Column #11 Marko Otten: Het Mooie Risico Van Inspiratie
Tassen aan de vlaggenstok! Het is weer zover. Zonder corona-vrijstellingen of dito verzachtende omstandigheden klinkt door de straten het slotakkoord voor blije leerlingen van de examentijd 2023. Je kunt vaststellen dat de geslaagden hun kwalificatie mooi hebben afgerond; of dat ook geldt voor hun socialisatie en personalisatie is nog maar de vraag. Gezien de druistige ontgroeningsrituelen die het land iedere herfst doen opschrikken, is dat bij een stevige minderheid zeker de vraag.
De bekende drieslag van professor Gert Biesta luidt inderdaad ‘kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming’. Er is veel voor te zeggen om de educatieve energie beter over deze drie ontwikkelingslijnen te spreiden dan we meestal doen. Met name in het VO is de aandacht vooral op kwalificerende factoren gericht: cijfers, rapporten, toetsen en presentaties. In het PO dreigt de balans ook door te slaan vanwege de hernieuwde ministeriële nadruk op de basisvaardigheden taal en rekenen.
Binnen de scholen van onze vereniging nodigt de BPS-gedragscode uit om maatwerk te maken van het cognitieve en kwalificerende traject maar ook van de persoonsontwikkeling en socialisatie van onze hb-leerlingen. We vinden het met name terug onder de codenummers 3 (de school ziet de hb-leerling en biedt maatwerk aan), 4 (de school onderhoudt de dialoog met leerlingen en hun ouders) en 5 (de school zorgt voor flexibiliteit).
De socialisatie proberen veel BP-scholen te bevorderen door enerzijds ‘gewoon’ te blijven mengen met leeftijds- en klasgenoten en anderzijds speciale ruimte te creëren voor peer group-contacten. In het VO bijvoorbeeld middels de bekende HB-Cafés. Toch blijft socialisatie zeker bij dubbel bijzondere leerlingen wel een uitdaging die in extremo de vorm kan aannemen van thuiszitten en leren op afstand.
Personalisatie, persoonsvorming, individuele vorming of hoe je het maar noemt, kan met name op grotere scholen in het gedrang komen. Toch is het idee van maatwerk ten nauwste met dit begrip verbonden. Met wat ruimere cognitieve en organisatorische kaders alleen vul je geen maatwerk in. Daar horen ook begrip, motivatie en inspiratie bij. En als docenten zelf gemotiveerd en geïnspireerd zijn, vormt dat het beste fundament voor dit mooie werk. Inspirerend maatwerk motiveert niet alleen, maar draagt ook bij aan de vorming en ontwikkeling van het kind. Het lijkt mij de moeite waard om eens met elkaar na te denken hoe wij de hb-leerlingen kunnen inspireren. Dan komt vanzelf de vraag op wat ons inspireert en wat ons nog meer kan inspireren. Als docent, als schoolteam, als vereniging.
Gert Biesta zelf extrapoleerde onlangs op een congres van VERUS, de vereniging voor bijzonder onderwijs, zijn verhalen over de drieslag en over ‘the beautiful risk of education’ naar het thema ‘inspiratie’. Ons streven moet zijn om de eigen inspiratiebronnen te koesteren en te verfrissen, en vervolgens je leerlingen op hun beurt ook weer inspiratie mee te geven. Ook de school moet in zijn ogen haar inspiratiebronnen blijven verzorgen. Dat kan bijvoorbeeld door de visie in te ruilen voor wat zij ten diepste ziet als haar opdracht; een opdracht die het schoolteam het beste jaarlijks opnieuw kan formuleren.