Het bestuur #2: Harrie van Steen
Wie zitten er in het bestuur van de Vereniging BPS? Wat is hun motivatie? Deze keer stelt Harrie van Steen zich voor. Hij is conrector op het Stedelijk Gymnasium Nijmegen, een school die sinds 1983 werk maakt van onderwijs aan hoogbegaafden.
Motivatie
“Zo’n 35 jaar werk ik nu in het onderwijs, waarvan dertig op het Stedelijk. Eerst als docent Engels, vervolgens als afdelingsleider en later als conrector. Hier op school is de aandacht voor zeer slimme leerlingen een integraal onderdeel van wie we zijn. Dat is ook nodig bij deze leerlingenpopulatie. Hier mag je slim zijn, vragen stellen, meer weten dan de docenten.
Na een van mijn eerste lessen, aan een 2e klas, kwam een leerling naar me toe met een universitair grammaticaboek: waarom in dat boek iets anders stond dan ik had verteld. Ik kon haar dat uitleggen, maar het was me meteen duidelijk dat dit leerlingen zijn die de diepte in willen, die blijven doorvragen. En binnen die groep zijn er weer grote verschillen. Met die diverse niveaus ben ik in mijn lessen rekening gaan houden, anders raak je hen kwijt.
Toen ik in 2005 conrector werd vond ik dan ook dat die aandacht op schoolleidersniveau geborgd moest zijn. Daarom ben ik de ECHA-opleiding gaan doen. Niet alleen heeft me dat veel kennis opgeleverd, maar ook een uitgebreid netwerk van scholen en experts die allemaal bezig zijn met hoogbegaafde leerlingen.”
De Vereniging BPS
“Lid worden van de Vereniging BPS was een natuurlijke stap voor ons. We zijn al zo lang bezig met hoogbegaafde leerlingen, dan is het logisch dat je je aansluit bij een organisatie die hoogbegaafdheid hoog in het vaandel heeft staan. De kennisdeling tussen scholen is zo belangrijk. Net als de belangenbehartiging bij het ministerie, koepels en andere organisaties. Dat deze groep aandacht nodig heeft wordt misschien over het hoofd gezien, omdat de aanname is dat ze het toch wel redden.”
Het bestuur
“Als vooraanstaande school moet je je verantwoordelijkheid pakken. Daarom ben ik ook met veel plezier in het bestuur gegaan.
Voor mij is de uitbreiding van de vereniging niet het belangrijkste punt. Natuurlijk is het mooi als meer scholen zich aansluiten, ik denk dat vooral kennisdeling een belangrijk speerpunt is voor de komende jaren. Net als het zorgen dat we steeds meer een landelijke gesprekspartner zijn. We hebben als vereniging voldoende kennis en inzichten om die rol goed te kunnen vervullen.”
Ideaal
“Mijn ambitie voor de komende jaren is dat de term hoogbegaafdheid uit de zorghoek komt. Het is namelijk geen zorgkwestie, deze leerlingen hebben speciale onderwijsbehoeften. De problemen komen als we hen niet het juiste aanbod geven. Natuurlijk weet ik ook dat er hb-leerlingen zijn met zorgbehoeften, maar daar komen vaak andere diagnoses bij kijken. Als je hier in school loopt, zie je gewone, vrolijke kinderen. Alleen zijn ze superslim. Ze kunnen veel aan, ze profileren zich op allerlei gebieden.
Het is de taak van de school om ervoor te zorgen dat ze zich goed kunnen ontwikkelen. We moeten toe naar inclusief onderwijs in plaats van passend onderwijs. Bij elke leerling kijk je naar talenten, ambities en ondersteuningsbehoeftes. En daar pas je je onderwijs op aan. Het is er gewoon, je hoeft geen hulptroepen te organiseren. In zo’n situatie is onze vereniging overbodig. Maar dat zal nog wel een paar decennia duren.”