Artikel: De meerwaarde van de regionale BPS-netwerken
Het delen van kennis tussen scholen is een belangrijke pijler van de Vereniging Begaafdheidsprofielscholen. Sinds een aantal jaar gebeurt dat ook in regionale netwerken: basisscholen en middelbare scholen uit een regio komen bij elkaar, bespreken casussen en geven elkaar nieuwe inzichten. Eveline Bindels (KBS De Hofstee in Etten-Leur) en Jacintha Smulders (Sint-Oelbert Gymnasium in Oosterhout) nemen regelmatig deel aan de bijeenkomsten van BPS-regio Zuid. Wat is voor hen de meerwaarde?
Eveline Bindels: “We zijn nu twee jaar volledig BPS-lid, we werken al jaren met een programma voor meer- en hoogbegaafden. Voor ons is dat een belangrijk thema. Ik werk nu zelf zes jaar op de Hofsteen, als leerkracht en als talentbegeleider. Daarvoor heb ik samen met een collega de opleiding bij Novilo gedaan. Door lid te worden willen we ons netwerk uitbreiden, we willen leren van andere scholen. De visitatie was bijvoorbeeld erg waardevol. En het is ook een erkenning van onszelf, dat we op de goede weg zijn.”
Jacintha Smulders: “Dat is ook een van de redenen dat wij lid zijn, om te leren. De visitatie en de Verenigingsdag zijn belangrijk. Vooral de regio-bijeenkomsten zijn voor mij rijk aan kennis. We willen allemaal hetzelfde: hoe kunnen we de hb-leerling helpen zich te ontwikkelen? Elke school heeft weer andere invalshoeken, andere inzichten, andere manieren om de leerlingen te begeleiden. Op het Sint-Oelbert hebben we een honours programma voor alle leerlingen, de ervaring is dat vooral hb-leerlingen daarvan opbloeien. Al die perspectieven tijdens de intervisie zijn een sprongetje naar een andere manier van kijken. Elke andere oplossing, elk nieuw inzicht, is winst.”
Bindels: “De opzet van de bijeenkomsten is informeel, er is een voorzitter die vooral als procesbegeleider dient. Met onze regio zijn we nu vijf keer bij elkaar gekomen, online vanwege de Corona-maatregelen. De eerste keer hebben we geïnventariseerd waar behoefte aan was. Vervolgens hebben we steeds een thema besproken of een school bracht een casus in. We hebben bijvoorbeeld gesproken over het verschil tussen primair en voortgezet onderwijs. Waar lopen wij tegenaan, wat speelt er op de middelbare scholen? Alleen het horen van die verhalen is mooi, het laat zien welke kloof er is voor hb’ers. Sommige vallen uit of gaan onderpresteren in het vo omdat het hen ontbreekt aan bepaalde vaardigheden, zoals doorzettingsvermogen, plannen en samenwerken. Dan ga je wel denken: wat kunnen wij in de bovenbouw al doen om dat voor te zijn? Aan de andere kant merk ik dat basisscholen veel vanzelfsprekender differentiëren in de klas dan middelbare scholen.
Smulders: “Dat we met primair en voortgezet onderwijs samen zitten is krachtig. Het is mooi om te leren van andere middelbare scholen, maar juist om te kunnen praten over de grenzen heen maakt het nog leerzamer. Basisscholen gebruiken andere bronnen en methodes, andere woorden. En zijn op sommige punten verder dan wij, Eveline noemde al het differentiëren. Of het stimuleren van executieve functies en het betrekken van ouders. Ze hebben ook veel instrumenten, zoals kaartensets en systemen, die ze daarvoor gebruiken. Die zijn ook bruikbaar voor ons, alleen moet je die wel naar je eigen hand zetten. Dat vind ik erg leuk. Belangrijk is om van de basisscholen te horen hoe ze deze instrumenten gebruiken en waarom. Daardoor word je geïnspireerd om nieuwe stappen te zetten. Ik krijg er energie van.”
Bindels: “Dat geldt ook voor mij. We zijn allemaal over dezelfde zaken aan het nadenken, soms op een andere manier, maar wel met dezelfde kern. In zo’n bijeenkomst kun je je dilemma’s en casussen presenteren. Door de vragen die de anderen stellen, en de input die je krijgt, kun je weer verder. Niet meteen, maar bijvoorbeeld het ontbreken van bepaalde vaardigheden bij hb’ers is zeker iets wat we op school gaan bespreken. Het lijkt me mooi om ook in onze omgeving zo’n netwerk te hebben. Etten-Leur heeft twee middelbare scholen, een daarvan een school met mavo, havo en vwo. Deze school ontwikkelt zich steeds verder in talentontwikkeling. Daar is zeker winst te behalen in de samenwerking.”
Smulders: “Soms is de input die je krijgt praktisch. Lees dat boek, kijk eens op die site, misschien kun je met dat bureau gaan praten. Er is zoveel informatie, ook slechtere. Dan is het prettig dat iemand jou op de parels kan wijzen. Het belangrijkste is dat je elkaar steunt in je eigen proces. In ieder geval sterkt het mij door met deze groep scholen over hoogbegaafdheid te praten.”