Actueel

  • 27 maart 2024

    NTCN-congres: Werken met 0 tot 4-jarigen met ontwikkelingsvoorsprong

    Lees meer…

  • 16 maart 2024

    BPS-conferentie voor hoogbegaafde leerlingen 2024

    Lees meer…

  • 17 februari 2024

    Publicatie Schooluitval en thuiszitten

    Lees meer…

  • 28 januari 2024

    Vereniging BPS verwelkomt twee nieuwe leden

    Lees meer…

  • 21 januari 2024

    Bekijk het webinar Jonge begaafde leerlingen

    Lees meer…


  • Alle nieuwsberichten

Column Dick van Hennik #9: Herken je een hoogbegaafde leerling?

Dick van Hennik is onder andere voorzitter van de Vereniging BPS. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.

“Dick”, zei de docent filosofie, “ik hoorde dat je gesprekken voert met Thor en dat je denkt dat hij hoogbegaafd is. Maar ik denk toch dat je je vergist. Ik heb hem al enkele jaren in de klas en ik heb hem nog nooit kunnen betrappen op een diepzinnige gedachte.”

Dit soort uitspraken hoor ik zo vaak. En niet alleen van docenten. Bij dat soort ontmoetingen zou ik verguld zijn met de vraag hoe ik erbij kom een jongen als Thor hoogbegaafd te noemen. En zeker een docent filosofie zou toch enige twijfel hebben mogen uitstralen. Gelukkig wilde hij – toen ik hem met dit laatste confronteerde – ook wel weten hoe ik daar zo bijkwam.

Gekscherend zeg ik vaak dat ik, sprekende met een onbekende, na een kwartiertje een vermoeden krijg en na een half uur er vrijwel zeker van ben met een hoogbegaafde te maken te hebben. In heel veel gevallen komt er dan wel een verhaal dat mijn vermoeden op zijn minst enige grond verschaft. Is zo’n houding wel verantwoord? Kunnen we daar een begeleidingsplan op baseren?
Jarenlange gesprekken met hoogbegaafde jongeren levert dit soort arrogantie op en ik besef best dat je daarmee moet oppassen. Er is toch immers geen bewijs? Toch vind ik dat we de ervaring van de nestoren op het gebied van hoogbegaafdheid niet moeten negeren. Want welk bewijs willen we eigenlijk hebben? Het bewijs van een hoog IQ? We weten inmiddels dat het soort onderduikers als Thor ook niet altijd met een IQ-test te ontdekken zijn. De leerling moet zich immers ook ontvankelijk opstellen bij de afname van de test. Wie lang met hoogbegaafde leerlingen omgaat, ontwikkelt een zesde zintuig, gevoed door intuïtie en ervaring.

Het verhaal van Thor? Dat is een klassieker. Zonder moeite door de basisschool met een gymnasiumadvies; in klas 2 van het gymnasium moeite met Grieks en Latijn; in klas 3 over de hele linie onvoldoende; met een bevordering naar 4 atheneum naar een andere school; in klas 5vwo gedoubleerd en nu voor zijn eindexamen weer in de problemen. 
Na enkele gesprekken over de metacognitieve vaardigheden (model Marcel Veenman), heeft Thor de draad weer opgepakt. Of hij zal slagen weet ik natuurlijk niet, maar zijn laatste mail waarin hij rapporteerde, straalde zelfvertrouwen uit. De ervaren begeleider weet dat dit ook ontwijkend gedrag van de onderduiker kan zijn, maar ik hoop van harte dat Thor erin slaagt om een ander kenmerk van hoogbegaafden te ontwikkelen: dat een eenmaal opgepakte taak ook snel wordt doorgrond en tot een goed einde wordt gebracht.

Dick van Hennik

© Begaafdheidsprofielscholen 2011 | Privacy Statement