Omgaan met aandacht in de klas. Tips van hoogleraar Stefan van der Stigchel
Hoogleraar cognitieve psychologie Stefan van der Stigchel doet al jaren onderzoek naar aandacht. Hij schreef bijvoorbeeld de boeken ‘Zo werkt aandacht’ en ‘Grip op je aandacht. 49 tips voor meer concentratie en focus’. Hij legt uit waarom het onderwerp hem zo fascineert en geeft tips voor docenten, met speciale aandacht voor hoogbegaafde leerlingen.
“Het begon bij mij met een fascinatie voor waarneming,” zegt Van der Stigchel. “Wat we zien, hoe we kijken, hoe we interpreteren: dat is allemaal verbonden aan aandacht. Aandacht is als een filter, je kunt niet alles tegelijk verwerken, dus je moet kiezen waar je je aandacht op richt. En dan wordt het ineens een enorm rijk onderzoeksgebied.”
Wat hem vooral fascineert, is de efficiëntie van het menselijk brein. “We kunnen onze aandacht maar op één plek tegelijk richten. We kunnen ook maar één taak doen die een beroep doet op ons werkgeheugen. Dat is enorm beperkend, maar ook ontzettend menselijk. En juist in deze tijd, waarin onze aandacht voortdurend onder druk staat, is het belangrijk om ons daar bewust van te zijn.”
De mythe van multitasken
Een van de grootste misverstanden rondom aandacht is het idee dat mensen kunnen multitasken. “Dat kan dus niet, tenminste niet bij taken die je aandacht nodig hebben,” stelt Van der Stigchel resoluut. “Je werkgeheugen is verantwoordelijk voor complexe taken zoals lezen, schrijven, luisteren, denken. En daarvan kun je er maar één tegelijk doen.”
Wat er wél gebeurt bij multitasken, is constant schakelen tussen taken. Dat lijkt efficiënt, maar is het niet. “De kwaliteit van je aandacht is dan niet diep genoeg om echt tot leren te komen. Studies tonen aan dat informatie minder goed wordt opgeslagen als je continu wordt afgeleid. De hippocampus, het hersengebied dat betrokken is bij geheugen, is dan minder actief.”
Muziek in de klas: afleiding of focus?
Niet elke geluidsprikkel is per definitie slecht voor je aandacht. “Muziek kan juist helpen om je af te sluiten van storende prikkels,” zegt Van der Stigchel. “Ik werk zelf vaak met muziek aan. Geen Nederlandstalige teksten, want daar slaat je werkgeheugen op aan, maar bijvoorbeeld jazz of ambient house. Voor mij is dat een soort ‘wall of sound’ die me helpt focussen.”
Het gaat erom of de muziek een beroep doet op je aandacht of niet. “Dat verschilt per persoon. Voor sommige leerlingen werkt het juist rustgevend en concentratieverhogend. Docenten kunnen daar flexibel mee omgaan. Laat leerlingen in overleg hun oordopjes in doen tijdens zelfstandig werk, mits het functioneel is.”
Bewegen en aandacht
Beweging is belangrijk voor je concentratie, vooral bij drukke of neurodiverse leerlingen. “Beweging doet geen beroep op het werkgeheugen en kan juist helpen om beter te focussen. Zeker bij leerlingen met ADHD is het essentieel dat ze mogen bewegen. Als je tegen zo’n kind zegt ‘zit stil en luister’, geef je eigenlijk een multitaskopdracht (en doe je een beroep op zijn werkgeheugen): eerst stilstaan, dan opletten. Dat werkt niet.”
Hij pleit voor ruimte in het onderwijs om beweging toe te staan – niet alleen in de gymzaal, maar ook tijdens het leren. “Een leerling die mag friemelen, wiebelen of op een skippybal zitten, kan zich soms veel beter concentreren. Het is belangrijk dat we daar oog voor hebben. Iedereen leert anders.”
De rol van de fysieke leeromgeving
Naast gedrag en gewoontes speelt ook de fysieke ruimte een cruciale rol in de mate van concentratie. “Ik kom op veel scholen waar nieuwbouw is, en dan zie ik ineens overal glas. Transparantie is leuk, maar als je een klaslokaal hebt met een glazen wand naar de gang, waar constant mensen voorbijlopen, dan is dat heel afleidend.”
Volgens Van der Stigchel zouden scholen vaker moeten nadenken over de omgevingsprikkels die leerlingen ervaren. “Een ruimte mag best rommelig zijn, maar abrupte prikkels zijn funest voor aandacht. Postertjes aan de muur zijn niet het probleem – iemand die onverwachts langsloopt of begint te praten wél.” Uit onderzoek blijkt dat leren ook contextgebonden is. “Je maakt een toets Frans beter in het lokaal Frans, waar je alle stof hebt besproken. Het kan dan ook vreemd zijn om ineens je examens in het gymlokaal te maken. Daar speelt natuurlijk de grootte van groep. Maar als het kan: geef een toets in dezelfde context als de lessen.”
Pauzes zijn óók leerstrategieën
Nog een belangrijke, maar vaak vergeten factor: rust. “Tijdens een schooldag gebruik je je aandacht voortdurend. Maar ook je aandachtssysteem heeft herstel nodig. In de pauzes zou je dat moeten kunnen opladen.”
Daar wringt vaak de schoen, vooral met de opkomst van de smartphone. “Als je tijdens een pauze meteen weer je mobiel pakt, ben je alsnog je aandacht aan het verdelen. Je systeem komt niet tot rust. En dan begin je het volgende lesuur vermoeider dan nodig is. Denk dus na over prikkelarme pauzes. Laat leerlingen wandelen, kletsen, gewoon even zijn. De pauze is net zo belangrijk als de les ervoor en erna.”
Begin later, leer beter?
Steeds meer aandacht krijgen ook de schooltijden. “Het puberbrein is van nature een avondbrein. Dat is biologisch, geen kwestie van luiheid of schermgebruik. Maar de school begint wél standaard om acht uur of half negen. Ik weet dat dit heel ingrijpend is, maar zou het niet beter zijn om pas om tien uur te beginnen met lesgeven? Dan gebruik je de vroege uren voor teamoverleg, voorbereiding of nakijkwerk. En je krijgt uitgeruste leerlingen terug.”
Aandacht is individueel, onderwijs ook
Wat al Van der Stigchels inzichten met elkaar verbindt, is het besef van neurodiversiteit. “Niet iedereen leert op dezelfde manier. De een heeft stilte nodig, de ander muziek. De een leert zittend, de ander juist in beweging. En dat is voor docenten een grote uitdaging: dertig verschillende breinen in één lokaal.”
Voor hoogbegaafde leerlingen is die aandacht nog belangrijker. “Zij vervelen zich sneller, denken sneller, raken sneller afgeleid als de uitdaging ontbreekt. Je moet daar bewust onderwijs op afstemmen. Geef ze de ruimte, maar bied ook structuur. Zorg dat ze hun aandacht kunnen richten op wat ze écht uitdaagt.”
Zijn oproep aan docenten is helder: “Leer je leerlingen kennen, experimenteer met wat werkt, en wees niet bang om af te wijken van het standaardmodel. Want aandacht is kostbaar – en hoe beter we ermee omgaan, hoe beter we samen leren.”
Meer weten over Stefan en zijn onderzoek?
Kijk dan op https://www.stefanvanderstigchel.nl/.