factoren zijn. “We proberen de hoogbegaafde leerlingen meer uitdaging en meer ruimte te bieden, ze gaan bijvoorbeeld vaak de les uit om te werken aan projecten. Het idee hierachter is dat ze hun leermotivatie behouden of terugkrijgen. Ze kunnen lessen overslaan, maar het is hun eigen verantwoordelijkheid om huiswerk en dergelijke bij te houden. Hun resultaten mogen er niet onder lijden. Met deze verbreding doen we een beroep op hun organisatievermogen. Overigens gebruiken we de term hoogbegaafdheid liever niet, het is onduidelijk wat dat nu precies is: er zijn vele definities. Wat we wel weten is dat er zeer slimme kinderen zijn die anders in het leven staan, andere vragen en behoeftes hebben als het gaat om leren en leven.”
Waar eerst de focus lag op het product, toen het proces, gaat het bij het verbredingsproject nu om de persoonsontwikkeling. “We willen zorgen dat kinderen zich kunnen ontwikkelen naar een volwassene die op eigen kracht verder kan. Kennis is daar een onderdeel van. Het gaat veel meer om vaardigheden en om de wringmomenten: wat doe je als je het even niet meer weet? Raak je gefrustreerd, laat je alles uit je handen vallen? Bij deze groep leerlingen zien we niet alleen dat ze cognitief heel veel aankunnen, maar ook het onvermogen om met dit soort momenten om te gaan. Hun echte leerpunten zijn aspecten als doorzettingsvermogen, emotieregulatie, het stellen van hulpvragen.”
Het ontstaan van Intermezzo
De samenwerking met basisscholen bestaat al langer, de school heeft een regionale kennisfunctie als het gaat om hoogbegaafdheid. “We adviseren regelmatig basisscholen in onze regio. Soms helpen we individuele leerlingen. In al die gesprekken en sessies merkten we natuurlijk ook dat er leerlingen waren die tussen wal en schip vielen: uitgeleerd op de basisschool, sociaal-emotioneel te jong voor het voortgezet onderwijs. Veel van deze leerlingen zijn rond de 11 en reageren leeftijdsadequaat. Daardoor vinden ze minder aansluiting in de brugklas. Ook hebben ze vaak de lol in het leren verleerd. Daarnaast ontbreek het hen (deels) aan executieve vaardigheden en sociaal-emotionele zaken: doorzetten, frustratietolerantie, samenwerken, emotieregulatie. Ze vertonen vaak apart gedrag, gerelateerd aan te weinig uitdaging.”
“Het idee voor Intermezzo bestond bij ons al langer, maar kreeg echt handen en voeten toen in 2015 het samenwerkingsverband ons benaderde. Dat viel perfect samen. Het voorwerk hadden we al verricht: we hadden een duidelijk beeld van de doelgroep. Vervolgens hebben we een LOF-subsidie aangevraagd. We waren erg blij dat we hiervoor een fors bedrag kregen, daarmee konden we een team docenten faciliteren. Zij kregen de opdracht een programma op te stellen, speciaal voor deze groep leerlingen. Het moest uitdagender zijn dan groep 8, maar het mocht geen brugklas-programma zijn.”
Een ogenschijnlijk normale lesweek
Het Intermezzo-programma ziet eruit als het programma voor reguliere leerlingen: zes a zeven uur per dag les, zelfde vakanties en proefwerkweken. “We willen dat de Intermezzo-leerlingen zoveel mogelijk wennen aan het voortgezet onderwijs. Een van de belangrijkste verschillen is dat er geen druk is om te presteren. Het gaat er niet om dat ze aan het einde van het jaar overgaan. Het gaat erom dat ze leren leren, leren organiseren en plannen. Ze krijgen ook nog geen cijfers, wel beschrijvingen van de vorderingen op kennis en vaardigheden.”
“De dag begint met Nederlands, Engels en wiskunde. Daarna hebben ze vakken als science, creatief met computers, oude talen en verhalen, mens en maatschappij, taalbeschouwing en Esperanto, beeldende vorming, muziek, drama en gymnastiek. En ze hebben elke dag een Intermezzo-uur, dan komen ze in groepjes van negen (of een op een) bijeen met hun mentor en praten ze over hun vorderingen en vragen. De begeleiding is dus erg intensief. Er zijn ongeveer 20 docenten bij betrokken.”
“Gedurende het jaar zien we dat hun gedrag verandert: ze ontwikkelen zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld. Minder passend gedrag wordt minder. Dat geven ouders ons ook terug, die zijn erg enthousiast. Net als de leerlingen. Ze krijgen een mooi programma. En ze worden benaderd op een wijze die past bij hun ontwikkeling en bij hun leer- en levensvragen. Ze gaan met plezier naar school. We doen ook metingen, Intermezzo hebben we opgezet samen met CBO. Die ondervragen ouders en leerlingen naar hun bevindingen. We kregen bijvoorbeeld terug dat de ouders vonden dat vaardigheden te weinig zichtbaar aan bod kwamen. Toen hebben we modules ontwikkeld waar dat meer in zat. Het mooie is dat we echt ontwikkeling zien. De eerste Intermezzo-groep zit nu in de brugklas en het gaat daar gemiddeld goed: ze vallen niet op in de klas. Dat is echt enorme winst: voor Intermezzo was de prognose dat deze leerlingen het slecht zouden doen op het voortgezet onderwijs.”
“Ook voor de docenten is het een mooie uitdaging. Ze hebben met enorm veel energie een heel nieuw programma gemaakt. Normaal moeten ze werken binnen bepaalde kaders, bij het ontwikkelen van Intermezzo konden ze veel creatiever zijn. Het omgaan met deze doelgroep is een ander verhaal. Vroeger zaten ze verspreid in de klassen, nu bij elkaar in een groep. We merken dat je soms ook gewoon een basisschoolleerkracht moet zijn: meer structuur bieden, meer dirigeren. Ze komen ook vaker naar je toe om met je te praten. Ze zijn kinderlijker dan de reguliere brugklasleerling.”
Veel vraag
“Intermezzo is een pre-vwo-jaar. Voor 1 maart krijgen de leerlingen daarom een advies. Daarna mogen ze kiezen naar welke school ze gaan, ze zijn niet gebonden aan ons. Het aantal leerlingen dat voor ons kiest is wel groot, ongeveer 75 à 80%. En we zien ook steeds meer aanmeldingen binnenkomen, meer dan we aankunnen. Het eerste jaar hadden we 32 leerlingen in twee groepen. Voor dit jaar hadden we 45 aanmeldingen, we hebben toen de groepen uitgebreid naar 18. En voor volgend jaar hebben we nu al 50 aanmeldingen. We maken geen reclame, het gaat rond in het circuit. De Intermezzo-leerlingen komen uit een straal van 30 kilometer om ons heen.”
“Er is dus een enorme behoefte aan dit soort oplossingen. Daarom is het mooi dat OCW hier aandacht aan geeft. Alleen merken we een aantal beren op de weg. Bijvoorbeeld dat het po-geld en vo-geld niet bij elkaar mag. Daarom hebben we er voor gekozen dat de Intermezzo-leerlingen bij ons staan ingeschreven. Dat brengt weer een ander probleem met zich mee: in de beoordelingssystematiek van de Onderwijsinspectie doet deze groep vier jaar over de onderbouw. Daardoor gaat ons gemiddelde danig omlaag. Helaas kan dat voorlopig niet in het systeem worden aangepast. Gelukkig is de inspectie ons positief gezind: ze rekenen ons er niet op af, het kan worden uitgelegd. En ze zijn – net als OCW – erg enthousiast. We accepteren daarom deze situatie, omdat het te belangrijk is voor de leerlingen.”
Advies voor andere scholen die willen starten met een tussenjaar
– zorg dat je de doelgroep heel goed in beeld hebt
– trek op met de samenwerkingsverbanden in je regio
– zorg voor draagvlak binnen je school
– doe dit niet voor een paar jaar, maar voor de lange termijn
– doe het niet om strategische redenen, het moet passen in je beleid
– bied zoveel mogelijk in vo-context aan
Column Dick van Hennik #13: Extra geld voor hb-onderwijs
15 miljoen extra voor onderwijs aan hoogbegaafden
Ontwikkelingen bij de overheid bemoedigend
Dick van Hennik is onder andere voorzitter van de Vereniging BPS. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.
Onlangs stuurde minister Slob een brief aan de Tweede Kamer, waarin hij aankondigde hoe de in het regeerakkoord opgenomen 15 miljoen euro extra voor het onderwijs aan hoogbegaafden ter beschikking gesteld zal worden aan het veld.
Tot teleurstelling van VO-raad en PO-raad heeft hij gekozen voor een subsidieregeling. Het voordeel daarvan is dat de subsidie terecht komt bij die samenwerkingsverbanden waarbinnen men al gevorderd is met passend onderwijs voor hoogbegaafden. Daardoor zijn de voorlopers in het voordeel en wordt initiatief dit keer beloond. Er zijn immers nog genoeg samenwerkingsverbanden die geen enkel initiatief in het kader van hoogbegaafdheid ondersteunen, laat staan gezorgd hebben voor voldoende experts.
Een ander winstpunt in m.i. dat het ministerie ondersteuning van hoogbegaafde leerlingen nu expliciet onder passend onderwijs schaart. Tot nu toe werden termen als ‘talentontwikkeling’, ‘maatwerk’ of ‘excellentie’ gebruikt om het onderwijs aan hoogbegaafden onder te brengen, wat de experts ook probeerden om duidelijk te maken dat deze termen de lading niet dekken. En nu is er dan de expliciete duiding.
Ik beschouw deze ontwikkeling als een beloning voor al het werk van die instellingen – waaronder de Begaafdheidsprofielscholen – die zich de afgelopen decennia sterk gemaakt hebben voor meer aandacht voor hoogbegaafde leerlingen en hun onderwijsbehoeften. Het goede werk van het Informatiepunt van de SLO werpt zijn vruchten af. De trend die nu ontstaat is die van bundeling van krachten. Het Informatiepunt heeft enkele jaren geleden het initiatief genomen om de experts in het veld bijeen te brengen. De laatste ontwikkelingen is dat een Klankbordgroep van Experts wordt gevormd op het gebied van hoogbegaafdheid. In samenwerking met het CBO Talent Development worden Talentcenters gevormd. En nu heeft OCW er nadrukkelijk voor gekozen om de adviezen van de experts in te winnen via zogenaamde beleidsateliers, om deze aanpak vervolgens aan de Kamer mede te delen. Er staat nadrukkelijk in de brief dat de beschreven aanpak is gekozen op advies van de experts in het veld. Dat noem ik erkenning.
Namens de Begaafdheidsprofielscholen doe ik met veel plezier aan deze activiteiten mee. Er ontstaat op deze manier een bundeling van krachten die elkaar in hoge mate versterken. Kort inhoudelijk: men kan ervan uitgaan dat de subsidies worden verstrekt aan samenwerkingsverbanden, waarbij een criterium zal zijn dat er door meerdere partners wordt samengewerkt (bijvoorbeeld po-vo; peuters-po, enz.). Voor samenwerkingsverbanden waar deze activiteiten al bestaan, is mijn advies om alvast om de tafel te gaan zitten en voorstellen uit te werken. De aanvraag voor 2018 kan dan in vliegende vaart worden ingediend.
Dick van Hennik
Oproep hb-onderzoek Erasmus Universiteit
Hieronder een oproep van onderzoeker Brian Godor van de Erasmus Universiteit. Hij is een gedreven onderzoeker met kennis van zaken over hoogbegaafdheid en gespecialiseerd in docentvaardigheden. Hij wil graag onderzoek doen bij de BPscholen. Mocht er een school zijn die in relatie tot hoogbegaafdheid een te onderzoeken onderwerp zou willen aandragen, dan beveelt het bestuur hem en zijn studenten graag aan.
—————-
My name is Brian Godor and I am assistant professor here at Erasmus University Rotterdam. My
research focuses on gifted students in primary as well as secondary schools. I have researched
topics such as differences between gifted and normative students (within the EU countries) in terms
of belonging, sense of power, and teacher relationships.
I recently came in contact with BPS and was wondering if you would be interested in
doing scientific research with your certified schools? I truly believe these gifted students are precious and special gifts, but face many challenges in their school time. I have seen and interviewed numerous parents and their concerns about curricula that do not meet their children’s needs, teachers that are no skilled in the differentiation of work for these students and too many “tegeltjeswijsheid” that become policy.
I have recently conducted a large-scale (with more than 500 children) survey at Calvijn School
Groene Hart in Barendrecht, where we examined topics such as sense of power in the class room,
social anxiety, peer relationships, and friendship networks between academically advanced students
and normative students.
Additionally, I am currently working with 17 primary schools and Thomas Moore (PABO) to
professionalize teachers to use inquiry based learning as a tool for differentiation for gifted students.
BTW, I understand and speak Dutch fine, it is just my written Dutch is not the best!
Hope to hear from you soon,
Dr. Brian P. Godor
Assistant Professor
Erasmus Universiteit Rotterdam
Erasmus School of Pedagogical and Educational Sciences
Mandeville T13-39
Burg. Oudlaan 50
Postbus 1738 – 3000 DR Rotterdam
T: +31 10 4082410
E: godor@fsw.eur.nl
Wijziging BPS-leden
De Vereniging BPS verwelkomt een nieuwe aspirant-lid:
– Sint-Oelbert Gymnasium, Oosterhout
En het bestuur feliciteert IKC De Floriant uit Zoetermeer met het feit dat zij nu volwaardig lid van de vereniging zijn.
Op dit moment heeft de vereniging in het primair onderwijs 13 leden en 13 aspirant-leden, in het voortgezet onderwijs zijn er 34 gecertificeerde leden en 10 aspirant-leden.
Project Expositie op scholen van archeologische vondsten
De Stichting Archeologie en Publiek (SAP) is met de voorbereiding gestart van het
project ‘Expositie op scholen van vondsten uit Provinciaal Archeologisch Depot Zuid-Holland”. Doel van het project: het gaat om het toegankelijk en beleefbaar maken van archeologie voor de bovenbouw van basisscholen en voor scholen voortgezet onderwijs. Uit het provinciale depot worden archeologische vondsten geselecteerd, en vervolgens per deelnemende school in een speciale vitrine geplaatst.
Op dit moment is de stichting bezig bij verschillende fondsen subsidie te krijgen. Om dat een goede kans van slagen te geven, wil de stichting weten welke school een intentieverklaring zou willen tekenen?
Over het project
Uit het provinciale depot worden archeologische vondsten geselecteerd, en vervolgens per
deelnemende school in een speciale vitrine geplaatst. SAP verzorgt alle werkzaamheden.
Via smartphones en/of via tablets wordt de informatie per vondst zichtbaar gemaakt.De informatie kan zijn concrete tekst, afbeeldingen, verhalen, en/ of een link naar een website, etc. SAP heeft voor dit project subsidie aangevraagd bij drie fondsen. Een kleine financiële eigen bijdrage per school (€ 100,- a € 250,-) wordt op prijs gesteld, maar is niet verplicht.
We gaan in het najaar 2018 de vitrines plaatsen bij de deelnemende scholen. Per school worden afspraken gemaakt over de plek van de vitrine, en over een of meer betrokken
docenten en liefst ook enkele scholieren voor het beheer van de vitrines. Het materiaal wordt door SAP verzekerd. SAP zorgt bij de plaatsing van de vitrine per school voor een vorm van introductie van het tentoongestelde. Het betrekken van ouders en andere familieleden van de scholieren is ook een doelstelling van dit project. In lokale media zullen we hieraan aandacht besteden.
We gaan er nu van uit dat de vitrine een jaar blijft staan, maar dit kan zeker ook korter.
Onder andere samen met lokale vertegenwoordigers van de AWN – Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie- kunnen we desgevraagd lezingen en/ of andere activiteiten rondom dit project organiseren.
Over de intentieverklaring
De stichting vraagt:
– Ziet uw school dit project als interessant en relevant voor (een deel van ) uw leerlingen bovenbouw?
– Past het in uw programma wat inhoud en doel betreft?
– Past het in uw programma wat planning betreft (najaar 2018)?
– Indien bovenstaande positief wordt beantwoord, bent u bereid een korte intentieverklaring afgeven van bovenstaande?
In verband met de ingediende subsidie aanvragen, zouden we het zeer op prijs stellen, als we deze intentieverklaring zo snel mogelijk kunnen ontvangen. Deze intentieverklaring verplicht nog tot niets. Het is een indicatie voor de subsidieverstrekkers van de mogelijke belangstelling voor dit project.
Meer informatie: freek.hasselaar@gmail.com
Boek: Succesvol begeleiden van hoogbegaafde kinderen en jongeren
Auteurs: Carl D’hondt, Hilde Van Rossen
In dit boek voor gevorderden in de thematiek hoogbegaafdheid geven de auteurs bijzondere aanwijzingen voor het succesvol opvoeden en onderwijzen van hoogbegaafde kinderen en jongeren. Zij doorprikken heel wat misverstanden rond hoogbegaafdheid en proberen door te dringen tot de kern van de zaak. Zij ontdekten daarbij dat hoogbegaafdheid veelal te maken heeft met het vinden van een goede balans tussen twee tegenstrijdige kenmerken. Deze balansproblemen raken niet alleen de hoogbegaafde persoon zelf, maar komen ook terug in het onderwijs en de opvoeding van deze kinderen.
Dit boek verschaft de lezer de theoretische achtergronden die noodzakelijk zijn om hoogbegaafde kinderen of leerlingen succesvol te begeleiden. Bovendien worden honderden praktische tips gegeven die onmiddellijk toepasbaar zijn in de praktijk.
De auteurs hebben meer dan 30 jaar ervaring in de begeleiding van hoogbegaafde kinderen en jongeren, hun ouders, leerkrachten en begeleiders. Zij pleiten voor opvoeding tot zelfdiscipline en het creëren van open communicatie met deze kinderen. Geheugeneconomie op school krijgt een extra accent. Ook de uitgebreide bijlagen rond uitstelgedrag, zelfvertrouwen, perfectionisme, vlijt, zelfspraak en beloning verschaffen een bijzonder inzicht in deze kernthema’s van hoogbegaafdheid.
Tussenjaar en bijgespijkerde leraar voor hoogbegaafd kind
Minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs wil dat de hulp aan hoogbegaafde kinderen wordt verbeterd, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. In het regeerakkoord is al afgesproken om daar 15 miljoen euro extra aan uit te geven. Ideeën zijn onder andere betere begeleiding door bijgeschoolde leraren en een tussenjaar na groep 8.
Leraren herkennen vaak niet dat een kind zeer slim is, zich verveelt, thuis vervelend wordt en niet meer naar school te krijgen is. Soms krijgen hoogbegaafde kinderen onterecht het stempel ADHD of autisme.
Er is wel geld voor kinderen met leerproblemen, in het kader van het ‘passend onderwijs’, maar dat kunnen scholen zelden gebruiken voor zeer slimme kinderen. Slob wil dit wel mogelijk maken. Er komt een subsidieregeling voor scholen en samenwerkingsverbanden met goede ideeën.
Om ervoor te zorgen dat hoogbegaafde kinderen sneller begrepen worden, moeten leraren bijscholing kunnen krijgen. Ook een tussenjaar is volgens Slob een goed idee. “Het is voor leerlingen die al klaar zijn met de basisschool, maar nog niet toe zijn aan de middelbare school”, schrijft de minister.
Slob benadrukt dat er al goede initiatieven zijn, maar dat het nog beter moet. Sommige scholen hebben bijvoorbeeld al aparte afdelingen voor hoogbegaafde kinderen en dat kunnen meer scholen doen, hoopt de minister.
Ga naar de brief aan de Tweede Kamer
Studiemiddag Talent to the POINT 11 april 2018
De BPschool Jan Ligthartschool Driecant neemt deel aan de onderwijsonderszoekswerkplaats POINT 013, gesubsidieerd door NRO. De onderzoekswerkplaats heeft tot doel te verbinden tussen universiteit, pabo en primair onderwijs. Leerkrachten doen praktijkonderzoek, universiteiten doen onderzoek op de basisscholen en de kennisdeling draagt bij aan ontwikkeling van leerkrachten en toekomstige leerkrachten. POINT richt zich op signalering en begeleiding van hoogbegaafde leerlingen.
Meer informatie is te vinden op de site:
Op 11 april 2018 vindt vanuit POINT 013 een studiedag plaats.